Een run op de bank?
Aute ur(s ):
Knot, K.H.W. (auteur)
Luyér, T. (auteur)
Afdeling Monetair en Economisch Beleid, De Nederlandsche Bank
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4135, pagina 41, 16 januari 1998 (datum)
Rubrie k :
Uit de vakliteratuur
Tre fw oord(e n):
uit, de, vakliteratuur, monetaire, economie, financiële, markten
In de jaren tachtig en negentig hebben zich verscheidene crises in het bankwezen voorgedaan, zowel in de geïndustrialiseerde wereld
als in ontwikkelings- en transitielanden. Dit is zorgwekkend, aangezien problemen in de financiële sector het proces van
intermediatie belemmeren, waardoor de investeringen en de consumptieve bestedingen teruglopen en de economische groei wordt
vertraagd. Bovendien wordt het vertrouwen in financiële instellingen ondermijnd, hetgeen tot een daling van de nationale
besparingen en een verminderde instroom van buitenlands kapitaal kan leiden. In een recent verschenen studie wordt ingegaan op
de oorzaken van dergelijke crises 1.
Een bankencrisis ontstaat wanneer de totale activa van een bank (leningen aan bedrijven en particulieren) samen met de reserves
tekort schieten om aan de totale passiva (deposito’s) te voldoen. Wanneer dit zich over meerdere banken uitspreidt, spreekt men van
een systeemcrisis. In de studie worden vier factoren genoemd die tot een bankencrisis kunnen leiden. Een eerste factor is een snelle
korte-rentestijging. Hierdoor neemt de door banken te betalen rente op korte-termijndeposito’s sterker toe dan de opbrengsten uit
veelal vastrentende leningen met een langere looptijd, zodat de bancaire winstmarges onder druk komen. Als de banken de
rentestijging kunnen doorberekenen aan hun cliënten, kan dit nog steeds tot verliezen leiden, wanneer door de hogere rente het
aantal loan defaults toeneemt. Bij een onverwachte depreciatie kan een soortgelijke mismatch tussen activa en passiva ontstaan als
banken buitenlands kapitaal (in vreemde valuta) hebben aangetrokken maar tegelijkertijd leningen hebben verstrekt in lokale valuta.
Dit leidt eveneens tot een verslechtering van de netto kredietportefeuille.
Een derde factor die de kans op een bankencrisis vergroot is een slecht functionerend systeem van toezicht en rechtsbescherming,
aangezien onder deze omstandigheden ongewenste praktijken als fraude en het nastreven van persoonlijk gewin ongestraft kunnen
plaatsvinden. Ten slotte kan ook een overhaaste liberalisering van het kapitaalverkeer bijdragen aan het ontstaan van een bankencrisis.
Wanneer deze samenvalt met een periode van desinflatie, komt doorgaans een sterke instroom van buitenlands kapitaal op gang, omdat
beleggers worden aangetrokken door de hoge risicopremie samenhangend met het in het verleden gevoerde (wan)beleid. Als de
risicopremie weer normalere proporties gaat aannemen, worden beleggingen in het betreffende land minder interessant. Dit kan een
plotselinge terugtrekking van deposito’s teweegbrengen waardoor het bankwezen minder liquide wordt. Dit proces wordt versterkt
wanneer tegelijkertijd sprake is van een dreigende speculatieve aanval op de betrokken valuta. Een dergelijke situatie is niet louter
denkbeeldig, aangezien de sterke kapitaaltoevoer uiteindelijk veelal tevens resulteert in een situatie van ongewenste monetaire
verruiming en oplopende binnenlandse (vaak consumptieve) bestedingen, hetgeen een afwaardering van de wisselkoers op termijn
onafwendbaar maakt.
Met een multivariate logit-analyse hebben de auteurs onderzocht welke van de bovenstaande factoren het meest relevant zijn geweest
voor het ontstaan van 31 bankencrises (waarvan 23 zijn opgetreden in ontwikkelingslanden) over de periode 1980-1994. Een zwakke
macro-economische omgeving (gekenmerkt door een lage bbp-groei, een hoge inflatie en hoge en volatiele nominale en reële rente) blijkt
de voornaamste aanstichter van het financiële onheil. Tevens wordt de kans op een crisis groter naarmate het bankwezen door
(voortijdige?) liberalisering kwetsbaarder is geworden voor een plotselinge kapitaaluitstroom en/of wanneer sprake is van een slecht
functionerend systeem van toezicht en rechtsbescherming.
Om te voorkomen dat een bankencrisis uitmondt in een algehele run op de banken en een systeemcrisis, kan een depositogarantieregeling (deposit insurance) wenselijk zijn 2. Andere mogelijkheden voor de autoriteiten om de kans op een systeemcrisis te
reduceren zijn het voeren van een ruim monetair beleid en/of het aanbieden van zogenoemde bail-out financiering aan insolvente banken.
Dit is vaak erg kostbaar en leidt ertoe dat inefficiënte banken blijven opereren. Het gevaar van dit soort maatregelen is bovendien dat het
de banken een motief geeft om meer riskante leningen aan te gaan (moral hazard). Uit de schattingen blijkt dan ook dat het bestaan van
een deposito-garantieregeling de kans op een crisis juist doet toenemen. Ook daarom moet een dergelijke regeling vergezeld gaan van
een goed functionerend systeem van bankregulering en toezicht.
Uit het onderzoek blijkt ook dat de relevante factoren zich vaak al (een of twee jaar) eerder manifesteren dan dat de crisis zich feitelijk
voordoet. Nader onderzoek leert voorts dat dezelfde factoren eveneens de mate van hevigheid van de diverse crises bepalen, af te lezen
aan eerder gepubliceerde schattingen van de economische kosten waarmee de betrokken crises gepaard zijn gegaan 3. Al met blijken de
economische ontwikkeling van een land en de fragiliteit van haar bankwezen nauw met elkaar verweven te zijn
1 A. Demirgüç-Kunt en E. Detragiache, The determinants of banking crises: evidence from developing and developed countries, IMF
Working Paper 97/106, 1997,
2 De Nederlandse banken zijn onderling een zogenoemde collectieve garantieregeling overeengekomen welke betrekking heeft op door
particulieren aangehouden tegoeden en deposito´s met een maximum van 20.000 ECU.
3 G. Caprio en D. Klingebiel, Dealing with bank insolvencies: gross country experience , De Wereldbank, Washington DC, 1996.
Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)