Ga direct naar de content

Groei neemt wereldwijd toe

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 12 1994

Conjunctuurindicator

Groei neemt
wereldwiid
toe

guur 2 toont dat de industriële produktie in Nederland zich inmiddels
heeft: hersteld van een dieptepunt
van bijna -2% in de eerste helft van
1993 naar ruim 3% in het midden van
dit jaar. De indicator voorziet een verdere verbetering tot ruim 6% aan
het eind van dit jaar. In de laatste
maanden van de prognose, dat zijn
december 1994 en januari 1995, vlakt
de indicator wat af zodat mogelijk
een omslag in zicht is. Eerder is gesteld dat een omslag in grofweg de
zomer van 1995 waarschijnlijk
Voor de Nederlandse conjunctuur
zijn de ontwikkelingen in het buitenland van groot belang. De twee rechter afbeeldingen in figuur 2 geven in-

Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator
3
..

Realisatie
Indicator

2

o
-1

-2

82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95

ii.

De DNB-conjunctuurindicator
voorspelt tot eind januari 1995 een verder
opleven van de conjunctuur. Er is
nog geen teken van afzwakking. Ook
de realisatie van de conjul)ctuur, gemeten aan de produktie in de verwerkende industrie, vertoont reeds een
aantal maanden een opgaande beweging, parallel aan de indicator. Figuur
1 geeft de afwijkingen van indicator
en realisatie van de conjunctuur ten
opzichte van de trendmatige beweging, ofwel de intensiteit van de conjunctuur. De indicator bevindt zich al
lang, en reeds ver, boven de met de
nul-as corresponderende
trend en
ook de realisatie is inmiddels de nulas gepasseerd. Opgemerkt zij dat
deze intensiteit van de conjunctuur
zich moeilijker laat voorspellen dan
bij voorbeeld omslagpunten, omdat
de actuele schatting van de trend nog
onzeker is 1. Er moeten dan ook geen
conclusies worden getrokken uit de
voorziene hoge conjunctuurintensiteit in vergelijking met eerdere perioden.
Dit probleem van scheiding van
conjunctuur en trend doet zich niet
voor bij figuur 2 (links), waarin de indicator en realisatie van figuur 1 zijn
omgerekend naar groeicijfers (procentuele mutaties ten opzichte van de vorige overeenkomstige periode). Fi-

dicatoren van de groei van Duitsland
en de VS, gebaseerd op respectievelijk de IFO-indicator van de Duitse industrie en de ‘Composite Leading Indicator’ van het ‘Department of
Commerce’, beide op vergelijkbare
wijze bewerkt als de DNB-conjunctuurindicator. In Duitsland heeft de
industriële produktie zich na een
zeer diepe crisis van -8% in het tweede kwartaal van 1993 in snel tempo
hersteld tot 1,5%. Volgens de indicator zou de produktiegroei van de industrie kunnen toenemen tot 11%,
waarmee na het dal ook de top beduidend meer extreem zou zijn dan
in Nederland. In de VS bevindt de
produktiegroei zich al anderhalf jaar
op een redelijk niveau van 4 à 5%.
Historisch gezien is dat niet aan te
duiden met hoogconjunctuur. De indicator blijft in de VS al lange tijd han-

gen op circa 2,5%, wat er op duidt
dat de opgang van enkele jaren geleden voorlopig zal worden gevolgd
door een slechts heel beperkte neergang. Indicatoren van andere Europese landen van de EU en EVAduiden
alle op (verder) herstel van de conjunctuur. In de meeste landen is deze
conjunctuurverbetering
al voor een
deel gerealiseerd. Japan blijft:daarbij
achter, maar er zijn inmiddels tekenen dat de omslag ook daar doorzet.

Conclusie
De DNB-conjunctuurindicator duidt
op verdere verbetering van de conjunctuur. Deze wordt voor een belangrijk deel gevoed door de ontwikkelingen in andere Europese landen.
In termen van groei bevindt de Nederlandse industriële produktie zich
rond de komende jaarwisseling met
6% in tussen die van de VS (5%) en
Duitsland (11%). De groeicijfers voor
Nederland duiden mogelijk op het bereiken van een top in het begin van
1995.
1. Zie J.A. Bikker en J.M. Berk, De VOOfspelkracht van de DNB-conjunctuurindicator, E5B, 5 oktober 1994, blz. 900-902.
2. Zie J.A. Bikker en C.J. Zonderland, Conjunctuur vier jaar vooruit, E5B, 10 augustus 1994, blz. 701.

Figuur 2. Indicatoren en realisaties van de groei in de industriële produktie in Nederland (links), Duitsland (midden)
en de Verenigde Staten (rechts)
15

15

10

10

o
-5
-4
-10

-10

-6
-8
71 73 75 77 79 81 83 85 87 89 91 93 95

ESB 2-11-1994

71 73 75 77 79 81 83 85 87 89 91 93 95

71 73 75 77 79 81 83 85 87 89 91 93 95