Ga direct naar de content

Financieel bericht nr. 7, maart 1990

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 28 1990

nr. 7, maart 1990
FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS1737

Financieel bericht

Internationale conjunctuur
Wereldhandel blijft goed groeien
De GATT heeft onlangs een rapport uitgebracht waarin
de verwachting wordt uitgesproken dat de produktie in de
wereld dit jaar met ruim 4% zal toenemen, nauwelijks
minder dan vorig jaar. De internationale handel zal met een
hoger percentage toenemen, namelijk met 5 a 6%. Dit is
weliswaar iets minder dan de 7% die vorig jaar werd
geregistreerd en de 8,5% van 1988, maar de groei blijft
daarmee op een hoog peil. De aanhoudende inflatiedruk
en de voortgaande onevenwichtigheden van de betalingsbalansen ontsieren overigens het in het algemeen positieve beeld dat de GATT schildert. De hogere rente als gevolg
van de inflatievrees kan de investeringen, die de economische groei de laatste jaren hebben gestimuleerd, nadelig
beTnvloeden, zo wordt opgemerkt.
De wereldhandel zal de $ 3000 miljard voor het eerst
passeren. Dank zij een snelle exportgroei, die het dubbele
van het wereldgemiddelde bedroeg, heeft de VS haar
positie als belangrijkste exporteur herwonnen op Duitsland
dat met $ 341 miljard net $ 23 miljard lager uitkwam dan
de VS. De groei van de Japanse export bleef met 4,5%
voor het vierde jaar in successie achter bij het wereldgemiddelde. De schatting van het internationale dienstenverkeer is moeilijker te maken, maar het cijfer voor 1988 is in
opwaartse richting aangepast tot een totale omvang van $
600 miljard hetgeen een toename inhoudt van 13%.
In de maand januari is het handelstekort van de VS
overigens met $ 1,57 miljard toegenomen tot $ 9,25 miljard.
Deze ontwikkeling werd vooral in de hand gewerkt door de
stijging van de import met 7,3% na de daling met 5,4% in
de voorgaande maand. Met name de import van olie,
kleding en schoeisel groeide sterk. De export steeg met
4%. Een gunstig teken is dat de tekorten met de EG en
Japan daalden, waarbij dit laatste cijfer sedert 1984 niet
meer zo laag is geweest. Eveneens werd bekend dat de
consumentenprijzen in februari met 0,5% zijn gestegen,
waar men in de markt op een stijging van 0,2% gerekend
had. Wanneerde prijsontwikkeling van voedsel en energie,
in het verleden vaak verantwoordelijk voor forse stijgingen,
buiten beschouwing wordt gelaten blijft de prijsstijging op
hetzelfde niveau.
Zorgen in Japan
In Japan neemt de zorg toe over de aanhoudend hoge
groei van de geldhoeveelheid, gekoppeld aan de huizenhoog gestegen grondprijzen en de duurder wordende import. De stijgende importprijzen zijn een direct gevolg van
de zwakte van de yen. De grondprijzen zijn in Tokio met
zo’n 60% in een jaar gestegen en dit werkt in veel andere
sectoren door. De gestegen grondprijzen vormen de basis
voor het opnemen van kredieten. Daarnaast zijn de koersen van aandelen van ondernemingen die over veel vastgoed beschikken de afgelopen jaren zeer scherp gestegen
tot een niveau dat dikwijls in geen verhouding staat tot de
winstcapaciteit. Het kopen van woningen is vrijwel onbetaalbaar geworden en veel Japanners storten zich als

ESB 28-3-1990

compensate maar op allerlei consumptiegoederen. Dergelijke distorsies stemmen de autoriteiten bezorgd, waarbij
vooral de inflatieverhogende effecten van deze bestedingsdrang de Bank of Japan bezighouden, zeker in combinatie met voornoemde prijsopdrijvende effecten. In januari jl. bedroeg de stijging van de geldhoeveelheid 11,5%,
duidelijk boven de 9% die de Japanse centrale bank voor
ogen staat.
De verzwakking op de Japanse financiele markten dreigt
overigens ook de financiele wereld elders te beTnvloeden.
Niet vergeten mag worden dat Japan van grote internationale betekenis is, niet alleen wat betreft de goederenhandel, maar ook in financieel opzicht. Een verzwakking van
de financieringsmogelijkheden van de Japanse financiele
instellingen ten gevolge van waardedaling van hun activa
zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de hele
wereld.
In eigen land is de dalende tendens in de exportgroei in
het vierde kwartaal van 1989 tot staan gekomen dank zij
een groei met 4% tegenover 2% in het voorgaande kwartaal. Daarmee zijn ook dejaarcijfers bekend geworden. Het
volume van de invoer groeide in 1989 met 4%, de uitvoer
nam met 5% toe. Aan de invoerkant waren het vooral
investeringsgoederen die een hoge groei kenden (8%);
met name de import van personenauto’s nam zeer sterk
toe (17%). De toename van de invoer van consumptiegoederen was met 2% het laagst in drie jaar. Aan de uitvoerkant viel met name de groei van de export van delfstoffen
(+14%) en metaalprodukten (+9%) op. De februari-uitkomsten van de index die het vertrouwen van de consumenten
in de economische ontwikkeling aangeeft, daalde ten opzichte van een maand eerder, hetgeen overigens geen
ongebruikelijk beeld is. De prijsstijging bedroeg in februari
2,2% ten opzichte van een jaar eerder, waaruit nog eens
blijkt dat de inflatoire ontwikkeling in Nederland gunstig
afsteekt bij de ons omringende landen.

Valuta’s en rente

____

____

Koersval Japanse yen niet te stuiten
Het waren vooral de ontwikkelingen in Japan die de
markten de afgelopen weken bezighielden. De verdeeldheid tussen de Bank of Japan en het Japanse Ministerie
van Financien over de te voeren rentepolitiek droeg bij tot
groeiende twijfels in de markt. Deze kwamen tot uiting in
een verzwakking van zowel de aandelen- als de obligatiemarkt, als van de koers van de yen.
Op 20 maart was het zover: de Japanse centrale bank
verhoogde na lang aarzelen het disconto met een heel
procent tot 5,25% in een poging om vooral de koers van de
yen op de valutamarkten te ondersteunen. Het was de
vierde discontoverhoging sedert mei vorig jaar toen het
disconto nog 2,75% bedroeg. Het effect bleef echter uit. De
Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie

Beleggen met Van Lanschot van F. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.
309

stap kwam volgens velen te laat en was te bescheiden. In
eerste instantie zetten de yen en de aandelen- en obligatiekoersen hun dating voort. Pas nadat de Bank of Japan
$ 500 mln. verkocht en ook andere, met name Europese,
centrale banken intervenieerden herstelde de yen zich
tijdelijk. Yasushi Mieno, president van de Bank of Japan,
lichtte toe dat de stap niet bedoeld was om een stijging van
de geldmarktrente teweeg te brengen, maar veeleer moest
bijdragen aan een grotere prijsstabiliteit. In het bijzonder
de stijgende grondprijzen vormen voor velen een beangstigend probleem en Mieno stelde dat meer maatregelen
tegen dit fenomeen noodzakelijk zijn. Minister van Financien Hashimoto, die zich geruime tijd tegen de discontoverhoging had verzet, lichtte toe dat de stap precies op het
goede moment was gekomen. Al met al droeg de gang van
zaken rond de discontoverhoging en de achtergrond hiervan niet bij tot het vertrouwen op de financiele markten die
direct hun aandacht verlegden naar de volgende discontoverhoging. De zwakte op de aandelen- en obligatiemarkt
hield aan, terwijl de yen verder terrein verloor. Inmiddels
bedraagt de kapitaalmarktrente in Japan, gemeten in termen van de bekende 119-lening ca 7,2%, na even zelfs
dicht bij het 7,5%-niveau te zijn geweest.
De koers van de Japanse yen is ten opzichte van de
gulden gedaald van 165 begin vorig jaar tot 125 op dit
moment. De koers van de Amerikaanse dollar zette de
zijdelingse beweging voort, waarbij het wachten lijkt op een
op- of neerwaartse doorbraak van het niveau van DM 1,73
respectievelijk DM 1,69.
Zwak pond sterling
Zwak ligt het Engelse pond dat kort geleden nog een
fraai herstel toonde tot boven / 3,23, maar in korte tijd is
teruggevallen tot een nieuw dieptepunt, niettegenstaande
terugkerende interventies van de Bank of England. De
kapitaalmarktrente steeg tot ruim boven de 12%, het hoogste niveau sedert 1982. In een maand is de kapitaalmarktrente in Engeland met een hele punt gestegen. De door
minister van Financien Major ingediende begroting, gevoegd bij de vragen omtrent de positie van Thatcher,
vormde aanleiding voor de zwakte op de financiele markten. Keer op keer blijkt dat de inflatiegroei hardnekkiger is
dan verwacht. Het terugdringen van de inflatie houdt dan
ook de hoogste prioriteit. Voorlopig zullen daarom de rentetarieven niet worden verlaagd. Major verwacht dat de
inflatie eind dit jaar op 7% zal staan, waar hij het eind vorig
jaar nog op 5,75% hield. Deze voortdurende prijsstijging
verzwakt bovendien de Engelse concurrentiepositie. In
januari lagen de arbeidskosten per eenheid produkt 7,3%
hoger dan een jaar eerder. Voor geheel 1990 wordt gerekend op een loonkostenstijging van 7,7%, waar de verwerkende industrie met 10% nog fors bovenuit komt.
De daardoor noodzakelijk geworden voortgaande strakke monetaire politiek zal leiden tot een afzwakking van de
economische groei tot 1 % tegenover 4,5% in de afgelopen
jaren. De Britse staat kan zowel dit als volgend jaar een
begrotingsoverschot realiseren van 7 miljard, aldus Major.
Naast de begrotings- en inflatieperikelen heeft de onrust
ten gevolge van de voorgestelde ‘poll tax’ het vertrouwen
van de financiele markten geschaad. De vrees voor een
verlies van de Conservatieven in de tussentijdse verkiezingen in het conservatieve bolwerk Mid-Staffordshire, die ook
werd bewaarheid, tastte het vertrouwen van de financiele
markten verder aan. Een positief punt voor de financiele
markten was het aanzienlijk teruglopen van het tekort op
de handelsbalans. Over februari beliep het tekort £ 1,395
miljard tegenover £ 2,02 miljard over januari en £ 1,836
miljard een jaar eerder.
De rente-ontwikkeling in continentaal Europa vertoont
een stabilisatie, met hier en daar een poging tot verlaging.
Opmerkelijk is dat berichten over het op’zeer korte termijn

310

Valutakoersen
1990

Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (100)
Japanse yen (10.000)

1990

Koers

hoogste
koers

laagste
koers

per
12/3

1,87
3,06
112,52
122,90
123,47

3,09
112,59
127,03
126,35

1,94

3,23
112,95
128,41
133,35

1,92

Koers
per
26/3
1,93
3,11
112,52
126,92
123,66

tot stand komen van een Duits-Duitse monetaire unie
(inmiddels wordt al gesproken over eind april) niet opnieuw
paniek veroorzaakten.

Rente in Nederland
In eigen land kon de korte rente een stap terug. Onder
invloed van een ruime geldmarkt en een sterke koers van
de gulden ten opzichte van de mark kon de geldmarktrente
aanzienlijk dalen. Het driemaands geld kwam van dicht
tegen de 9,1% op 8,6%. Ook de kapitaalmarktrente kwam
lets onder het recente record, al ging de dating aanvankelijk
niet van harte. Als reactie op de verkiezingsuitslag in
Oost-Duitsland werd in eerste instantie aanzienlijk terrein
verloren. De winst van de Alliantie geeft uitzicht op een
snellere monetaire eenwording dan aanvankelijk werd gedacht, zodat ook de daarbij aanwezig geachte inf latiegevaren dichterbij komen. Echter door de aanzienlijke daling
van de geldmarkttarieven kon ook de kapitaalmarkt een
herstel noteren, waarbij de markt werd gesteund door de
onzekerheden in Japan en de uitspraak van Kohler van de
Duitse Bundesbank dat de inflatie in 1990 niet verder hoeft
op te lopen.

Nieuwe staatslening een succes
Het nieuwe systeem van staatslening is een succes
geworden, zo mag worden geconcludeerd. Een fors bedrag werd uit de markt genomen: uit’de eerste inschrijving
en de daaropvolgende afgifte via het loket werd in totaliteit
/ 6,5 miljard opgehaald. Ook kon de gemiddelde uitgiftekoers dank zij de loket-afgifte worden verlaagd, daar de
marktsituatie een hogere koersstelling mogelijk maakte. Dit
gevoegd bij de lagere vergoeding die de Agent van het
Ministerie betaalt, heeft een forse besparing voor het Ministerie van Financien opgeleverd.

Internationale beurzen_____________
Tokio scherp lager
In de afgelopen weken was van een overwegend vriendelijke ondertoon op de meeste aandelenbeurzen sprake.
De grote uitzondering was Tokio waar de koersgemiddelden op sommige dagen met vele procenten tegelijk tuimelden. Inmiddels is het gemiddelde koersniveau op de Japanse aandelenbeurs met ruim 20% gedaald: de Nikkei-index stond rond de jaarwisseling nog op ca 39.000 maar
heeft nu het niveau van 30.000 reeds in neerwaartse
richting doorbroken. Een gemiddelde koers/winstverhouding van 50 houdt buitenlandse koopjesjagers vooralsnog
uit de markt. Hoe ingrijpend het sentiment is gedraaid moge
blijken uit de vergelijking van de huidige situatie met die
van 21/2 jaar geleden. Tijdens de krach van 1987 werd de
gigantische aandelenplaatsing van Nippon Telephone &
Telegraph (NTT), de onderneming met de grootste beurskapitalisatie ter wereld, gewoon doorgezet en succesvol
afgerond. Nu hebben de Japanse effectenhuizen besloten

een halt toe te roepen aan de inmiddels vertrouwde stroom
van emissies van obligaties met aandelen-warrants. Vorig
jaar werd alleen al op de Euromarkt voor circa $ 70 miljard
aan dergelijke leningen uitgegeven. De markt is echter
verzadigd. Kort voor het besluit om nieuwe emissies op te
schorten was reeds duidelijk dat de condities flink gunstiger
zouden moeten worden gesteld: de rente zou ongeveer
verdrievoudigd moeten worden tot 4,5%. Voor Japanse
converteerbare obligaties, die tot voor kort een rente in de
orde van 2,3% droegen, zou de rente omhoog moeten naar
5% of meer, terwijl de conversiepremie omlaag zou moeten
van 5% naar 2,5%.
Overigens is de koers van aandelen NTT gedaald van
Yen 1,197 mln. bij de eerste tranche in 1986 tot nu Yen
1.06 mln., waarbij het fonds relatief sterk heeft geleden
onder de recente algemene koersdaling. Ten gevolge
van de zwakke beursontwikkeling in Tokio vertegenwoordigtdeze markt niet langerde grootste beurskapitalisatie
ter wereld. Tokyo is net gezakt onder de $ 2300 miljard
aan beurskapitalisatie die voor de VS kan worden berekend.
De koersen op de Amerikaanse beurs stegen aanvankelijk in rustig tempo, maar later moest het koersniveau
terug onder invloed van het zwakke Tokio. Technologiefondsen waren hier en daar in herstel. Ook voor de oliefondsen en toeleverende sectoren is de belangstelling dit
jaar gestegen. De koers van Boeing trok verder aan, mede
op berichten dat de onderneming de financiering van het
nieuwe 767 X-programma geheel zelf ter hand zal nemen.
Eerder was overwogen om Japanse partners bij het project
te betrekken. Moody’s bracht in een speciaal rapport naar
voren dat de kredietwaardigheid van de luchtvaartondernemingen de komende jaren zal teruglopen. Enerzijds zal
de schuldpositie stijgen onder invloed van de hoge investeringen uit hoofde van de vervanging van een groot deel
van de vloot. Anderzijds zullen de marges onder druk staan
als gevolg van een stijging van de kosten van onderhoud,
brandstof, salarissen en veiligheidsvoorzieningen.
De Duitse beurs houdt zich goed en toonde na de
verkiezingsoverwinning van de CDU in Oost-Duitsland
zelfs een enthousiast beeld. De DAX-index beweegt zich
rond het recordniveau. De emissie van 8%-obligaties tegen
107 ten laste van Deutsche Bank, gekoppeld aan warrants
die recht geven op aandelen Daimler Benz, werd enthousiast ontvangen. De aandelen Daimler Benz die eventueel
benodigd zijn bij uitoefening van de warrants zullen worden
geleverd door uitoefening van een optie die Deutsche Bank
op zijn beurt heeft op aandelen Daimler Benz. Het eigen
aandelenbelang zal dus niet behoeven te worden aangesproken. Aandelen Deutsche Bank zelf zijn sedert november jl. met circa 25% gestegen, iets minder dan het beursgemiddelde. Ondernemingen als Volkswagen (plus ruim
40%) en Siemens (plus 55%) hebben het beter gedaan.
Volkswagen zelf kondigde een emissie aan van 3 miljoen
aandelen tegen een koers van DM 440. Het afgelopen jaar

Beursindices
1990

Koers

laagste

per

Koers
per

koers
VS (Dow Jones)

1990

hoogste

koers

9/3

23/3

2810

2543

2683

2704

Engeland(FMOO)
2464
Duitsland (Dax)
1939
Nederland(CBS-koersindex)
206
38.713
Tokio (Nikkei)

2216
1774
184

2234
1859
193

2284
1932
196

29.843
1546

33.993
1579

30.372
1567

Australia (All Ord)

ESB 28-3-1990

1714

heeft het buitenland op grate schaal Duitse effecten gekocht, namelijk voor een totaalbedrag van DM 42 miljard.
DM 23,3 miljard hiervan had betrekking op de aankoop van
Duitse aandelen, een bedrag dat nog nimmer werd geregistreerd.

De Amsterdamse beurs_____________
Fraai koersherstel
Het koersniveau op de Amsterdamse aandelenmarkt
vertoonde in de eerste weken van maart een fraai herstel.
Het onverwacht grote verlies van de PvdA bij de gemeenteraadsverkiezingen lijkt niet veel invloed te hebben gehad
op de koersvorming. Met name de lagere rente vormde een
stimulans voor de aandelenmarkt. In het bijzonder de cyclische aandelen wisten flink terrein terug te winnen. Voor
veel fondsen lag de stijging ten opzichte van het gedaalde
februari-niveau in de orde van 10%. De beurs werd met
veel bedrijfsberichten geconfronteerd die in het algemeen
goed werden ontvangen.
Opmerkelijk was de aankondiging van AMRO en ABN
dat de mogelijkheden van een fusie worden onderzocht.
De fusie zou plaatsvinden op basis van gelijkwaardigheid,
zodat de omwisselingsverhouding zou neerkomen op 2
aandelen ABN voor 1 aandeel AMRO. Nadere gegevens
ontbreken vooralsnog.
DSM wist de winst vorig jaar te verdubbelen tot / 1,38
miljard. Incidentele factoren speelden overigens een belangrijke rol: aan de verkoop van Limburgse Vinyl Maatschappij en aandelen DAF werd per saldo / 345 mln.
verdiend. Tegenover een dieptepunt van / 101 op 26
februari wist de DSM-koers zich krachtig te herstellen tot
circa / 120. Ook chemiecollega AKZO deed het goed.
Tegenover een dieptepunt van /112,80 op 26 februari kon
de koers zich herstellen tot boven / 130.
In de groep cyclische aandelen zette Hoogovens de
opmars voort die eind februari was ingezet op / 60,70. De
publikatie van de winstcijfers gaf geen nieuwe opwaartse
stimulans. De winststijging over 1989 bedroeg 47,1%,
waardoor een niveau van / 406 mln. werd bereikt. Hierbij
komt nog / 301 mln. winst op verkoop van deelnemingen,
waardoor detotale winst uitkomt op/751 mln. Het dividend
wordt verhoogd van / 4 tot / 5,75. Voor 1990 wordt
overigens een lagere winst voorzien.
Cyclisch is ook de bouwsector. Hier is HBG ontevreden
over de gang van zaken bij de Nederlandse dochters op
het gebied van de staal- en wegenbouw. De bedrijven in
Groot-Brittannie gaven echter ruimschoots compensatie.
Uiteindelijk steeg de netto winst in 1989 met 11 % tot / 60,5
mln. Per aandeel bedraagt de winst / 20,88. De omzet
steeg overigens aanmerkelijk sneller en wel met een kwart
tot / 3,8 miljard. Voor het lopende jaar wordt geen winststijging verwacht. De koers die eerder in maart nog onder
/ 170 lag, herstelde zich voorafgaande aan de publikatie
van de cijfers tot rond / 200.
De koers van Daf herstelde zich even tot / 36, bijna 20%
boven het dieptepunt van februari. De winst over 1989 is
met / 171,7 mln. circa / 2 mln. hoger uitgekomen dan de
eerdere indicatie van januari jl. Voor het lopende halfjaar
wordt overigens een lagere winst voorzien.
Wolters Kluwer kon melding maken van een 25% hogere
winst van / 140 mln. Voor het lopende jaar wordt een
verdere winststijging voorzien. In enkele weken steeg de
koers van Wolters Kluwer met bijna 10% tot / 49.
Ook de ondernemingen die geen berichten publiceerden, konden zich in een goede belangstelling verheugen,
waardoor de koersen aantrokken. Voor de financiele waarden, Unilever en vooral KoninklijkeOliebleef dekoerswinst
overigens beperkt.

311

Rotterdamse fondsen
Rotterdamse havenfondsen in belangstelling
In de afgelopen maanden hebben een aantal ‘Rotterdamse’ fondsen zich relatief krachtig ontwikkeld. In dit
verband denken wij vooral aan Nedlloyd, Pakhoed en Van
Ommeren Ceteco. Niet alleen bleef de koersval voorafgaande aan eind februari beperkt, maar ook in het betere
beursklimaat in de eerste weken van maart deden deze
fondsen het behoorlijk. Pakhoed en Nedlloyd konden zelfs
een nieuw hoogtepunt aller tijden registreren.
Geheel verwonderiijk is deze koersbeweging niet. De
ontwikkelingen ten aanzien van Europa 1992 en de Duitse
eenwording geven een impuls aan de handelsstromen en
dat is goed voor de transport-, op- en overslagbedrijven. Voor
deze sectoren wordt dan ook een hoger dan gemiddelde
groei verwacht. Traditioneel is het Duitse achterland van
groot belang voor de Rotterdamse ondernemingen uit deze
sector, en nu de Duitse economic aan de vooravond van een
groei-impuls staat is dit een sterk uitgangspunt. Aantasting
van de relatieve positie van Rotterdam lijkt geen wezenlijk
extra gevaar te vormen. De positieve uitkomst van de strijd
die de Rotterdamse ECT met Antwerpen heeft gestreden om
het 25-jarige overslagcontract met Sea Land lijkt ditte onderschrijven. Daarnaast is het opvallend dat veel ondernemingen uit het Verre Oosten grote belangstelling tonen voor het
opzetten van distributiecentra rond Rotterdam.
Van belang voor de Rotterdamse positie is ook de omstandigheid dat de gemeente in financieel opzicht orde op
zaken heeft gesteld. Jarenlang had de gemeente Rotterdam te kampen met financiele tekorten. In de tweede helft
van de jaren tachtig werd er relatief weinig door het Gemeentelijk Havenbedrijf gemvesteerd. Inmiddels is hierin
verandering gekomen. Dezer dagen ging de gemeenteraad akkoord met investeringsplannen tot een bedrag van
/190 mln. Het grootste project hieruit vormt de lening van
/ 92 mln. aan ECT, dat twee terminals gaat bouwen op de
Maasvlakte. Daarnaast wordt / 82 mln. gemvesteerd in de
bouw van een nieuw distributiecentrum in het Botlekgebied. De Rotterdamse haven bruist dus en dat geldt ook
voor de ondernemingen die hier actief zijn en die ook voor
beleggers interessant zijn.

Nedlloyd veel meer dan alleen zeevaart
Veruit het grootste van de drie genoemde fondsen is
Nedlloyd, dat sterk internationaal gespreid is en zijn omzet
vooral behaalt in de sector transport. De nieuw geformuleerde kernactiviteitenstrategie omvat een wereldwijd netwerk op het gebied van containerlogistiek, een hierop
aansluitend Europees netwerk op het gebied van wegtransport, distributie en opslag en gespecialiseerd vervoer
op Europese schaal.
Het zal duidelijk zijn dat Nedlloyd goed moet kunnen
profiteren van de te verwachten economische expansie in
Europa. Met de overname van de Duitse vervoerder Union
Transport (omzet /1,3 mrd.) is Nedlloyd een grote marktpartij geworden. In de concurrentieslag zal goede totale
dienstverlening van producent tot eindverbruiker een belangrijk instrument betekenen. De komende vijf jaar is / 2
tot / 3 miljard uitgetrokken voor investeringen in de kernactiviteiten. Naast 5 containerschepen gaat het om investeringen in telematica en in automatiserings- en informatiesystemen.
Op termijn zullen deze investeringen (die voorlopig nog
drukken op de resultaten) hun vruchten gaan afwerpen. In
de overgangsfase zullen de resultaten uit de niet-kernactiviteiten, zoals de deelnemingen in Smit Internationale en
ECT en de sector Energie, bijdragen aan een stijging van
de winst per aandeel. De balansverhoudingen bij Nedlloyd
zijn overigens nog relatief wankel.

312

Chemie steeds belangrijker voor Pakhoed
De tankopslag is traditioneel belangrijk bij Pakhoed, dat
de grootste onafhankelijke ondernerning op dit gebied is
ter wereld. In het verleden betrof het vooral de opslag van
ruwe olie en olieprodukten. Aanvankelijk waren de grote
oliemaatschappijen de belangrijkste gebruikers. Later
kwam het accent te liggen bij de oliehandel en nu zijn in
toenemende mate de olie-exporterende landen de belangrijkste klanten. Al met al is de olieopslag een instabiele
activiteit gebleken, al was er soms sprake van hoge winsten. De schommelingen worden in de hand gewerkt door
de overwegend vaste kosten. Schommelingen in volume
en prijsniveau werken daardoor krachtig door in het eindresultaat. In 1980 bedroeg het bedrijfsresultaat uit de olieopslag meer dan / 110 mln., in 1988 nog maar / 20 mln.
Pakhoed heeft zich echter met succes geworpen op de
dienstverlening aan de chemische industrie: opslag, transport en distributie. In 1988 genereerde de chemie al 79%
van het bedrijfsresultaat van de opslagactiviteiten, tegenover 25% in 1979. In dezelfde periode nam het aandeel
van het bedrijfsresultaat uit de activiteiten transport en
distributie toe van 7% tot 49%. Dit is vooral te danken aan
de activiteiten ten behoeve van de chemische industrie.
Ook het logistieke aspect en de milieuzorg zijn van belang
in de service aan de chemiesector. Verdere groei behoeft
niet alleen autonoom plaats te vinden. Voor overnemingen
is een flinke financiele ruimte beschikbaar. Dit draagt bij tot
de positieve beleggingsmerites van het Pakhoed-aandeel.
Winstdaling VOC ten dele incidenteel
Bij VOC spelen de handelsactiviteiten met 64% van de
omzet een belangrijke rol. Daarnaast is de onderneming
actief in transport (26%) en tankopslag (10%). De activiteiten zijn gespreid over een relatief groot aantal deel-activiteiten en werkmaatschappijen: 160 vestigingen in 45 landen. 36% van de omzet wordt behaald in Nederland, 16%
in de rest van Europa en 33% in Zuid- en Midden-Amerika.
Het resultaat werd vorig jaar gedrukt door een aantal
incidentele factoren, zoals problemen bij de vleesverwerkende bedrijven in Australia die inmiddels afgestoten zijn,
en moeilijkheden op het gebied van de commissiehandel
aan China tijdens en na de turbulente periode aldaar.
Verder werd besloten tot de staking van de kostbare verbouw van een schip in de Verenigde Staten. Daarnaast is
de situatie in een voor VOC belangrijk land als Venezuela
verslechterd op het gebied van koopkracht, terwijl het
afschaffen van de preferentiele wisselkoersen met betrekking tot de import door de Venezolaanse regering een
incidenteel shock-effect teweegbracht. Het zware-ladingvervoer heeft het nog moeilijk. Een herstel van de resultaten tot het niveau van 1988 ligt in de verwachting.
In de tabel zijn enkele kerncijfers samengevat.

Kerncijfers Rotterdamse fondsen
Nedlloyd

Marktkapitalisatie
Gemiddelde beursomzet
Taxatie winst 1989
Idem 1990

Taxatie dividend 1989
Idem 1990

Koers
K/W-verhouding 1990
Rendement 1990

Hoogste koers 1 2 mnd.
Laagste koers 12 mnd.

Pakhoed

VOC

/ 1 ,6 mrd. / 91 5 mln. / 547 mln.
137.664
116.000
16.250
/13,/ 17,50
/2,60
/ 15,50
/4,/4,50
/ 98,00
6,3
4,6%
/ 103,00
/ 65,40

/20,/7,/8,/ 167,80
8,4
4,8%
/ 169,30
/ 124,00

/3,75
/1,95
/1,95
/ 40,10
10,7
4,9%
/51.10
/ 29,10