Ga direct naar de content

Openbaar vervoer zonder openbare aanbesteding of staatssteun

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 10 2009

beleid

Openbaar vervoer zonder openbare
aanbesteding of staatssteun
Concessies voor openbaar vervoer kunnen zonder
openbare aanbestedingsprocedure direct worden verleend
aan openbaar­­
vervoersbedrijven, zonder dat er sprake
is van onge­ or­oofde staatssteun. Voorwaarde is dat de
o l
c
­ ompensatie voor de uit­ oering van het openbaar vervoer
v
is gebaseerd op de kosten die een gemiddelde, goed
beheerde onderneming, zou maken.

V

oor subsidies aan openbaar vervoer gelden
voorwaarden die door het Europese Hof
van Justitie zijn bepaald in de Altmark
zaak (Van Buiren en Gerritsen, 2007).
Wanneer voor een concessie geen openbare aanbestedingsprocedure wordt gevolgd, moet volgens de
vierde Altmark-voorwaarde de compensatie worden
gebaseerd op de kosten van een gemiddelde, goed
beheerde onderneming (GGBO); een hypothetische
situatie dus, die met een benchmarkanalyse van
beschikbare gegevens benaderd moet worden. Een
gangbare benchmarktechniek is corrected ordinary
least squares (COLS). Hierbij wordt eerst een model
geschat voor de totale exploitatiekosten per plaatskilometer, een kilometer vervoer van een plaats.
Aangezien verschillende vervoersmodaliteiten verschillende kostenniveaus kennen, worden de aandelen plaatskilometers van bus, tram en metro als
verklarende variabelen opgenomen in de regressie.
De gebruikte data van West-Europese steden komen
uit 2001 en zijn afkomstig van de UITP-dataset
Mobility in cities. Niet-beïnvloedbare, externe factoren waarvoor in deze analyse verder wordt gecorrigeerd, zijn het loonkostenniveau, de brandstofprijzen
en het algemene prijspeil. Schaalvoordelen waren
niet aantoonbaar aanwezig.
Na schatting worden de ratio’s tussen de geschatte
en de gerealiseerde exploitatiekosten per plaatskilomer bepaald en verschoven naar een bepaald
ijk­ iveau. Dit ijkniveau is bij benchmarkonderzoek
n
veelal het niveau van de meest efficiënte onderneTabel 1

Koert van Buiren en
Matthijs Gerritsen
Senior onderzoeker bij SEO
Economisch Onderzoek en
partner bij GBL Consulting

428

ESB

Kosten per plaatskilometer van de GGBO,
in eurocenten van 2001.

Nederland
Verenigd Koninkrijk
Duitsland
België
Frankrijk
Spanje
West-Europa

94(4564) 10 juli 2009

Bus
3,25
3,37
3,37
3,18
3,28
2,49
3,10

Tram­
7,89
8,21
8,18
7,72
7,98
6,06
7,33

Metro
1,91
1,99
1,98
1,86
1,93
1,47
1,77

ming of een range van meest efficiënte ondernemingen, echter in dit onderzoek het niveau van de
GGBO. Het begrip GGBO kent in de wet- en regelgeving geen nadere definiëring. De werkdefinitie die
hier wordt toegepast voor de GGBO is de gemiddelde
onderneming in de benchmarkgroep, exclusief de
ondernemingen die op basis van kosten per plaatskilometer als uitbijter aan de onderkant, met lage efficiëntie en hoge kosten per plaatskilometer, worden
aangemerkt. Dit resulteert in de efficiëntieparameter
voor een individuele onderneming ten opzichte van
de GGBO:

is de gerealiseerde en
de geschatte waarde
van de benchmarkvariabele: de totale kosten van
onderneming i.

Resultaten
In de tabel zijn de kosten van de GGBO gegeven
zoals die uit de analyse volgen. De verschillen tussen
landen worden veroorzaakt door de betreffende
niet-beïnvloedbare externe factoren, zoals loon­
kosten, brandstofprijzen en het algemene prijspeil.
De efficiëntieniveaus zijn dus gelijk. Aan de hand
van de waardes in de tabel kan worden bepaald wat
de (maximale) exploitatiebijdrage mag zijn, zonder
dat deze als ongeoorloofde staatssteun wordt aangemerkt: de exploitatiebijdrage mag de marktopbrengsten van het vervoersbedrijf aanvullen tot maximaal
de kosten per plaatskilometer van de GGBO,
i
­nclusief een nader te bepalen redelijk rendement.

Conclusies
Wanneer een openbaarvervoerconcessie met subsidies niet openbaar wordt aanbesteed, impliceert dit
niet direct ongeoorloofde staatssteun. De Europese
regels voor staatssteun aan openbaar vervoer bieden
ruimte voor andere, directe gunningswijzen. Wel
moet de compensatie voor de uitvoering ervan gebaseerd zijn op de kosten die een gemiddelde, goed
beheerde onderneming zou maken. Op basis van
gangbare kwantitatieve benchmarktechnieken is een
schatting van die kosten te maken. Daarmee wordt
voldaan aan de Altmark-voorwaarden en ongeoorloofde staatssteun voorkomen.
Literatuur
Buiren, K. van en M. Gerritsen (2007) Over compensaties van
diensten van algemeen economisch belang. ESB, 92(4518),
570–571.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteurs