Begin dit jaar riepen ruim zeventig economen het kabinet op om een algemene CO2-heffing voor alle bedrijven in te voeren. Daarmee kan Nederland tegen de laagste maatschappelijke kosten de klimaatdoelen bereiken. Wij zijn verheugd dat het kabinet in maart een ‘verstandige’ CO2-heffing aankondigde.
In het kort
Dit opinieartikel is ook gepubliceerd door het NRC
In het kort
Hieronder vindt u de complete lijst met ondertekenaars van deze oproep in ESB en NRC
Economenvakblad ESB faciliteert het ondertekenen van deze bijdrage als onderdeel van haar streven om de discussie over klimaatmaatregelen op gang te houden. Zie ook onze themanummers van februari 2019, maart 2019 en oktober 2017
Volgens recent uitgelekte plannen wil het ministerie van Economische Zaken en Klimaat slechts een beperkte heffing invoeren. Niet alle CO2-uitstoot wordt belast, alleen de uitstoot die uitkomt boven een hoge vrijstelling. Als de uitstoot onder de vrijstelling blijft, hoeven bedrijven geen CO2-heffing te betalen. Het merendeel van de uitstoot zal daardoor niet belast worden. De heffing zou ook nog eens alleen gelden voor de grote industriële bedrijven. Het mkb, de elektriciteitssector en de landbouw worden daarmee uitgezonderd.
Er is maar één manier om de CO2-uitstoot tegen de laagste maatschappelijke kosten terug te dringen: zorg ervoor dat iedere ton CO2-uitstoot dezelfde prijs krijgt. De markt kan dan zijn werk doen. Een CO2-heffing over alle uitstoot beloont de meest innovatieve en creatieve ondernemers die het goedkoopst de uitstoot kunnen terugbrengen.
Doordat het kabinet hoge vrijstellingen geeft, krijgen de innovatiefste bedrijven die hun CO2-emissies het goedkoopst kunnen reduceren, en daarom onder hun vrijstellingen blijven, geen extra prikkel om hun uitstoot te verkleinen. Terwijl de bedrijven die het minst efficiënt hun uitstoot kunnen terugbrengen, juist te sterk worden geprikkeld. Zij betalen een heffing die mogelijk honderd euro per ton CO2 wordt. De afname van CO2-uitstoot in de Nederlandse economie wordt zo tegen onnodig hoge maatschappelijke kosten gerealiseerd.
Beter om belastingopbrengst terug te sluizen
Het kabinet wil met de vrijstellingen voorkomen dat bedrijven vertrekken en de CO2-uitstoot elders plaatsvindt (‘weglekeffecten’). Dit kan ook de werkgelegenheid schaden. Deze zorg is terecht. Maar de vrijstellingen kunnen alleen maatschappelijk doelmatig en doeltreffend zijn, als zij zodanig laag zijn dat de meeste bedrijven wél een prijs gaan betalen voor hun CO2-emissies. Door de hoge vrijstellingen betalen te veel bedrijven niets over hun uitstoot.
Om te voorkomen dat bedrijven vertrekken, is het beter om de opbrengst van de CO2-heffing naar de bedrijven terug te sluizen in de vorm van een belastingkorting. Dan betalen bedrijven wel altijd een prijs voor hun CO2-uitstoot, waardoor altijd een prikkel bestaat voor vermindering ervan. De belastingkorting kan hoger worden voor bedrijven die zich makkelijker naar het buitenland kunnen verplaatsen.
Dit is daarom geen pleidooi voor een ‘platte’ CO2-heffing die de belastingdruk op bedrijven verhoogt, waarbij vrijstellingen of belastingkortingen ontbreken. De bedoeling van de CO2-belasting is niet om bedrijven meer belasting te laten betalen. Gerichte compenserende maatregelen zijn nodig.
Om de CO2-uitstoot zo goedkoop mogelijk terug te dringen moet de CO2-heffing worden geheven in alle sectoren, niet alleen de industrie. Denk ook aan de landbouw die veel CO2uitstoot en veel relatief goedkope mogelijkheden heeft om deze terug te dringen. En waarom het mkb vrijstellen of de elektriciteitssector zo laag belasten voor CO2-uitstoot? Pas als alle sectoren dezelfde CO2-prijs betalen, wordt de uitstoot het meest teruggebracht in die sectoren die dat het goedkoopst kunnen, waardoor de maatschappelijke kosten van CO2-reductie uiteindelijk het laagste zijn.
Repareer ook scheve inkomenseffecten
Er is dus een economiebrede CO2-prijs nodig die wordt geheven over alle uitstoot, voor alle bedrijven en in alle sectoren, waardoor de markt zijn werk kan doen en gewenste innovaties en gedragsveranderingen tot stand komen. Bij een smalle CO2-heffing, voor alleen de industrie, alleen het grootbedrijf en alleen voor CO2-uitstoot boven een te hoge vrijstelling, blijven veel goederen en diensten te goedkoop en verschuift de CO2-uitstoot naar laag- of niet-belaste sectoren en bedrijven. De uitstoot van CO2 neemt dan veel minder af dan beoogd.
Een deel van de opbrengst van de CO2-heffing zou bovendien moeten worden gebruikt om te voorkomen dat de economische ongelijkheid toeneemt. Bedrijven kunnen een deel van de CO2-heffing afwentelen op afnemers en consumenten. Lage inkomensgroepen besteden een relatief groter deel van hun inkomen aan CO2-intensieve goederen, zoals gas en elektriciteit. Als de scheve inkomenseffecten niet worden gerepareerd, dan kan dat maatschappelijke onrust veroorzaken, zoals we hebben gezien met de gele hesjes in Frankrijk.
Het kabinet heeft een ‘verstandige’ CO2-heffing aangekondigd. Met meer dan veertig economen, herhalen we ons pleidooi voor een uniforme CO2-prijs: gelijk over alle sectoren, gelijk voor alle bedrijven, met een zorgvuldig vormgegeven terugsluis van de opbrengst om bedrijfsverplaatsingen en grotere ongelijkheid te voorkomen. Voer zo’n CO2-heffing zo snel mogelijk in, voorspelbaar en geleidelijk door de tijd oplopend, om aan de Parijse doelstellingen te kunnen voldoen. Dit verschaft helderheid aan bedrijfsleven en consumenten en verzacht de overgangseffecten. Dát is de verstandige CO2-heffing die het Nederlandse maatschappelijke belang het meest dient.
Auteurs
Categorieën