Een belasting op bits en bytes
Aute ur(s ):
Soete, L.L.G.
Ve rs che ne n in:
ESB, 81e jaargang, nr. 4045, pagina 131, 14 februari 1996 (datum)
Rubrie k :
Column
Tre fw oord(e n):
belastingen, informatie-, communicatietechnologie
Tot op heden wordt het debat over informatietechnologie gedomineerd door technologische vragen, zoals technische standaarden of de
noodzakelijke deregulering en liberalisering van de nationale telecom-operatoren.
Kort geleden is echter een rapport verschenen over de sociale en maatschappelijke aspecten van de ‘informatiemaatschappij’. Het is
geschreven door een groep onafhankelijke experts in opdracht van EU-commissaris Flynn 1. Als iemand die nauw betrokken was bij het
tot stand komen van dit rapport wil ik hier de aandacht vestigen op één van de meer controversiële voorstellen in het rapport, waarvan ik
zelf groot voorstander ben en dat wellicht met de nodige scepsis zal worden ontvangen: het idee om te onderzoeken of een belasting op
‘bits’ de belastingbasis zou kunnen verbreden.
Het argument is eenvoudig. Met de verdere verschuiving van onze economie van tastbare goederen naar ‘intangibles’, dient zich de
vraag aan of de belastingbasis niet te smal wordt. In de opkomende informatiemaatschappij zijn de digitale bits in zekere zin de fysieke,
elektronische uiting van de vele transacties in het proces van productie, distributie en consumptie. Eén van de fundamentele problemen
van de informatiemaatschappij is dat de toegevoegde waarde van veel van deze informatie als het ware verdampt in de zich verder
ontwikkelende netwerkeconomie. De marginale kosten zijn dikwijls minimaal, soms zelfs nul. Of je nu via een optische breedbandkabel per
minuut een bit of een miljoen bits stuurt maakt praktisch geen verschil. Er is dan ook geen enkele prikkel om zuinig met informatie om te
gaan. Integendeel, zoals het EU-rapport het stelt: “to navigate the rough sea of on-line information, with its misinformation, poor quality
information, unreliable information and advertising hype, could induce nausea.”
Het idee van een ‘bit tax’ charmeert door van zijn eenvoud: zoals op de fysieke autosnelweg wegenbelasting betaald wordt, zo zal het
digitale verkeer op de elektronische snelweg belast worden per bit. Natuurlijk gaat het hier niet ter compensatie van bijvoorbeeld
aantasting van het milieu, maar om een eenvoudige verbreding van de nationale belastingbasis. Het helpt ook om concurrentievervalsing
tegen te gaan. Wilt u, bijvoorbeeld, het EU-rapport van de Europese Commissie bestellen dan zult u het wellicht binnen een drietal weken
ontvangen en betaalt u BTW op het versturen. Schaft u het elektronisch aan, dan betaalt u praktisch niets.
Uiteraard zijn er ideeën genoeg over de mogelijke besteding van een ‘bit tax’. In het rapport wordt in de eerste plaats gedacht aan
financiering van de sociale zekerheid. Maar een ‘bit tax’ zou ook een eenvoudige manier kunnen zijn om de bescherming van intellectueel
eigendom in de informatiemaatschappij te verzorgen. Met bijvoorbeeld de komst van de zogenaamde “koude” digitale televisiekanalen 2,
is het steeds moeilijker de eigenaar van de inhoud te erkennen en vergoeden. Als gevolg hiervan richten bedrijven in de media- of
software-industrie zich met name op ‘one shot’-verkopen waarbij binnen korte tijd op zoveel mogelijk plaatsen in de wereld het nieuwe
product wordt verkocht. Als alternatief zal men verticaal integreren met kabeloperatoren die men eventueel kan verplichten het eigen
product af te nemen. Een ‘bit tax’ zou in dit kader een veel effectiever instrument zijn.
Arthur Cordell, die als eerste het idee van de ‘bit tax’ vorm gaf 3, ziet de belasting op bits als een transparante, eenvoudig in te voeren en
te innen belasting. Geïnd door de telecom-operatoren, satellietnetwerken of kabelmaatschappijen kan het eenvoudig toebedeeld worden
aan de nationale belastingdiensten, of zelfs aan supra-nationale autoriteiten zoals de EU. Concrete uitvoering van een ‘bit tax’ kan op
verschillende manieren gebeuren: proportioneel met de informatiestroom (het aantal bites), of als vast bedrag afhankelijk van de
capaciteit van de lijn. Vaak zal gebruik gemaakt kunnen worden van reeds bestaande software.
Maar een ‘bit tax’ zal ook heel wat vragen oproepen. Wat zijn de macro-economische gevolgen? Is het een progressieve of regressieve
belasting? Is zij nationaal of slechts internationaal toepasbaar? Wat is de optimale belastingvoet? (Cordell heeft het over 0,000001 cent
per bit.) Ten slotte, wat zal de invloed zijn op de verdere verspreiding en het gebruik van informatietechnologie? Het valt sterk te
betwijfelen of veel gebruikers weer zouden overstappen op het communiceren via telefoon of brief. De nieuwe productkarakteristieken
van het snel elektronisch communiceren zijn van een kwalitatief geheel andere aard dan de meer traditionele communicatiesystemen.
Integendeel, misschien kan een ‘bit tax’ ons juist behoeden voor de over-informatie waar we dank zij de nieuwe informatie- en
communicatietechnologie nu allen het slachtoffer van dreigen te worden
1 Building the European information society for us all, first reflections of the High Level Group of Experts, DG V, Brussel, januari 1996.
2 Digitale televisiekanalen waarbij niet-live, gebundelde producten worden aangeleverd aan verschillende zenders die deze verder
kunnen bewerken.
3 Hij baseerde zich hierbij op de veel moeilijker invoerbare Tobin -belasting op internationaal speculatieve kapitaalstromen.
Copyright © 1996 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)