Beleid voor ondernemerschap ondergaat een transformatie van kwantiteit naar kwaliteit van ondernemerschap. De volgende stap is van ondernemerschapsbeleid naar beleid voor een ondernemende economie, waartoe de entrepreneurial ecosysteembenadering een kader biedt.
ESB Dossier Ecosystemen voor ondernemen
inleiding
Ecosystemen
voor ambitieus
ondernemerschap
In het ondernemerschapsbeleid is er een verschuiving
gaande van de kwantiteit naar de kwaliteit van het ondernemerschap. De volgende stap is van ondernemerschapsbeleid naar beleid voor een ondernemende economie. De
entrepreneurial ecosysteembenadering biedt daarvoor een
nieuw kader. Deze benadering begint met het ondernemende individu, maar benadrukt ook de context van het
‘ambitieus ondernemerschap’. Ondernemerschap is niet alleen de uitkomst van een systeem, maar ondernemers zijn
zelf ook belangrijke spelers bij het tot stand brengen en gezond houden van dat systeem.
erik stam
Hoogleraar aan de
Universiteit Utrecht
6
O
ndernemerschap staat hoog op de beleidsagenda en wordt gezien als een
belangrijk middel om welvaart te genereren. Als men ondernemerschap
meet naar aantallen nieuwe bedrijven of zelfstandige
ondernemers, dan lijken er gouden tijden voor Nederland aan te breken, want de aantallen zijn enorm toegenomen: van circa 35.000 nieuwe bedrijven in 1987
tot bijna 130.000 in 2013 (Stam, 2014), en van circa
600.000 zelfstandige ondernemers in 1987 tot 1,1 miljoen in 2014 (gegevens CBS). Hiermee is Nederland
dan ook ‘Europees kampioen zelfstandig ondernemerschap’ geworden.
Zelfstandig ondernemerschap is tegenwoordig
dus in Nederland veel gewoner dan vroeger. Het ondernemersklimaat dat geschapen is, brengt echter
vooral veel zelfstandigen zonder personeel voort, die
gemiddeld genomen minder ambitie hebben om te innoveren en door te groeien dan ondernemingen met
personeel. Dit leidt tot de Nederlandse ondernemerschapsparadox (Stam, 2013a): het aantal nieuwe bedrijven en zelfstandigen is in Nederland in de laatste
decennia weliswaar enorm gegroeid, maar dit heeft
niet de verwachte toename van innovatie en productiviteit opgeleverd. Zoals uit de recente beleidslijnen van
het Ministerie van Economische Zaken (2014) blijkt,
heeft de paradox de beleidsagenda doen verschuiven
van kwantiteit naar kwaliteit, ofwel van meer ondernemerschap naar beter ondernemerschap, wat men ook
wel ‘ambitieus ondernemerschap’ noemt.
Ambitieus ondernemerschap
Ambitieuze ondernemers zijn individuen die kansen
voor nieuwe goederen en diensten ontdekken en evalueren, en deze exploiteren met als doel om zo veel
mogelijk nieuwe waarde te creëren (Stam et al., 2012).
Dat is meer dan ‘eigen baas zijn’ en ‘zelfontplooiing
nastreven’ via een eigen zaak. Dit ambitieus ondernemerschap richt zich nadrukkelijk op het realiseren van
een zo groot mogelijke impact. Wat heeft economisch
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 99 (4698S) 20 november 2014
Inleiding ESB
beleid hiermee te maken? Ambitieus ondernemerschap
kan worden geïnterpreteerd als de basis van een schumpeteriaanse variant op de traditionele welvaartstheorie,
waarin nieuwe waardecreatie centraal staat (Schumpeter, 1934). In het begin van de twintigste eeuw keken
economen nog vooral naar hoe het economische systeem deze uitkomst beïnvloedt. Daarbij verwijst het
woord ‘systeem’ naar datgene waarbinnen de productie,
distributie en consumptie van goederen en diensten in
de samenleving georganiseerd wordt, en wat bestaat
uit mensen en instituties – inclusief hun relatie tot de
productiemiddelen. Maar langzamerhand is het blikveld van de econoom verengd tot het kijken naar de
mate waarin markten optimaal functioneren, om zo
de maximale (allocatieve) efficiëntie te bereiken. Of in
beleidstaal: is er sprake van marktfalen? De bekendste
rationales voor overheidsingrijpen zijn externaliteiten,
het (machts)misbruik van dominante marktpartijen,
publieke goederen en asymmetrische informatie.
Markten vormen een belangrijk coördinatiemiddel in economische systemen. En in de context van
innovatie en ondernemerschap kan het falen van dat
coördinatiemiddel ook een reden vormen voor overheidsingrijpen, zoals bijvoorbeeld Jacobs en Theeuwes
(2005) aantonen. Het coördinatiemiddel kent echter
ook grote beperkingen voor innovatie- en ondernemerschapsbeleid (Nooteboom en Stam, 2008). Marktfalen speelt een rol, maar niet alles binnen het innovatiesysteem is tot marktcontexten te reduceren: de
non-markt-interactie wordt niet alleen gezien als een
marktfalen, maar vaak ook als een noodzakelijkheid
voor het realiseren van innovaties (Teece, 1992). Voor
innovatie en uitwisseling van kennis in het algemeen,
met name niet-gecodificeerde kennis, is informele interactie van groot belang. Samenwerking maakt het
mogelijk om veel meer kennis uit te wisselen dan contractueel kan worden vastgelegd. Dit is de aanleiding
geweest om een breder raamwerk voor dergelijk beleid
te construeren: de innovatiesysteembenadering. De focus van deze benadering ligt op het zogeheten systeemfalen: het niet in voldoende mate aanwezig zijn van
elementen van het innovatiesysteem (bijvoorbeeld bepaalde financieringtypen of kennisinstellingen) of een
niet optimale interactie tussen deze elementen (bijvoorbeeld tussen bedrijven en kennisinstellingen). Een
innovatiesysteem functioneert goed als er ook genoeg
diverse organisaties zijn om de noodzakelijke functies
in zo’n innovatiesysteem te vervullen, en dat met een
optimale interactie tussen deze elementen. Deze innoJaargang 99 (4698S) 20 november 2014
vatiesysteembenadering is een dominant beleidskader
geweest voor het herkennen en oplossen van de zogenaamde Nederlandse kennis- of innovatieparadox:
veel kennis maar weinig innovatie en groei, met name
doordat de kennis bij universiteiten haar weg niet wist
te vinden naar de toepassing door bedrijven, dus naar
hun innovatie (Innovatieplatform, 2004). De innovatiesysteembenadering kijkt niet alleen naar markten,
maar vooral ook naar organisaties en de interactie
daartussen, en dat niet alleen via markttransacties maar
ook anderszins. De rol van ondernemers blijft in de innovatiesysteembenadering echter een black box, net als
overigens in de marktfalenbenadering. Dit maakt een
alternatieve zienswijze wenselijk.
Een nieuwe zienswijze, de zogeheten entrepreneurial ecosysteembenadering, lijkt de tekortkomingen van de marktfalen- en systeemfalenbenadering op
te kunnen lossen en lijkt ook goed toepasbaar op de
beleidslijn van ambitieus ondernemerschap. Wat deze
ecosysteembenadering omvat en hoe deze van belang
kan zijn voor een (nieuw) ondernemerschapsbeleid, is
het onderwerp van dit artikel.
De ecosysteembenadering
De entrepreneurial ecosysteembenadering is pas in
de laatste vijf jaar opgekomen. Een breed gedeelde
definitie is er nog niet. De eerste component van de
term is entrepreneurial (‘ondernemend’) en refereert
Entrepreneurial ecosysteem in de praktijk:
de Boulder thesis
kader 1
Feld (2012) beschrijft in zijn boek Startup communities: building an
entrepreneurial ecosysteem in your city de zogenaamde Boulder Thesis, als tegenhanger van de wereldwijde drang om Silicon Valley te kopiëren. De Boulder Thesis bestaat uit vier voorwaarden waaraan moet
worden voldaan om een succesvol entrepreneurial ecosysteem in een
stad te krijgen. Ten eerste moeten ondernemers het ecosysteem leiden. Ten tweede, de ondernemende leiders moeten voor lange termijn
gecommitteerd zijn aan het ecosysteem. Ten derde, het ecosysteem
moet iedereen includeren die erin wil participeren. Ten vierde, het
ecosysteem moet continu activiteiten hebben waarbij de hele ondernemersgemeenschap betrokken is. Het onderscheidende van deze
voorwaarden is dat het niet zozeer de markt (en het marktfalen) of
de overheid (en het overheidsfalen) als beginpunt neemt, als wel de
ondernemersgemeenschap.
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
7
ESB Dossier Ecosystemen voor ondernemen
Negen attributen van een succesvol entrepreneurial ecosysteem
Tabel 1
Attribuut
Beschrijving
Leiderschap
Sterke ondernemersgroepen, zichtbaar, toegankelijk en gecommitteerd aan een regio, maken in die
regio het starten en groeien van bedrijven mogelijk
Intermediairs
Dit zijn gerespecteerde mentoren en adviseurs die hun advies door alle bedrijfsfasen, sectoren en
regio’s heen geven, plus een substantiële aanwezigheid van effectieve, zichtbare, goed geïntegreerde
accelerators en incubators
Netwerkdichtheid Dit vereist een nauw verbonden gemeenschap van startups en ondernemers, samen met
geëngageerde en zichtbare investeerders, adviseurs, mentoren en supporters. Deze netwerken zijn
het effectiefst als ze meerdere sectoren en demografische groepen verbinden. Iedereen moet bereid
zijn om iets terug te geven aan zijn of haar gemeenschap
Overheid
Biedt steun voor en inzicht in startups en hun rol bij economische groei. Gericht beleid voor
economische ontwikkeling, met name om investeringen te stimuleren
Talent
Brede en diepe talentenpool voor werknemers op alle niveaus in alle sectoren en expertisegebieden
is nodig. Universiteiten zijn een excellente bron van talent voor startups en moeten sterk verbonden
zijn met de startup-community
Ondersteunende
diensten
Professionele diensten (juridisch, accountancy, vastgoed, verzekering, consulting) die geïntegreerd,
toegankelijk, effectief en adequaat geprijsd zijn
Engagement
Veel events voor ondernemers en de startup-community om te verbinden, met zeer zichtbare
en authentieke deelnemers (bijvoorbeeld meet-ups, pitch days, startup-weekends, boot camps,
hackatons en andere competities)
Bedrijven
Grote bedrijven die een ankerrol vervullen in een regio moeten specifieke afdelingen en programma’s
creëren voor samenwerking met snelgroeiende startups
Kapitaal
Er moet een sterke, dichte en ondersteunende gemeenschap van venture capitalists, business angels,
seed investors en andere vormen van financiering aanwezig, zichtbaar en toegankelijk voor alle
sectoren, demografische groepen en regio’s
Bron: Feld, 2012
aan het ondernemerschap, een proces waarin kansen
om nieuwe goederen en diensten te creëren worden
ontdekt, geëvalueerd en geëxploiteerd (Shane en Venkatamaran, 2000). Algemener geformuleerd omvat
ondernemerschap het proces waarmee individuen
kansen voor innovatie kunnen benutten (Schumpeter, 1934). De entrepreneurial ecosysteembenadering
Negen principes voor het bouwen
van een entrepreneurial ecosysteem
tabel 2
1
Stop met het na-apen van Silicon Valley
2
Vorm het ecosysteem rond lokale condities
3
Betrek de private sector vanaf het begin erbij
4
Bevoordeel de high potentials
5
Zorg dat er een succesvolle ondernemer aan boord komt
6
Pak culturele verandering frontaal aan
7
Benadruk de wortels van nieuwe bedrijven
8
Probeer clusters niet te veel te ontwerpen, maar help ze om organisch
te groeien
9
Hervorm juridische, bureaucratische en reguleringskaders
Bron: Isenberg, 2010
8
verengt dit ondernemerschap vaak tot ‘snelgroeiende
ondernemende bedrijven’, met de claim dat dit type
ondernemerschap een belangrijke bron van innovatie,
productiviteitsgroei en werkgelegenheid is (World
Economic Forum, 2013). Deze claim lijkt empirisch
gezien te veelomvattend (ook innovatieve startups of
ondernemende werknemers kunnen de bron zijn van
genoemde welvaartseffecten), maar het is duidelijk
dat de traditionele statistische indicatoren van ondernemerschap, zoals ‘zelfstandig ondernemerschap’
en ‘kleine bedrijven’, in deze benadering niet per definitie tot ondernemerschap worden gerekend. Dit
onderscheid tussen de traditionele mate van ondernemerschap en de conceptueel meer adequate mate van
ondernemerschap wordt steeds vaker benadrukt in de
ondernemerschapsliteratuur (Stam et al., 2012; Henrekson en Sanandaji, 2014).
De tweede component van de term is ecosysteem.
De biologische interpretatie van dit concept, waarin
de interactie van levende organismen met hun fysieke
omgeving centraal staat, wordt uiteraard niet al te letterlijk genomen binnen de context van entrepreneurial
ecosystemen. Het entrepreneurial ecosysteemconcept
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 99 (4698S) 20 november 2014
Inleiding ESB
benadrukt dat ondernemerschap plaatsvindt in een gemeenschap van wederzijds afhankelijke actoren. Meer
in het bijzonder richt de literatuur over het entrepreneurial ecosysteem zich op de rol van de (sociale) context in het mogelijk maken of beperken van ondernemerschap. De entrepreneurial ecosysteembenadering
heeft gemeen met andere gevestigde concepten – zoals
clusters, industriële districten, innovatiesystemen en
lerende regio’s – dat de focus op de bedrijfsexterne
omgeving ligt. De benadering verschilt van deze concepten door het feit dat de ondernemer centraal wordt
gesteld, en niet de onderneming.
De entrepreneurial ecosysteembenadering begint
dus met het ondernemende individu in plaats van met
de onderneming, maar benadrukt ook de rol van de
ondernemerschapscontext. Een significant onderscheid
met andere economisch-beleidsbenaderingen is ook dat
de entrepreneurial ecosysteembenadering het ondernemerschap niet alleen als uitkomst van het systeem
ziet, maar ook het belang van ondernemers als centrale
spelers bij het tot stand brengen en gezond houden van
het systeem. Door deze ‘privatisering’ van het ondernemerschapsbeleid wordt de rol van de overheid een stuk
minder prominent dan in eerdere beleidsbenaderingen
– wat niet wegneemt dat deze rol nog steeds benadrukt
wordt, maar eerder als ‘feeder’ van het ecosysteem dan
als ‘leader’ ervan (kader 1). Ondernemers die voor de
lange termijn gecommitteerd zijn aan het ecosysteem,
zijn vaak het best gepositioneerd om de kansen en belemmeringen van het ecosysteem te herkennen, en om
die samen met de ‘feeders’ van het ecosysteem (zoals
professionele dienstverleners en financiële instellingen)
aan te pakken. De overheid kan een belangrijke rol spelen als ‘feeder’, bijvoorbeeld in het aanpassen van wet- en
regelgeving. Markt- en systeemfalen zijn niet per definitie rationales voor overheidsingrijpen: ook hier kunnen
juist kansen voor ondernemers liggen, bijvoorbeeld om
informatieasymmetrie op te heffen en collectieve actie te
organiseren om publieke goederen te realiseren.
De recente populaire literatuur geeft diverse opsommingen van factoren die van belang zijn voor het
succes van een entrepreneurial ecosysteem. Uiteraard
worden ondernemers (met hun zichtbaarheid en verbondenheid) beschouwd als het hart van een succesvol
ecosysteem, maar verder hebben succesvolle entrepreneurial ecosystemen ook nog negen attributen (tabel 1).
Ook Isenberg (2010) behandelt het begrip entrepreneurial ecosysteem. Hij merkt op dat er geen exacte
formule is voor het creëren van zo’n ecosysteem, maar
Jaargang 99 (4698S) 20 november 2014
dat (publieke) leiders negen principes zouden moeten
volgen bij het bouwen van een entrepreneurial ecosysteem (tabel 2). Deze principes benadrukken de rol van
lokale condities.
Isenberg (2011) noemt zes onderscheidende domeinen van het ecosysteem: beleid, financiering, cultuur, ondersteuning, menselijk kapitaal en markten.
Deze overlappen grotendeels met de eerder genoemde
attributen en de acht pijlers in tabel 3, zoals het World
Economic Forum (2013) die voor een succesvol ecosysteem opsomt, met elk een aantal componenten.
De in de tabellen genoemde attributen, principes
en pijlers laten zien dat de entrepreneurial ecosysteembenadering een verschuiving inhoudt van traditioneel
economisch denken over bedrijven, en vooral ook over
markten en marktfalen, naar een nieuw economisch
denken over mensen, netwerken en instituties. De
gemene deler blijkt dat ondernemers nieuwe waarde
creëren, georganiseerd door een grote variëteit aan sturingsvormen, mogelijk gemaakt en beperkt binnen een
specifieke institutionele context.
Entrepreneurial ecosysteem pijlers
en componenten
Pijler
tabel 3
Componenten
Toegankelijke markten Thuismarkt en buitenlandse markten
Menselijk kapitaal
Management-talent, technisch talent,
ondernemerservaring, mogelijkheden om zaken uit
te besteden, immigratie van arbeid
Financiering
Vrienden en familie, angel investors, private equity,
venture capital, toegang tot krediet
Ondersteunende
systemen / mentoren
Mentoren/adviseurs, professionele diensten,
incubators/accelerators, netwerken van
entrepreneurial peers
Overheid en regulering Gemak waarmee een bedrijf gestart kan worden,
belastingprikkels, bedrijfsvriendelijke wetgeving en
beleid, toegang tot basis-infrastructuur, toegang
tot telecommunicatie-infrastructuur, toegang tot
transport
Scholing en training
Beschikbare arbeid en trainingen voor ondernemers
Universiteiten als
aanjager
Promoten van een cultuur met respect voor
ondernemerschap, vervullen van een sleutelrol in
het formeren van ideeën voor nieuwe bedrijven
en in het leveren van afgestudeerden aan nieuwe
bedrijven
Cultuur
Tolerantie qua risico’s en falen, preferentie voor
zelfstandig ondernemerschap, succesverhalen/
rolmodellen, onderzoekscultuur, positief imago van
ondernemerschap, vieren van innovatie
Bron: World Economic Forum, 2013
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
9
ESB Dossier Ecosystemen voor ondernemen
de welvaart. En ten derde is het niet duidelijk op welk
niveau van analyse deze benadering zich richt. Geografisch gezien kan dat een stad, regio of land zijn. Het
kunnen ook andere, minder strikt ruimtelijk afgebakende systemen zijn, zoals sectoren of ondernemingen.
De benadering biedt dus geen voldoende adequate
verklaringen en is niet helder afgebakend. Inzichten
in de fundamentele oorzaken van de entrepreneurial
ecosystemen worden er niet gegeven. De studie van
het World Economic Forum (2013), bijvoorbeeld,
concludeert dat toegankelijke markten, menselijk
kapitaal en financiering het belangrijkst zijn voor de
groei van ondernemende bedrijven. Maar deze kunnen
het beste als oppervlakkige oorzaken, niet als de fundamentele oorzaken van het succes van ecosystemen,
worden gezien – want menselijk kapitaal en financiering zijn immers voor een groot deel afhankelijk van de
onderliggende instituties met betrekking tot scholing
en financiële markten (Acemoglu et al., 2005). Voor
een adequate verklaring is er een onderscheid vereist
tussen noodzakelijke en contingente condities, terwijl
voor beleidsdenken de rol van de overheid en andere
publieke organisaties helder moet zijn. Met betrekking
tot de consequenties van entrepreneurial ecosystemen
is de benadering tot nu toe weinig uitgewerkt. De vraag
blijft: hoe presteren entrepreneurial ecosystemen met
Dit betekent niet dat bedrijven en markten (en
marktfalen) irrelevant zijn. Maar markten en bedrijven
zijn sturingsvormen die, net als alle andere sturingsvormen, altijd imperfect zullen zijn. Bovendien gaat
ondernemerschap vaak over bedrijven en markten ‘in
de maak’, en niet over situaties die ‘volledig efficiënte
markten in evenwicht’ benaderen, zoals in het ideaal
van de marktfalen-benadering.
Tekortkomingen ecosysteembenadering
Het feit dat de entrepreneurial ecosysteembenadering
steeds meer aandacht vanuit beleidskringen krijgt, betekent niet dat deze geen tekortkomingen heeft. Het
is een nog prille benadering met veel open einden. Het
verschijnsel lijkt in de eerste plaats vrij tautologisch: entrepreneurial ecosystemen zijn systemen die succesvol
ondernemerschap voortbrengen, en waar veel succesvol
ondernemerschap is, is er blijkbaar een goed entrepreneurial ecosysteem. Zo’n tautologische redenering biedt
voor beleid uiteindelijk weinig inzicht. Ten tweede
voorziet de benadering vooralsnog alleen in waslijsten
van ‘gerelateerde factoren’ zonder een duidelijke oorzaak-gevolg-redenering. Deze bieden wel enige focus,
maar geen coherente verklaring die de samenhang van
deze factoren duidt en aangeeft wat hun gezamenlijke
effect is op het ondernemerschap – en uiteindelijk op
Elementen, outputs en uitkomsten van entrepreneurial ecosystemen
figuur 1
Waardecreatie
Uitkomsten
Productiviteit
Inkomen
Welzijn
Werkgelegenheid
Ondernemerschap
Outputs
Snelgroeiende
startup
Innovatieve
startup
Ondernemende
werknemers
Entrepreneurial Ecosysteem Elementen
Systeemelementen
Randvoorwaarden
Netwerken
Formele
Instituties
Leiderschap
Financiering
Talent
Cultuur
Nieuwe
kennis
Fysieke
infrastructuur
Intermediare
diensten
Vraag
Bron: Stam, 2014
10
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 99 (4698S) 20 november 2014
Inleiding ESB
de verschillende vormen van ondernemerschap (als output) en qua geaggregeerde welvaartseffecten (als finale
uitkomst)? Bij meer uitwerking zal de tautologie wel
verdwijnen. Een constructieve synthese van enerzijds
de eerder genoemde elementen van de entrepreneurial
ecosysteembenadering (tabellen 1, 2 en 3) en anderzijds
de inzichten uit de bestaande empirische studies naar
ondernemerschap en (regionaal) economische ontwikkeling (Stam en Bosma, 2014; Fritsch, 2013) kunnen
een beter raamwerk voor beleid opleveren.
Een constructieve synthese
De entrepreneurial ecosysteembenadering is tot nu toe
ad hoc geconstrueerd door verschillende auteurs, zonder een gedeelde definitie te hebben. Een definitie die
evenwel breed toepasselijk lijkt is die van het entrepreneurial ecosysteem, als een set van onderling afhankelijke actoren en factoren die zodanig gecoördineerd zijn
dat ze productief ondernemerschap mogelijk maken
(Baumol, 1990). Hierbij geldt ondernemend gedrag als
het proces waarmee individuen kansen voor innovatie
realiseren. Deze innovatie leidt uiteindelijk tot nieuwe
waardecreatie in de samenleving, wat dus de ultieme
uitkomst van een entrepreneurial ecosysteem is, terwijl
het ondernemend gedrag meer een intermediaire output
van het systeem is. Dit ondernemend gedrag kent vele
verschijningsvormen, bijvoorbeeld innovatieve startups,
snelgroeiende startups en ondernemende werknemers
(Stam, 2014). Vooral ondernemende werknemers lijken
in ontwikkelde economieën als Nederland van groot
belang voor nieuwe waardecreatie (Stam, 2013b). Om
alle aspecten integraal bij elkaar te brengen is er nu een
nieuw model opgesteld, dat is weergegeven in figuur 1.
De elementen van het entrepreneurial ecosysteem
kunnen onderscheiden worden in randvoorwaarden en
systeemelementen. Beide zijn samengevat in figuur 1.
De randvoorwaarden omvatten de sociale (informele
en formele instituties) en de fysieke randvoorwaarden
die menselijke interactie mogelijk maken of beperken.
Daarnaast is de toegang tot een min of meer exogene
vraag naar nieuwe goederen en diensten ook van groot
belang. Deze toegang tot afnemers van goederen en
diensten heeft echter meer met de relatieve positie van
het ecosysteem te maken dan met de interne condities.
De systeemelementen vormen het hart van het
ecosysteem: ondernemersnetwerken, leiderschap, financiering, talent, nieuwe kennis en ondersteunende
diensten. De aanwezigheid van deze elementen en de
interactie ertussen bepalen in grote mate het succes van
Jaargang 99 (4698S) 20 november 2014
het ecosysteem. Netwerken van ondernemers zorgen
voor informatiestromen die een effectieve verdeling van
arbeid en kapitaal mogelijk maken. Leiderschap voorziet in richting en rolmodellen voor het entrepreneurial
ecosysteem. Dit leiderschap is cruciaal bij het opbouwen en behouden van een gezond ecosysteem. Het gaat
dan om een aantal ‘zichtbare’, ondernemende leiders
die gecommitteerd zijn aan de regio. De toegang tot
financiering – bij voorkeur geleverd door actoren met
kennis van ondernemerschap – is van cruciaal belang
voor investeringen in onzekere ondernemersprojecten
met een langetermijnhorizon. Maar misschien wel het
meest belangrijke element van een goed werkend entrepreneurial ecosysteem is de aanwezigheid van een diverse en bekwame groep werkenden (‘talent’). Een belangrijke bron van kansen voor ondernemerschap kan
gevonden worden in nieuwe kennis, zowel uit publieke
als private organisaties. Ten slotte kan het aanbod van
ondersteunende diensten door allerlei intermediairs de
aanvangsbarrières substantieel verlagen voor nieuwe
ondernemersprojecten, en kan ook de time-to-market
van innovaties gereduceerd worden.
De vraag op welk niveau de entrepreneurial ecosysteembenadering het beste toepasselijk is, is vooralsnog niet beantwoord. Dit hangt af van de ruimtelijke
schaal waarop de elementen enerzijds tot stand komen
en anderzijds beperkt zijn. De meeste systeemelementen lijken op regionaal (subnationaal) niveau afgebakend te kunnen worden (bijvoorbeeld regionale arbeidsmarkten), terwijl de randvoorwaarden zowel op
regionaal als op nationaal niveau worden vormgegeven
(bijvoorbeeld nationale wet- en regelgeving).
Tot slot
De entrepreneurial ecosysteembenadering roept intuïtief veel herkenning en erkenning op bij de belanghebbenden van economisch beleid, in het bijzonder het
beleid voor ondernemerschap (AWT, 2014). Een kritische wetenschappelijke blik leert dat er veel inzichten
worden hergebruikt uit het decennialange onderzoek
naar ondernemerschap en regionale ontwikkeling.
De benadering bevat dus geen nieuwe afzonderlijke
inzichten. De analyse leert dat de entrepreneurial ecosysteembenadering bovenal een integratiekader biedt
voor deze inzichten uit de wetenschappelijke literatuur, en dat er ook waardevolle vernieuwingen in de
benadering verscholen zitten. Ten eerste, de systeembenadering die vanaf het niveau van de ondernemer
wordt opgebouwd om zo de context van het onderne-
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
11
ESB Dossier Ecosystemen voor ondernemen
merschap beter te begrijpen. Een dergelijke systeembenadering geeft ook aanknopingspunten om de zwakste
schakel te identificeren die de performance van het
entrepreneurial ecosysteem het meest beperkt (Acs et
al., 2014). Een tweede verscholen vernieuwing is de
prominente plaats die ondernemers zelf krijgen om het
entrepreneurial ecosysteem op te bouwen en gezond te
houden, gevoed door de andere voor het ecosysteem
relevante belanghebbenden.
Hoewel oorzaak-gevolgrelaties binnen het systeem en de effecten op ondernemerschap en waardecreatie nog niet voldoende zijn onderzocht, biedt de
entrepreneurial ecosysteembenadering waardevolle
elementen voor het begrijpen van de prestaties van meso-economische systemen. De benadering richt zich
immers expliciet op de onderlinge afhankelijkheden
(‘interdependenties’) binnen de ondernemerschapscontext en voorziet in een bottom-up-analyse van de
prestatie van meso-economische systemen, zonder
zich blind te staren op individuele ondernemers. De
benadering biedt ook voeding voor de – in Nederland
al eerder ingezette – verschuiving in het ondernemerschapsbeleid van de kwantiteit naar de kwaliteit van
het ondernemerschap. Als deze verschuiving nog wat
verder wordt doorgevoerd, kan men in lijn met Thurik
et al. (2013) beter van ‘beleid voor een ondernemende
economie of ecosysteem’ spreken dan van ondernemerschapsbeleid. Het gaat niet om het maximeren van
een bepaalde indicator van ondernemerschap, maar
om het creëren van een context, een systeem, waarbinnen een productief ondernemerschap floreert dat vele
verschijningsvormen kent.
Henrekson, M. en T. Sanandaji (2014) Small business activity does not measure entrepreneurship. Proceedings of the
National Academy of Sciences, 111(5), 1760–1765.
Innovatieplatform (2004) Vitalisering van de kenniseconomie.
Het beter ontwikkelen en benutten van de mogelijkheden van
mensen als de sleutel voor een dynamische kenniseconomie. Den
Haag: Innovatieplatform.
Isenberg, D.J. (2010) How to start an entrepreneurial revolution. Harvard Business Review, 88(6), 41–50.
Isenberg, D.J. (2011) Introducing the entrepreneurship ecosysteem: four defining characteristics. Artikel op onforb.es,
25 mei.
Jacobs, B. en J. Theeuwes (2005) Innovation in the Netherlands: the market falters and the government fails. De
Economist, 153(1), 107–124.
Ministerie van Economische Zaken (2014) Ambitieus ondernemerschap. Een agenda voor startups en groeiers. Den Haag:
Ministerie van Economische Zaken.
Nooteboom, B. en E. Stam (2008) Microfoundations for innovation policy. Amsterdam: Amsterdam University Press.
Schumpeter, J.A. (1934) The theory of economic development.
Cambridge, MA: Harvard University Press.
Shane, S. en S. Venkataraman (2000) The promise of entrepreneurship as a field of research. Academy of Management Review, 25(1), 217–226.
Stam, E., et al. (2012) Ambitious entrepreneurship. A review
of the academic literature and new directions for public policy.
Den Haag: Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid.
Stam, E. (2013a) De Nederlandse ondernemerschap paradox. Tijdschrift voor Politieke Economie, 7(4), 21-40.
Stam, E. (2013b) Knowledge and entrepreneurial employees: a country level analysis. Small Business Economics,
41(4), 887–898.
Stam, E. (2014) The Dutch entrepreneurial ecosystem. Artikel
op papers.ssrn.com.
Literatuur
economies: entrepreneurship and regional development.
cause of long-run growth. In: Aghion, P. en Durlauf, S. (red) Handbook of Economic
In: Baker, T. en F. Welter (red.) The Routledge Companion to
Growth. Amsterdam: Elsevier.
Entrepreneurship. Londen: Routledge, 325–340.
Acs, Z.J., E. Autio en L. Szerb (2014) National systems of entrepreneurship: mea-
Teece, D. (1992) Competition, cooperation, and innova-
surement issues and policy implications. Research Policy, 43(3), 476–494.
tion: organizational arrangements for regimes of rapid
AWT (2014) Briljante bedrijven. Effectieve ecosystemen voor ambitieuze ondernemers.
technological progress. Journal of Economic Behavior and
Den Haag: Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid.
Organization, 18(1), 1–25.
Baumol, W.J. (1990) Entrepreneurship: productive, unproductive, and destruc-
Thurik, R., Stam, E. en D. Audretsch (2013). The Rise of the
tive. Journal of Political Economy, 98(5), 893–921.
Entrepreneurial Economy and the Future of Dynamic Ca-
Feld, B. (2012) Startup communities: building an entrepreneurial ecosysteem in your
pitalism. Technovation, 33(8-9), 302-310.
city. New York: Wiley.
World Economic Forum (2013) Entrepreneurial Ecosysteems
Fritsch, M. (2013) New business formation and regional development – a survey and
Around the Globe and Company Growth Dynamics. Genève:
assessment of the evidence. Foundations and Trends in Entrepreneurship, 9(3), 249–364.
12
Stam, E. en N. Bosma (2014) Growing entrepreneurial
Acemoglu, D., Johnson, S., en J.A. Robinson (2005) Institutions as a fundamental
World Economic Forum.
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 99 (4698S) 20 november 2014