Ga direct naar de content

Het is kwart over twaalf

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 2 1994

Het is kwart over twaalf
Het doorrekencircuit van het CPB is achter de rug.
Het Bureau heeft overuren gemaakt met het doorrekenen van alle partijpolitieke programma’s voor de
komende verkiezingen. Iedere partij haalt er de pluspunten van haar gading uit voorzien van een keurmerk van het CPB. Kampioen banenschepper is de
WD, de PvdA bungelt ergens zielig onderaan. Bij dit
soort exercities vraag ik me altijd af, hoe weet het
CPB dat allemaal zo precies. Het illustere bureau
weet politieke wensen en beleidsvoorstellen immer
om te rekenen in het precieze aantal banen dat verloren gaat dan wel wordt gewonnen. Ik behoor bij dat
groepje mensen dat daar allemaal niets van gelooft.
De beslissing tot het creëren van een baan of het opheffen daarvan wordt echt niet genomen op basis
van de stijging of de daling van de collectieve-lastendruk met één procent per jaar. Dan moet men echt
wat rigoureuzer tekeer gaan.
Wat daar ook van zij, duidelijk is in ieder geval
dat geen van de partijen erin slaagt om de toename
van de werkloosheid een halt toe te roepen. De politieke partijen kloppen zich op de borst om hun werkgelegenheidsscheppende
plannen, die tegen de achtergrond van drie miljoen uitgerangeerden en de
spectaculaire groei daarvan niet meer zijn dan de bekende druppel op de gloeiende plaat. Lubbers roept
dat het een schande is dat de Hollandse tuinder moet
opwerken tegen die Marokkaanse tomaat die zoveel
lekkerder en vooral zoveel goedkoper is. De gasprijs
moet dus maar even niet omhoog. Wijffels weet te
vertellen dat de sociale uitkeringen flink omlaag moeten, maar zwijgt in alle talen als het gaat over de
noodzaak de Nederlandse landbouw drastisch te saneren. Rinnooy Kan weet hoe de Nederlandse universiteiten moeten worden gereorganiseerd, maar je
hoort hem niet over tekortschietend ondernemerschap en hoe met name in de grote bedrijven de directie- en commissariskussens eens stevig kunnen
worden opgeschud. Kortom, het huis van de buurman dient dringend te worden verbouwd, maar blijf
van onze zaken en belangen af.
De mensen in het land geloven het ondertussen
allemaal niet meer. Zij blijven straks weg bij de stembus of stemmen uit arren moede. Van enig enthousiasme over de aanstaande gang naar de stembus, laat
staan van enige spanning, valt onder de bevolking
niets te bespeuren. De grootste partij van Nederland
is niet de zwevende kiezer, maar de burger die de
stembus de rug heeft toegekeerd. Bolkestein verklaarde deze spanningsloosheid en het thuisblijven bij de
verkiezingen enige jaren terug uit de grote mate van
tevredenheid onder de burgers van dit land. Wij zouden vinden dat dit land uitstekend wordt bestuurd
door saaie maar uiterst bekwame politici. Niets lijkt
mij minder waar. De onvrede is overal merkbaar
voor degene die wil zien. Die onvrede uit zich vooral
door het verlies aan belangstelling en daarmee legitimatie van het politieke bestuur.

ESB 2-3-1994

De Nederlandse samenleving is
in de ban van een opmerkelijke en
spanningsvolle paradox. Enerzijds
leven we in een van de meest geemancipeerde landen ter wereld.
De individualisering is zelfs zover
voortgeschreden dat vrijwel niemand zich nog voor iets of iemand
buiten de directe eigen levenssfeer
verantwoordelijk voelt. Anderzijds
weet eenieder op zijn tijd zijn hand
op te houden als het aankomt op
onderstand. En die is er in soorten
en maten voor burgers en voor ondernemers. Er is altijd een abstracte
ander die voor ons moet zorgen in
de vorm van een regeling, een uitw.:S.P. Fortuyn
zondering, een subsidie of een inkomen. Regel in
een geëmancipeerde samenleving moet zijn dat eenieder zorgt voor zichzelf en de zijnen en dat slechts
diegenen die dat echt niet kunnen voor hulp in aanmerking komen. Bij ons is de situatie omgekeerd en
knappen we met EU-gelden de Tarwebuurt in Den
Haag op en werken we met die zelfde gelden achterstanden in de Flevopolder weg. Een puissant rijk
land als Nederland dat met succes een beroep kan
doen op EU-gelden; de collectieve gekte ten top.
Nationaal en op EU-niveau is er een gigantisch rondpompcircuit van subsidies op gang gekomen dat gefinancierd wordt uit de algemene middelen. Dat rondpompcircuit veroorzaakt die moordende collectievelastendruk en zorgt ervoor dat alle vitale potenties
worden aangetast. Immers iedere burger of bedrijf is
gewend geraakt op enigerlei moment zijn hand op te
houden. Ik spreek dan nog maar niet eens over de gigantische fraudepraktijken die met dit rondpompen,
ook in ons land, gepaard gaan. En van de grijze fraude in de vorm van elkaar de bal toespelen en veel te
hoge declaraties indienen voor verleende diensten,
volstrekt afgedekt en legaal.
In ons land is een hele grote schoonmaak nodig
willen wij al die mensen die aan de kant staan weer
perspectief bieden. Willen wij onze jonge afgestudeerden enig perspectief bieden op een zinvolle
loopbaan in onze maatschappij. Die grote schoonmaak heeft betrekking op vrijwel alles dat wij gewend zijn de verzorgingsstaat voor burgers en ondernemers te noemen. Ik zie dat de huidige politieke
elite nog niet doen. De moedigste onder hen, Elco
Brinkman, krijgt keer op keer de kous op zijn kop als
hij het waagt een verzorgingsarrangement
ter discussie te stellen. Tijdens de WAO-exercitie werd hij vermalen in de nasi van de afhaalchinees te Bergschenhoek. Momenteel bezoekt hij bejaardentehuizen om
zijn wonden te likken. Triester kan het niet. Het verzorgingstehuis Nederland dient te worden aangepakt.
Tijd voor een krachtig zakenkabinet zou ik zo denken.

Auteur