Ga direct naar de content

Halveer de vervuiling!

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 25 1997

Halveer de vervuiling!
Aute ur(s ):
Pen, J. (auteur)
Idealist te Haren.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4112, pagina 507, 25 juni 1997 (datum)
Rubrie k :
Column
Tre fw oord(e n):
milieu

Onlangs sprak ik een plattelandsbewoonster uit Drenthe. Zij had gehoord dat de Nederlandse productie binnen vijfentwintig jaar zou
zijn verdubbeld, dus maakte ze zich zorgen over het milieu. Wat vond ik ervan? Nu, die verdubbeling leek me geen verrassing – het is
gewoon de trend van de laatste halve eeuw. Drie procent per jaar, daar hoort een toenemende vervuiling bij. Niet op alle terreinen
natuurlijk, maar de snelst groeiende sectoren zijn vaak de smerigste: mobiliteit, recreatie. Je kunt al voor honderd gulden naar
Londen vliegen, mede dankzij de belastingbetaler die de aanleg van de startbanen financiert.
Om drie procent productiegroei tot echte economische groei te maken, is een groei van de milieuproductiviteit (de verhouding tussen het
bnp en de opgeofferde milieuwaarden) nodig van tenminste drie procent en daar lijkt het niet op. We komen gemiddeld met moeite boven
de nul uit; Opschoor noemt een cijfer van twee procent 1. Dat vond mijn gesprekspartner slecht nieuws. Ze had nu juist zo graag een
schonere wereld gewild. Haar liefste wens was de vervuiling in vijfentwintig jaar te halveren en toch de productie te verdubbelen. Dat
kon ik goed meevoelen. Helaas vertelde de computer ons dat voor deze ‘factor vier’ een groeipercentage van de milieuproductiviteit
nodig is van 5,8% en dan natuurlijk met ingang van morgen.
Dit is een mooi ideaal maar tegelijk een volstrekte illusie. Zelfs bij de arbeidsproductiviteit, die krachtig gestimuleerd wordt door de
marktkrachten, lukt dat niet. Die is de laatste vijftig jaar hooguit gestegen met twee procent per jaar. De geldlonen stijgen sneller dan de
productiviteit en de fiscus maakt arbeid steeds duurder. Ondernemers worden dus geprikkeld om arbeid te vervangen door kapitaal en
door energie uit fossiele brandstoffen. Bij het milieu is zo’n druk vanuit de markt niet aanwezig. Vervuilen is gratis of wordt zelfs
gesubsidieerd. Er zijn natuurlijk wel succesverhalen van fantastische verbetering in de milieuproductiviteit. Het boek ‘Faktor vier’ noemt
een aantal mooie voorbeelden 2. Maar bij deze boegbeelden gaat het om ‘micro’-werk: het zijn net zandkorrels die vooral geschikt zijn om
in iemands ogen te gooien. Bij de huidige prijsverhoudingen is een spectaculaire stijging van de milieu-productiviteit op macro-niveau
dan ook niet te realiseren.
We kregen een idee. Dit sombere perspectief zouden we onder de aandacht brengen van Willem Hafkamp, die een nota aan het schrijven
was over Milieu en Economie 3. Hij zou dan het conflict tussen ongeremde groei en het milieu helder kunnen beschrijven. Hij zou die
doelstelling, halveer de vervuiling, als ideaal voorop moeten stellen om dan te laten zien dat er zonder zeer vergaande ingrepen, speciaal
in de prijzen, niets van terecht zou komen. Alles moest uit de kast worden gehaald om Nederland te redden en de vervuiling te remmen.
Zo zouden Wijers, van wie bekend is dat hij niks wil remmen, en Vermeend, van wie bekend is dat hij belastingen wil verlagen maar
volstrekt niet wil verhogen, het afleggen tegen de minister van milieu. Zij zou als enige pal staan voor het Nederlandse milieu.
Nu, deze toeleg is volledig mislukt. De Nota is er maar het is een zoetsappig document geworden dat de lezer wijs maakt dat er nauwelijks
een conflict bestaat. Dit conflict is helder beschreven in de Milieuverkenning van het RIVM te Bilthoven, die minder dan een week na de
ministeriële nota is verschenen. Dit onderzoeksinstituut, dat nota bene resorteert onder het ministerie van VROM, beschrijft de
vervuiling, de toeneming van het energieverbruik, de vergiftiging van het oppervlaktewater met fosfaat en stikstof, het sterk groeiende
transport en de explosie van het vliegverkeer, op angstaanjagende wijze. De communicatie tussen Bilthoven en Den Haag lijkt gebrekkig
te verlopen. In de ministeriele nota wordt productiegroei stelselmatig economische groei genoemd, ook al is van duurzaamheid geen
sprake. Ecoheffingen worden niet aangekondigd maar afgehouden. Dat prijzen de waarheid moeten spreken wordt gezegd maar heeft
geen enkele beleidsconsequenties.
We lezen wel iets over boegbeelden, dat zijn voorbeeldige bedrijven, maar ik zou liever een politiek boegbeeld voor me zien. Ik denk dat
er een partij moet komen die de milieudruk wil halveren door selectieve krimp. Een partij van idealisten, die weten dat ze het niet halen
maar die zich liever geen zand in de ogen laten strooien. Op te richten door de voormalige minister van VROM, postadres Zeijen
(Drenthe), die na bijna vier jaar in Den Haag begrepen heeft dat het zo niet langer gaat

1 H. Opschoor, Bestond de milieu-Kuznetscurve? ESB, 11 juni 1997, blz. 474.
2 E.U. von Weizsäcker, A.B. Lovins en L.H. Lovins, Faktor vier, doppelter Wohlstand – halbierter Naturverbrauch, München, Droemer
Knaur, 1995.

3 Nota milieu en economie, op weg naar een duurzame economie , Den Haag, 1997.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteurs