Ga direct naar de content

Financieel bericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 11 1989

nr. 10, mei 1989
FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS1737

Financieel bericht

Conjunctuur
DNB positief over Nederlandse economic
Met eind april verschenen Jaarverslag 1988 van de 175
jaar bestaande Nederlandsche Bank ademt deze keer een
milde toon, waar gewoonlijk sprake is van een bezorgde
opstelling. Gewezen wordt op de gunstige economische
groei van 2,5% (bruto binnenlands produkt) tegen 1,3% in
het voorgaande jaar. Wordt de aardgassector buiten beschouwing gelaten, dan resteert voor de marktsector zelfs
een groei van 4,5%. De groei was mede mogelijk dank zij
de forse toename van de arbeidsproduktiviteit (plus 3,5%).
Ook de opbouw van de groei geeft reden tot tevredenheid.
De volumegroei van de uitvoer met 7,5% droeg voor 1,5%
bij aan de groei van het bbp; de 7% groei van de investeringen droeg voor 0,6% bij aan het bbp, terwijl de bescheiden groei van de particuliere bestedingen goed was voor
een aandeel van 0,4% in de groei van het bbp.
De exportpositie van het bedrijfsleven verbeterde onder
meerten opzichte van Japan, de Scandinavische landen,
hetVerenigd Koninkrijken zelfs ten opzichte van Duitsland.
De verbetering vond enerzijds plaats dank zij de gematigde loonontwikkeling, anderzijds door de gestegen arbeidsproduktiviteit. De lichte daling van de waarde van de gulden droeg ook zijn steentje bij. Nadat in 1986 en 1987
marktaandeel was verspeeld wist het Nederlandse bedrijfsleven in 1988 weer een deel terug te winnen.
De investeringen stegen verder en over de afgelopen 6
jaar is nu sprake van een gemiddelde groei met 8%. Een
prestatie die nergens in de OESO wordt geevenaard, al
moet daaraan worden toegevoegd dat Nederland uit een
diep dal kwam. Het niveau van de investeringen in procenten van het bnp ligt met ruim 13 inmiddels op een niveau
dat binnen de OESO slechts in Japan wordt overtroffen.
Waren hetaanvankelijkvooral investeringen in outillage, in
toenemende mate wordt ook in bedrijfsgebouwen gemvesteerd, terwijl ook de investeringen in de dienstensector zijn
aangetrokken. Gezien de relatief hoge bezettingsgraad
van het bedrijfsleven zijn deze investeringen ook wel noodzakelijk om inf latoire spanningen te voorkomen. Daarnaast
zijn de investeringen vereist om de Internationale concurrentiepositie op peil te houden en de werkgelegenheid verder te laten groeien. Op zich ontwikkelt de werkgelegenheid zich in Nederland opmerkelijk gunstig: de groei met
1,7% (92.000 personen) is na Engeland de hoogste score
in de EG. Het relatief grote aanbod van arbeid remt de daling van de werkloosheid echter.
Staatsschuld moet terug
Naast de pluim die de marktsector krijgt wordt met tevredenheid melding gemaakt van de daling van het financieringstekort van 1,6 procentpunt, terwijl de collectieve uitgaven met ruim 2% terugliepen. Bedacht moet overigens worden dat deze daling voor een groot deel te danken is aan
de afschaffing van de WIR en de debudgettering van de
woningwetleningen. Omdat ook het nationaal inkomen flink
is gestegen liepen de collectieve uitgaven in procenten van

ESB 10-5-1989

het nationaal inkomen terug van 47,2% tot 44,6%. De gunstige economische ontwikkeling werkt uiteraard ook aan de
inkomstenkant bij de overheid door en daarom wordt in het
verslag van DNB aangedrongen op verdere reductie van
het tekort. Daarbij wijst DNB erop dat het voor realisatie
van de doelstelling van de inmiddels gevallen regering om
het begrotingstekort terug te dringen tot 5,25% in 1990,
noodzakelijk is dat nieuwe begrotingsoverschrijdingen
worden voorkomen of sterk worden verminderd. Tevens
onderschrijft DNB het rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte en pleit zij voor een meer trendmatige benadering van het begrotingsbeleid in plaats van de jaar-op-jaardoelstellingen voor het begrotingstekort, waarmee men het
risico loopt de economische cycli juist te versterken.
De Nederlandse Staatsschuld valt internationaal uit de
toon. De Staatsschuld bedroeg eind 1988 / 275 mrd. of wel
62% van het bnp. Vergeleken met de tien grootste gei’ndustrialiseerde landen hebben alleen Italie (96%) en Belgie (113%) een grotere Staatsschuld. Een hoge Staatsschuld brengt hoge financieringslasten met zich mee. De
maandelijkse financieringslast van / 3,5 miljard op dit moment, toegroeiend naar / 7 miljard in 1995, kan knelpunten opleveren en een bedreiging vormen voor de rente en
de wisselkoers. Stabilisatie van de Staatsschuld in procenten van het bnp is volgens DNB niet voldoende. Naarmate
de Internationale markten meer vervlecht rake,n is het van
groter belang om in de pas te lopen.
Afremming geldgroei
De toenemende internationale verwevenheid van de financiele markten heeft overigens ook tot gevolg dat de
centrale banken steeds moeilijker een autonoom monetair
beleid kunnen voeren. Zeker tegen de achtergrond van de
aanhoudend te hoge groei van de geldhoeveelheid baart
dit DNB zorgen. Eind 1987 leek de situatie met een groei
van de geldhoeveelheid net onder de 5% zodanig onder
controle dat de toen bestaande kredietrestrictie (de beperkte dijkbewaking) werd opgeheven. In 1988 groeide de geldhoeveelheid echter met maar liefst 14,4% en dat is gezien
de reele economische groei en de minimale inflatie veel te
hoog. In deze geldcreatie gaat een bron van inflatie schuil,
terwijl het ook een bedreiging vormt voor de waarde van
de Nederlandse gulden. Vandaar dat DNB een herinvoering van de kredietrestrictie overweegt, hoewel dit verstarrend werkt op de concurrentieverhoudingen tussen de banken en ook niet past in het internationale streven tot beperking van de regelgeving. Daarbij wordt gedacht aan het instellen van een verplichte renteloze kasreserve of een hiermee overeenkomende boete, aan te houden dan wel te voldoen door banken die de nbrmen voor kredietgroei overschrijden. In de tussentijd hanteert DNB uiteraard het rentewapen, hetgeen ertoe heeft bijgedragen dat de lange en
de korte rente zich in Nederland vrij dicht bij elkaar bevin-

Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.

465

den. Met de opgebouwde portefeuille staatsobligaties beschikt DNB over een mogelijkheid om door middel van aanen verkopen signalen aan de markt te geven ten aanzien
van een door DNB gewenste verandering van de lange rente.
Niet alleen in monetaire zin heeft de hoge economische
groei invloed gehad op de banken. Kijken we naar de bedrijfseconomische kant, dan constateert DNB dat de groei
van het eigen vermogen van de banken het afgelopen jaar
in belangrijke mate is achtergebleven bij de groei van de
kredietverlening. Weliswaar voldoet het Nederlandse
bankwezen aan de internationale richtlijnen die in 1992 van
kracht worden, maar de marge is minder ruim geworden.
Versterking van het eigen vermogen via emissies heeft het
afgelopen jaar nauwelijks plaatsgevonden. Dit is mede te
wijten aan de met de beurskrach sterk gedaalde koersen,
waarna voor de banksector het herstel beperkt is geweest.
Zo lagen eind 1988 de koersen van de grote banken nog
aanzienlijk beneden de intrinsieke waarde.
Internationale risico’s
Hoewel de economische groei wereldwijd meeviel zijn
er ook tegenvallende ontwikkelingen. In dit verband wordt
gewezen op het haperen van de reductie van het Amerikaanse handelsbalanstekort in de tweede helft van 1988,
onder invloed van de hoge binnenlandse (consumptieve)
bestedingen waardoor onvoldoende produktiecapaciteit
ten behoeve van de export beschikbaar is. Het Verenigd
Koninkrijk kampt met een scherp opgelopen tekort ten gevolge van de oververhitte economie. Het overschot van
Duitsland is daarentegen juist gestegen, terwijl de Japanse Industrie de verzwakking van de exportpositie ten gevolge van de gestegen yen alweer te boven is. In internationaal verband wordt ook gewezen op de Amerikaanse begrotingstekorten.BankpresidentDuisenberguitzijntwijfels
ten aanzien van de in het vooruitzicht gestelde reductie van
het begrotingstekort tot onder de $ 100 miljard in 1990.
Toch lijkt de situatie in de VS niet geheel uitzichtloos. De
economische groei in het eerste kwartaal met 5,5% was
boven verwachting, maar voor 2,5% is dit toe te schrijven
aan het herstel van de landbouw na de droogte van vorig
jaar. Hiervoor gecorrigeerd is de groei van de consumentenbestedingen fors teruggelopen, terwijl de export en de
bedrijfsinvesteringen juist een goede groei te zien geven.
De internationale signalen ten aanzien van de inf latie wijzen nog niet op een afvlakking. In Duitsland stegen de importprijzen in de maand maart zelfs met een heel procent
ten opzichte van de voorgaande maand, waardoor deze
7,2% hoger lagen dan een jaar eerder. Voedsel en energiedragers waren de grote boosdoeners. De vrees voor
een gei’mporteerde inflatie die de Bundesbank er al geruime tijd toe beweegt de rente en de waarde van de Duitse
mark hoog te houden zal voorlopig dus nog aanhouden.
De Duitse economie blijft overigens goed doorgroeien.
Weliswaar daalde de industriele produktie in maart ten opzichte van het zeer hoge niveau van februari, maar ten opzichte van een jaar eerder lag het niveau 4,7% hoger.

Valutakoersen
1989

Amerikaanse dollar
Engelse pond
Duitse mark (100)
Zwitserse frank (1 00)
Japanse yen (10.000)

466

1989

hoogste
koers

laagste
koers

2,14
3,71

112,93
133,32
165,01

1,99
3,58
112,77
126,15
158,80

Koers
per

Koers

24/4

8/5

2,09
3,58
112,86

2,14

128,17
159,49

per

3,58
112,73
126,15
158,93

Valuta’s en rente
Duitsland schaft bronbelasting af
Belangrijk nieuws voor de rentemarkten was het besluit
van de Duitse regering om de omstreden bronbelasting op
rente-inkomsten weer te schrappen. Deze belasting was
nog maar vier maanden geleden ingevoerd. De wijzigingen
in het kabinet waarbij minister Stoltenberg plaats moest
maken voor de CSU-leider Waigel, die bekend staat als
een fervent tegenstander van de bronbelasting, vormden
reeds een voorteken. Nu werd de knoop doorgehakt in de
hoop dat het wegvloeien van kapitaal uit Duitsland zal ophouden en dat een deel van de gelden weer zal terugvloeien. Direct na het bericht stegen de DM-obligaties met een
kwart punt.
In Frankrijk meldde minister van Financien Beregovoy
dat de Europese Commissie haar voorstel voor een bronbelasting zou gaan wijzigen in een belasting van minimaal
10% in plaats van een uniforme 15%. In Brussel zelf wilde
men niet meer kwijt dan dat de Commissie nog over haar
voorstel nadenkt. Overigens is het met de gewijzigde Duitse opstelling zeer de vraag of de Europese bronbelasting
er ooit zal komen.

Hernieuwde kracht voor de dollar
In de VS toonde de fange rente een licht dalende tendens.
De obligatiemarkt Het zich hierbij stimuleren door cijfers die
in de meeste gevallen wijzen op een afzwakkende groei. De
groei van het bnp over het eerste kwartaal was, ook na correctie voor het effect van de droogte vorig jaar, hoger dan velen hadden verwacht, maar positief was dat de groei van de
particuliere consumptie een duidelijke vertraging toonde.
Daarnaast betekende de bekendmaking van de inflatie in het
eerste kwartaal van 3,9% voor de markt een meevaller. Over
het laatste kwartaal van 1988 werd nog een inflatie van 5,3%
gerapporteerd. De ‘leading indicators’ lieten voor maart een
daling zien met 0,7%, de grootste daling sinds juli vorig jaar.
Ook de ontwikkeling van de werkloosheid, die onverwacht
fors steeg van 5,0% in maart tot 5,3% in april, bevestigde nog
eens de groeivertraging.
Opvallend was dat de dollar, die normaal gesproken bij
(het zicht op) een dalende rente in de VS aan kracht inboet,
zich nu van de tijdelijke zwakte na de Europese discontoverhogingen herstelde en aan kracht won. De stijging van
de Amerikaanse dollar vond plaats ondanks interventies
van de centrale banken. In het verleden hadden dergelijke
signalen nogal eens succes, maar nu lijken zij slechts de
kracht van de dollar te onderstrepen.
Op de internationale kapitaalmarkt viel de emissie van een
4,75% obligatielening ter grootte van maar liefst $ 1,5 mrd.
ten laste van Mitsubishi op. De uitgifte is niet alleen opmerkelijk vanwege de recordomvang, maar ook door de eraan
verbonden aandelen-warrants waarvan de uitoefenprijs na
drie jaar wordt bijgesteld aan de koersontwikkeling van de
aandelen. Valt deze tegen dan wordt de uitoefenprijs verlaagd; is deze gunstig dan wordt de uitoefenprijs verhoogd.
Staatslening onverwacht groot
De rente in Nederland kon niet profiteren van de licht dalende rente in de VS. Aanvankelijk was het het restrictieve
beleid van DNB dat dit verhinderde. Vervolgens kwamen
daar de perikelen tussen de regeringspartijen en uiteindelijkde val van de regering bij. De rendementen opde langstlopende staatsleningen liepen hierdoor op tot 7,2%.
De inschrijving op de derde 7%-staatslening 1989/1999
verliep heel anders dan de markt verwachtte. Kort voor de
sluiting van de inschrijving werd nog een kleine lening verwacht. De uiteindelijke toewijzing van / 3,85 mrd. verraste
de markt zeer, evenals de koers van 99% die duidelijk lager
was dan waar de meesten rekening mee hadden gehouden.

Beursindices
1989

VS (Dow Jones)
Engeland(FT-IOO)
Duitsland (Dax)

Nederland(CBS-koersindex)
Tokio (Nikkei)
Australie (All Ord)

1989

Koers

Koers

hoogste
koers

laagste
koers

per
21/4

per
5/5

2429
2133
1395

2145

2406

1783
1272
167
30.184
1413

2061
1376
189
33.030
1451

2382
2133
1380

191
33.955
1552

190
33955
1509

Internationale beurzen
Wall Street stijgt rustig door
De Amerikaanse aandelenmarkt heeft zich de laatste
weken rustig omhoog bewogen, daarbij gesteund door de
vriendelijke obligatiemarkt. Qndanks de cijfers die wijzen
op een ingezette groeivertraging blijven de winstcijfers van
het Amerikaanse bedrijfsleven zich in het algemeen nog
gunstig ontwikkelen. Zo steeg de winst per aandeel bij Pepsico van $ 0,42 in het eerste kwartaal van 1988 tot $ 0,62
in het juist afgesloten kwartaal. Chrysler wist de winst per
aandeel te verhogen van $ 0,83 tot $ 1,50, maar gezien het
uitblijven van een koersreactie had de markt een dergelijke sprang reeds verwacht. Ford liet zich eerder terughoudend uit over het lopende jaar en heeft reeds gewaarschuwd dat het gunstige winstniveau van 1988 mogelijk
niet zal worden gehaald. In het eerste kwartaal bleef de
Ford-winst vrijwel onveranderd op $ 1,64 mrd. Per aandeel
werd $ 3,44 verdiend, tegenover $ 3,31 vorig jaar. De inkoop van eigen aandelen komt de cijfers per aandeel uiteraard ten goede.
Uit de elektronicasector blijven relatief zwakke berichten
komen, nu weer van Prime en Control Data, terwijl Intel een
reorganisatie aankondigde. Cray moest een forse koersdaling incasseren nadat niet meer dan een break-even-resultaat kon worden gemeld. Compaq daarentegen meldde
een beter dan verwachte ontwikkeling, mede dank zij de
gunstige ontwikkeling in Europa. Toch moest de koers in
eerste instantie wat terug.
In Londen riepen de meevallende winstcijfers van ICI
(plus 23% in het eerste kwartaal) een positieve koersreactie op, waardoor niet alleen de aandelen ICI maar de totale beurs opleefde.
Zurich loopt achterstand in
De beurs van Zurich heeft de laatste tijd te kampen met
renteperikelen. De rentestijging in Zwitserland is opmerkelijk en houdt direct verband met het afgenomen vertrouwen
in de Zwitserse frank. Toch is de ontwikkeling niet meer zo
zwak als tot voor kort. Ten opzichte van een jaar geleden
ligt het gemiddelde koerspeil voor Zwitserse aandelen circa 14% hoger, flink minder dan het gemiddelde van 18%
dat voor de belangrijke Internationale beurzen geldt. De
laatste weken ligt de ‘performance’ van de Zwitserse aandelenmarkt weer rond tot lets boven het gemiddelde van
de Internationale beurzen.
De aandelenmarkt van Australie, die dit jaar eveneens
achterbleef bij de andere beurzen, heeft de laatste weken
een flink herstel te zien gegeven. Een ruime liquiditeit en
overnameperikelen spelen hierbij een belangrijke rol. De
overnamepogingen van het Engelse RHM, dat de macht
bij Goodman Fielder Wattle in handen tracht te krijgen,
heeft veel stof doen opwaaien. In mindere mate geldt dit
ook voor AMI waarop Consolidated Press een bod wil uitbrengen.

ESB 10-5-1989

In Japan leverde het aftreden van premier Takeshita
geen problemen voor de financiele markten op. Integendeel, de beurs continueerde de opwaartse trend. De eerste week van mei is in Japan een vakantieweek, maar desondanks bereikte de beurs nieuwe hoogtepunten. Het lanceren van indexfondsen vormde een additionele haussefactor. Dergelijke fondsen moeten immers onmiddellijk hun
middelen beleggen. De grate fondsen uit de staal- en
scheepsbouw stonden in het centrum van de belangstelling. Opvallend is wel de aanhoudende stijging van de kapitaalmarktrente in Japan van 5,15% tot 5,35%, waarmee
dit land zich onderscheidt van de meeste andere landen,
maar die op het verloop van de aandelenkoersen weinig
invloed heeft gehad.

Amsterdamse beurs
Grote veerkracht op Beursplein 5
Het was maandag 1 mei even schrikken. Onder invloed
van de Haagse perikelen duikelde de markt ruim 3,5% naar
beneden. Omdat de buitenlandse beurzen gesloten waren,
kon daar geen steun vandaan komen. Sterker nog, velen
vreesden dat op de daaropvolgende dag aanbod vanuit het
buitenland een extra druk op de koersen zou veroorzaken.
In plaats hiervan liet de dinsdag een herstel zien van circa
2%.
In een dergelijke markt kon de gepubliceerde verdubbeling van de winst van DSM in het eerste kwartaal alleen
maar goed doen. Het fonds sloot / 5,60 hoger op / 128,
om daarna verder te stijgen. Collega AKZO wist een 17%
hogere winst te melden, maar per saldo heeft de koers zich
niet aan de reeds maandenlange zijdelingse beweging
kunnen onttrekken.
De Philips-cijfers over het eerste kwartaal waren nog niet
in lijn met het grote optimisme dat eerder dit jaar door het
bestuur van Philips aan de dag was gelegd. Per aandeel
steeg de winst met een cent tot / 0,86. Het komende kwartaal moet er meer vooruitgang worden geboekt, hetgeen
gezien het zwakke resultaat van de vergelijkbare periode
van vorig jaar zeker mogelijk is. De koers van aandelen
Philips zakte wat terug.
Hoogovens legde bij de presentatie van het jaarverslag
een groot optimisme ten aanzien van het lopende jaar aan
de dag. Naast een goede vooruitgang in de operationele
sfeer zijn er belangrijke boekwinsten gerealiseerd. Niettegenstaande de scherpe koersstijging die het aandeel al
heeft doorgemaakt blijven de kopers de overhand hebben
en op dagen dat de beurs er goed bij ligt blijkt Hoogovens
dikwijls tot de grote winnaars te behoren.
Voor Unilever was de stemming even wat minder, toen
plotseling bekend werd gemaakt dat de overname van Faberge/Elisabeth Arden niet doorgaat, omdat de vraagprijs
werd verhoogd. Unilever wil nu via andere overnames expanderen in de sector persoonlijke verzorging. Dat de belangstelling voor het aandeel toch ruim is moge blijken uit
de koersstijging op 5 mei, waarbij niet alleen het dividend
geheel werd ingehaald, maar ook nog een winst van bijna
/ 2 werd geregistreerd.
In het algemeen lijken beleggers hun ongemteresseerde opstelling ten aanzien van de voedingsmiddelensector
lets te laten schieten. Niet zo verwonderlijk, daar verschillende fondsen uit deze sector een gunstige ontwikkeling
doormaken, terwijl de koersen relatief zijn achtergebleven.
Bij de bouwers wist de koers van HBG een nieuw hoogtepunt van ruim / 210 te bereiken. Daarnaast heeft HBG
bekendgemaakt inmiddels over een meerderheidsbelang
in Volker Stevin te beschikken, terwijl het een kort geding
won waarmee het stemrecht op de aandeelhoudersvergadering van Volker Stevin wordt zekergesteld. Collega NMB
467

Amstelland, dat na de fusie ook tot de grote bouwconcerns
behoort, vertoont eveneens een uitstekende koersontwikkeling die wordt geschraagd door de winststijging van / 8
mln. tot / 21,9 mln., uit een omzet van / 1,7 miljard (was
/ 0,7 miljard). Verder schootde koers van IHC Caland verder weg nadat melding was gemaakt van vrees voor een
overname. Ook Holec steeg naar nieuwe hoogtepunten,
waarna het bericht kwam over het uitstellen van de reeds
aangekondigde aandeelhoudersvergadering, uit vrees dat
onregelmatigheden hebben plaatsgevonden bij de deponering van aandelen.
Al met al vertoonde de beurs een opmerkelijke veerkracht, waarbij de reactie rond de val van het kabinet
slechts een gezonde reactie lijkt te zijn geweest.

Introductie DAF__________________
Hooggespannen verwachtingen
De introductie van DAF in de komende weken onderscheidt zich van andere introducties, niet alleen omdat het
gaat om een producent die anders dan zijn concurrenten
vrijwel uitsluitend bedrijfswagens vervaardigt, maar ook
door de gelijktijdige introductie op de beurzen van Amsterdam en Londen. Het gaat om een omvangrijke emissie
waarbij de circa 65% van de aandelen die herplaatst worden naar verwachting ruim / 800 mln. zullen opbrengen.
Op 2 mei is een voorlopige prospectus verschenen en is
een prijsindicatie afgegeven van / 42 tot / 47. Doel van de
introductie is het toegang verkrijgen tot de openbare kapitaalmarkt. Grootaandeelhouder Rover ziet de verkoop van
een deel van zijn belang als een logische stap in de vermindering van de betrokkenheid in de bedrijfswagens, terwijl voor DSM het belang in DAF niet tot de kernactiviteiten
gerekend mag worden. Te zamen met de familie Van Doorne zullen zij 60% van hun pakket afstoten.
DAF zal als een structuurvennootschap fungeren en
voorts, als bescherming tegen een mogelijke onvriendelijke overname, voor maximaal 50% van het uitstaande gewone aandelenkapitaal preferente aandelen kunnen uitgeven.
De geschiedenis van DAF gaat terug tot 1928, toen de
gebroeders Van Doorne een machinefabriek startten in
Eindhoven. Al spoedig werd begonnen met de produktie
van aanhangwagens, waarna in 1949 gestart werd met
vrachtwagens. In 1959 startle DAF met de produktie van
Kerncijfers DAF, 1986-1988 (xf 1 mln.)

1986
Netto omzet
Bedrijfsresultaat
Cash flow
Netto winst

1987

1988

2.337
91
119
34

3.776

106

5.201
193

187
63

299
147

Cijfers per aandeel in guldensw
1,98
26,41

2,22

5,17

34,18

41,07

Ratio’s in %
Rentabiliteit eigen vermogen 7,6
Eigen/totaal vermogen
25

7,8
32

13,7
34

Ramingen 1989-1990 in guldens

1989

1990

Winst per aandeel
Dividend

6,40

7,25
2,85

Netto winst
Dividend
Eigen vermogen

468

2,50

personenwagens, waarvan de Variomatic’ een nog steeds
uniek onderdeel vormde. Desondanks begon deze activiteit eind jaren zestig minder te renderen en besloot men terug te keren naar de kernactiviteiten.
De samenwerking met het Britse Leyland stamt al uit
1957. In dat jaar werd een licentieovereenkomst gesloten
voor de produktie van Leylandmodellen. De overeenkomst
werd echter enkele jaren later weer afgekocht. In 1986
werd een distributieovereenkomst gesloten die een jaar later uitmondde in een volledige fusie. Hiermee kreeg DAF
vaste voet in het VK, Europa’s grootste afzetmarkt. Daarnaast kan DAF met de produkten van Leyland in het lichte
en middelzware segment nu de volledige produkt-‘range’
aanbieden, waarmee het in een behoefte van dealers en
afnemers kan voorzien. Met de fusie is DAF opgeklommen
naar de vijfde plaats onder de Europese vrachtwagenproducenten. Van de omzet werd in 1988 45% in het VK gerealiseerd, 22% in de Benelux en 25% in de rest van Europa.

Kwaliteit en service
Het beleid van DAF is gericht op de levering van hoogwaardige technologie en service bij lage gebruikskosten
voor de eigenaar. Zo biedt de International Trucking Service de gebruiker 90% zekerheid dat bij pech de truck binnen zes uur weer rijklaar is. Met computerprogramma’s
wordt de client ondersteund bij zowel de beslissing rond de
aankoop en de opbouw van een truck als een zo efficient
mogelijkgebruikervan. Eenzuinig brandstofgebruik speelt
bij DAF een belangrijke rol. Aan produktontwikkeling besteedt DAF ongeveer 4% van de omzet. Dat DAF hierin
succesvol is bewijst de zware F95 die tot Truck van het
Jaar 1988 werd uitgeroepen.
Goede vooruitzichten
De vooruitzichten voor DAF zijn goed. Door de aanhoudende groei in Europa en de ontwikkelingen rond Europa
1992 biedt de markt voor bedrijfswagens goede perspectieven. Met de volledige produktielijn moet DAF daarbij in
staat worden geacht de lijn van de afgelopen jaren van een
groeiend marktaandeel te kunnen vasthouden. De fusie
met Leyland biedt synergievoordelen in de uitwisseling van
‘know how’ en de marketing van elkaars modellen. Door dit
laatste zal het marktaandeel van de inmiddels sterk verbeterde bestelwagens fors kunnen toenemen. Daarnaast kan
de in Engeland ruimschoots aanwezige produktiecapaciteit efficient worden benut. De produktie van de lichtere modellen kan men hierdoor overbrengen naar Leyland, waardoor men zich in Eindhoven meer op de zwaardere modellen en vooral op de F95 kan concentreren. Daarbij kunnen
dank zij de afgelopen jaren verrichte investeringen, die een
flexibel gebruik van het produktieapparaat mogelijk maken,
de marges aanzienlijk stijgen. Op deze wijze streeft het bestuur van DAF ernaar het bedrijfsresultaat, dat in 1988 nog
3,7% van de omzet bedroeg, te laten groeien tot 5 a 6%
van de omzet in de eerste helft van de jaren negentig. Voor
de ontwikkeling van de netto winst is daarbij van belang dat
DAF over enorme fiscaal compensabele verliezen beschikt.
Op 24 mei zal de definitieve introductieprijs worden bekendgemaakt, die zoals gemeld zal liggen tussen de / 42
en / 47. Dan ook zal de inschrijving van start gaan. Gaan
we af op de eerste koersen die in de grijze markt tot stand
kwamen, waar reeds een niveau van / 54 is bereikt, dan
mag gerekend worden op een overweldigende belangstelling. Een ding is zeker, wanneer op 5 juni de eerste beursnotering plaatsvindt zullen de beurzen van Amsterdam en
Londen een waardevolle beleggingskandidaat aan de
fondsenlijst hebben toegevoegd.