Ga direct naar de content

Hoe slechte biologie de economie om zeep hielp

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 4 2016
PLAAT iStock_16780666_MEDIUM-Idan Shechterklein.jpg
iStock.com/Idan Schechter

De CEO van Enron – nu in de gevangenis – paste de logica van ‘zelfzuchtige genen’ succesvol toe op zijn menselijk kapitaal, daarmee een self-fulfilling prophecy creërend. Jeffrey Skilling bootste de natuurlijke selectie na door zijn werknemers te rangschikken volgens een schaal van één tot vijf, met 1 als de besten en 5 als de slechtsten. Iedereen met rangorde 5 werd eruit gegooid, maar niet zonder eerst te zijn vernederd via een website waarop ook zijn of haar portret te zien was.

Hebzucht en angst

Skilling had een beperkte visie op de menselijke natuur, en ging ervan uit dat de menselijke soort geheel gedreven wordt door hebzucht en angst. Net als velen voor hem, was Skilling met heel zijn ziel en zaligheid gevallen voor de metafoor van het zelfzuchtige gen, want hij meende dat als onze genen zelfzuchtig waren, wij dat zelf ook wel moesten zijn.

Omdat evolutie voortschrijdt via eliminatie, is het inderdaad een meedogenloos proces. Maar daarom hoeven de producten ervan nog niet meedogenloos te zijn. Veel dieren overleven door sociaal te zijn en elkaar te steunen, wat impliceert dat zij het principe van het recht van de sterkste nooit naar de letter zouden kunnen volgen: de sterken hebben de zwakkeren nodig. Dit geldt evenzeer voor onze eigen soort, tenminste als we mensen de kans geven om hun coöperatieve kant te laten zien. Net als Skilling, negeren en onderdrukken te veel economen en politici deze kant. Ze modelleren de menselijke samenleving naar de constante strijd die, naar zij geloven, in de natuur plaatsvindt. Maar ook al is concurrentie een onderdeel van het plaatje, de mens kan niet leven bij concurrentie alleen.

Ik kijk naar deze kwestie als bioloog en primatoloog. Je kan vinden dat een bioloog zijn neus niet in openbare beleidsdebatten moet steken, maar aangezien de biologie daar al deel van uitmaakt, is het moeilijk om aan de zijlijn te blijven. Aanhangers van open concurrentie kunnen het niet laten om de evolutie erbij te halen. Evolutie drong zelfs door tot de beruchte ‘hebzucht-speech’ van Gordon Gekko in de film Wall Street: “Het punt is, dames en heren, dat ‘hebzucht’ – bij gebrek aan een betere term – goed is. Hebzucht is terecht. Hebzucht werkt. Hebzucht verheldert, doorbreekt en vormt de essentie van de evolutionaire geest.”

Reagan en Thatcher

Deze logica van ‘concurrentie is goed voor je’ is buitengewoon populair geworden sinds Reagan en Thatcher ons verzekerden dat de vrije markt al onze problemen zou oplossen. Maar na de economische meltdown is deze visie duidelijk niet meer zo in zwang. Wat de vrijemarktaanhangers ontging, is het intens sociale karakter van onze soort. Ze stellen elk individu graag voor als een eiland, maar puur individualisme is niet waarvoor we zijn ontworpen. Empathie en solidariteit zijn onderdeel van onze evolutie – niet slechts een recent onderdeel, maar eeuwenoude vermogens die we delen met andere zoogdieren.

Veel van de grote sociale verworvenheden – democratie, gelijke rechten, sociale zekerheid – zijn tot stand gekomen door wat ooit ‘medeleven’ werd genoemd. De Franse revolutionairen scandeerden fraternité!, en Theodore Roosevelt sprak vurig van medeleven als “de belangrijkste factor om tot een gezond politiek en sociaal leven te komen”.

De menselijke natuur kan duidelijk niet los worden gezien van de rest van de natuur, en hier komt dus de biologie in beeld. Als we kijken naar onze soort, zonder ons te laten verblinden door de technische vooruitgang van de laatste paar millennia, zien we een wezen van vlees en bloed met hersens die, hoewel ​​drie keer groter dan van een chimpansee, verder geen nieuwe onderdelen bevatten. Ons intellect mag dan superieur zijn, maar we hebben geen fundamentele wensen of behoeften die niet ook bij onze naaste verwanten zijn te vinden.

Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden

Zonder nu te beweren dat andere primaten morele wezens zijn, is het toch niet moeilijk om in hun gedragingen de pijlers van de moraal te zien. Deze pijlers zijn samen te vatten in onze gouden regel, die door alle culturen en religies van de wereld loopt:

“Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden”, en die zowel empathie (aandacht voor andermans gevoelens) als wederkerigheid (als anderen die zelfde regel volgen, word je goed behandeld) in zich verenigt.

Als bijvoorbeeld de ene chimpansee door een andere is aangevallen, zal een derde het slachtoffer voorzichtig gaan omarmen totdat hij of zij ophoudt te krijsen. Wederkerigheid is te zien wanneer chimpansees met name voedsel delen met degenen door wie ze onlangs zijn ‘gevlooid’ of gesteund in hun machtsstrijd. Er zijn ook aanwijzingen voor pro-sociale tendensen en een gevoel van rechtvaardigheid. Chimpansees doen uit zichzelf een deur open om een metgezel toegang te geven tot voedsel, en kapucijnapen zoeken beloningen voor anderen, ook als ze er zelf niet beter van worden. Het lijkt erop dat kapucijnapen zichzelf belonen wanneer ze anderen helpen, net zoals het mensen een goed gevoel geeft wanneer ze goed doen.

Uit andere studies blijkt dat primaten graag een taak uitvoeren in ruil voor schijfjes komkommer, totdat ze anderen beloond zien worden met druiven, die veel lekkerder smaken. Dan raken ze geërgerd, gooien hun miezerige komkommers op de grond en gaan in staking. De komkommer is onsmakelijk geworden, gewoon omdat ze een metgezel iets lekkerders zien krijgen. Vertonen deze primaten hier niet de eerste tekenen van een morele orde?

Dierenstudies naar empathie nemen toe, onder andere studies naar hoe knaagdieren beïnvloed worden door de pijn van andere knaagdieren. Laboratoriummuizen worden gevoeliger voor pijn als ze eenmaal een andere muis pijn hebben zien lijden. Pijn­besmetting vindt plaats tussen muizen uit hetzelfde hok, maar niet tussen muizen die elkaar niet kennen. Dit is een typerende ‘partijdigheid’ die ook geldt voor menselijke empathie: hoe meer we ons tot iemand verhouden en hoe meer we aan elkaar gelijk zijn, des te makkelijker wordt er empathie gewekt.

Natuurlijke selectie heeft zeer sociale en coöperatieve dieren voortgebracht, die op elkaar aangewezen zijn om te overleven. In zijn eentje kan een wolf een grote prooi niet overmeesteren, en van chimpansees in het woud is bekend dat ze langzamer aan doen als metgezellen hen niet kunnen bijhouden vanwege verwondingen of zieke nakomelingen. Dus waarom zouden we de aanname, dat de natuur moordzuchtig is, accepteren als er ruimschoots bewijs is voor het tegendeel?

De ultieme fout

We hebben de neiging om te denken de economische crisis veroorzaakt werd door het nemen van onverantwoorde risico’s, een gebrek aan regelgeving of de zeepbel van de huizenmarkt, maar het probleem zit dieper. De ultieme fout lag in de aantrekkingskracht van slechte biologie, die resulteerde in een grove simplificatie van de menselijke natuur. Verwarring over hoe natuurlijke selectie werkt en wat voor soort wezens dit heeft opgeleverd, leidde tot een miskenning van wat mensen bindt. Degenen die denken dat het leven alleen draait om competitie of concurrentie, en die geloven dat het wenselijk is voor de sterken om te overleven ten koste van de zwakkeren, omarmen gretig het darwinisme als een prachtige illustratie van hun ideologie. Ze schilderen de evolutie af – of in ieder geval hun nep-versie ervan – als iets welhaast hemels.

Economen moeten het werk van hun vaderfiguur, Adam Smith, die de maatschappij zag als een gigantische machine, maar eens herlezen. Het raderwerk ervan wordt gesmeerd door de deugd, terwijl de ondeugd het doet knarsen. De machine loopt gewoon niet soepel zonder een sterk gemeenschapsgevoel bij iedere burger. Smith zag eerlijkheid, moraliteit, empathie en rechtvaardigheid als de essentiële metgezellen van de onzichtbare hand van de markt.

Waarom zou je, in plaats van te trappen in foutieve ideeën over de natuur, geen aandacht besteden aan wat we feitelijk weten over de menselijke natuur en het gedrag van onze naaste verwanten? De boodschap van de biologie is dat we kuddedieren zijn: intens sociaal, geïnteresseerd in rechtvaardigheid, en coöperatief genoeg om de hele wereld te hebben overgenomen. Onze grote kracht is juist ons vermogen om competitie te overstijgen. Waarom maken we de samenleving niet zo dat deze kracht op elk niveau tot uitdrukking komt?

En voor degenen die zich nog steeds tot de biologie wenden voor een antwoord, is er de fundamentele maar zelden gestelde vraag waarom de natuurlijke selectie onze hersenen zo heeft ontworpen dat we met onze medemensen op dezelfde golflengte zitten en we angst voelen als de ander die ook voelt, en blij zijn als de ander dat ook is. Als uitbuiting van anderen het enige was dat telde, dan zou de evolutie nooit empathie tot een kernactiviteit hebben gemaakt. Maar dat is wel gebeurd, en de politieke en economische elites moesten daar nu maar liever snel van doordrongen raken.

Een uitgebreide Engelse versie van deze column is te vinden in RSA journal (De Waal, 2009).

Auteur

Categorieën