Ga direct naar de content

Economen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 2 1985

J.E. Andriessen

Economen
men een dergelijk beleid wel even kan volAls praktisch toepasbare wetenschap
houden. Alles bijeengenomen is dit een
heeft de economie helaas aan glans verlodenkbaar en redelijk antwoord, waarmee
ren. De steeds veelvuldiger economenmopde professor uit de jaren zestig zonder meer
jes betekenen niet veel, maar zijn wel een
zou hebben ingestemd. Maar hij zou zich
signaal dat de voortdurende meningsverbeslist niet hebben kunnen indenken dat
schillen en falende voorspellingen ons toch
het aan het begin van de jaren tachtig een
echt worden aangerekend. Ook doet het
uitmuntende
voorspelling zou zijn gegeen goed dat wij bij de beantwoording
weest, die president Reagan beter zou hebvan alledaagse vragen, zoals: wat gaat de
ben gediend dan alle Laffer-nonsens en de
dollar doen, of: komt er een recessie in
verfijningen van de Z.g. aanbodeconomie.
Amerika, zo vaak met de mond vol tanden
Als vervolgvraagje ligt het volgende
staan. Op deze situatie reageren de vakgevoor de hatnd: en indien het betreffende
noten op verschillende wijze. Sommigen
land nu eens veel minder groot en vertroutrachten hun gelijk te krijgen door nog inwenwekkend is, wat valt er dan te verwachgewikkelder redeneringen op te bouwen,
ten? Antwoord: in eerste instantie zal hetanderen vluchten in formules en modellen
zelfde gebeuren, doch een klein land kan
en er is zelfs een groep die twijfelt aan het
op den duur niet uit de pas lopen. Dit zal
nut van eigen kennis. Toch is er geen reden
worden afgestraft met ondraaglijke betaom de moed te verliezen, want onze toelingsbalansproblemen
en een dalende wiskomstvisies hebben een redelijke kans op
selkoers. Twintig jaar terug een passabel
succes zolang wij ons maar houden aan de
antwoord. Doch president Mitterrand had
grote lijnen en allerlei nieuwe verfijningen
drie jaar geleden blijkbaar geen enkele ecoweten te vermijden. Om deze stelling
noom in de buurt die hem dat kon vertelkracht bij te zetten, wil ik u twintig jaar te.
len. Men was immers politiek te veel geïnrug voeren in de tijd, dus naar de jaren
volveerd en knutselde daarom, net als
zestig, daarbij uitgaande van het volgende
destijds in ons land, met allerlei verfijninouderwetse tafereel. Op een toen nog mongen, zoals inverdieneffecten e.d.
deling afgenomen doctoraal tentamen conOp een geheel ander gebied beweegt zich
fronteert de dienstdoende hoogleraar een
de derde vraag. Wat zal er gebeuren als de
redelijk begaafde student met een aantal
aanbieders van een voor de wereld uiterst
vragen, die hij de avond tevoren zorgvulbelangrijk produkt (b.v. tarwe, ijzer of
dig heeft bedacht.
olie) plotseling een krachtig kartel vormen
De eerste vraag luidt als volgt: mijnheer,
en vervolgens de prijs van dat produkt westelt u zich voor dat in een economisch
ten te verveelvoudigen? Als toevoeging:
machtig land in een toestand van recessie
gebruik in uw antwoord de werking van
de overheidsuitgaven belangrijk worden
prijs- èn inkomenseffecten. Toevallig had
gestimuleerd, de belastingdruk aanmerkede student een week tevoren nog iets gelelijk wordt verlaagd, doch dat daarentegen
zen over de discussie tussen Keynes en Ohde monetaire politiek restrictief wordt gelin over de -Duitse herstelbetalingen na de
houden – wat zal er gebeuren? De student
eerste wereldoorlog. Hij komt daarom met
is even uit het veld geslagen, maar reageert
de volgende repliek: in eerste aanleg zullen
dan aldus. Het voorbeeld, professor, lijkt
inkomenseffecten een grote rol spelen. De
een beetje vreemd, want er wordt als het
producentenlanden
van het betreffende
ware tegelijkertijd gas gegeven en op de
goed boeken omvangrijke overschptten op
rem getrapt. Maar waarschijnlijk zal die
hun betalingsbalans, waartegen de consueconomie behoorlijk aantrekken, ondanks
mentenlanden
met tekorten te kampen
dat de prijzen wat onder druk zullen staan.
krijgen. Door inkomens- en vraagstijginHet overheidsbudget gaat natuurlijk een
gen, resp. -dalingen komt echter een aanflink tekort vertonen en hetzelfde geldt
waarschijnlijk ook voor de betalingsba- ” passingsproces op gang dat de zaak weer
naar een evenwicht doet tenderen, zij het
lans. De interest zal stijgen en omdat het in
dat de ene groep rijker en de andere wat areen economisch machtig land gebeurt, Zal
mer wordt. Wat de prijseffecten betreft,
dit buitenlands kapitaal aanlokken, zodat

zal het produkt natuurlijk minder worden
gebruikt, terwijl binnen de grenzen van het
mogelijke naar substitutie zal worden
gestreefd. Ten slotte zal op de langere duur
het kartel verzwakken, want elk kartel
krijgt te maken met ontbindende krachten
van binnenuit, terwijl van buiten de aanvallen van outsiders waarschijnlijk succesvoller zullen worden. Opnieuw een plausibel antwoord, gebouwd op de gangbare literatuur van die tijd. Doch de professor
zou wederom niet hebben beseft dat hij
werd geconfronteerd met een even eenvoudig als briljant stukje voorspelkunde over
de latere effecten van de oliecrisis. Alleen
The Economist heeft destijds een zo simpele analyse aangedurfd, doch de rest van de
economenwereld kon alleen met verbijstering reageren.
We kunnen nog wel even doorgaan. Zo
had de student uit de jaren zestig waarschijnlijk beter gejongleerd met de vraag
waartoe overmatige loonsverhogingen en
verbeteringen in de sociale voorzieningen
leiden dan de meeste Nederlanders politici
en economen uit de jaren zeventig. Maar
aan de andere kant moeten we ook toegeven dat sommige situaties destijds zo absurd zouden hebben geklonken dat iedere
econoom er de tanden op stuk zou hebben
gebeten. Twee voorbeelden: a. wat is te
verwachten als over twintig jaar de werkloosheid in Nederland relatief net zo hoog
wordt als in het diepst van de crisis van de
jaren dertig; en b. wat doet men met de arbeidstijd in een land dat economisch gezien
moeite heeft om mee te komen in de wereld? Waarschijnlijk had onze student bij
a. gezegd: dat kan niet, dat leidt tot geweldige sociale onrust en bij nader aandringen
zou hij een verhaal over het stimuleren van
de effectieve vraag zijn begonnen. Mogelijk zou hij bij b. iets over harder werken
hebben gemompeld. In ieder geval zouden
de echte antwoorden, nl. a. er zal weinig
gebeuren; en b. de vakanties zullen met 2 Y2
week worden verlengd, niet alleen het
voorstellingsvermogen
van de student,
maar ook dat van zijn hooggeleerde ondervrager verre te boven zijn gegaan.
Wat leert ons dit alles? In de eerste
plaats dat de kans op een redelijk schot nog.
niet zo slecht is als men zich houdt aan de
standaardliteratuur
, zich niet waagt aan
economische verfijningen en vooral politieke doctrines schuwt. Tegelijkertijd geldt
als tweede dat de werkelijkheid soms zo bizar is dat er geen kruid, d.w.z. geen economische theorie, tegen is gewassen. Kortom,
eenvoud en bescheidenheid vormen een redelijke tegenweer tegen de economenmopjes en onze frustraties. Probeer het eens op
de volgende receptie als u met een glas in de
ene hand en een stuk kaas in de andere
hand opnieuw wordt geconfronteerd met.
de bekende vraag over die verrekte dollar.

I

ESB 2-1-1985

3

Auteurs