Draining or training
De laatste tijd wordt veel gesproken
overtoekomstige problemen in verband
met de ontgroening en vergrijzing van
de bevolking. Deze problemen zijn niet
specifiek voor ons land. In heel WestEuropa zijn vergelijkbare ontwikkelingen gaande. West Duitsland loopt zelfs
ongeveer vier jaar voor op ons land wat
de bevolkingsontwikkeling betreft, zodat de Duitse ervaringen voor ons land
van belang zijn.
In Duitsland is momenteel merkbaar
dat het aantal jongeren op de arbeidsmarkt sterk terugloopt. Men maakt zich
daarover bij overheid en bedrijven grote zorgen. Ondanks de ook in Duitsland
toch nog altijd omvangrijke jeugdwerkloosheid blijkt er nu ook een onvervulde
vraag naar jongeren te ontstaan. De
eerste tekenen van een opwaartse druk
op jeugdlonen zijn zichtbaar. Verschillende internationale studies hebben
duidelijk gemaakt dat de baby-boomgeneratie van de naoorlogse jaren genoegen heeft moeten nemen met lagere aanvangslonen, ten einde de grote
cohorten van deze generatie op de arbeidsmarkt te kunnen opnemen. De
baby-bust-generatie van de jaren zeventig daarentegen lijkt zich te kunnen
verheugen op een uiterst comfortabele
positie op de arbeidsmarkt. Voor Nederland moet in de komende jaren met een
zelfde ontwikkeling rekening worden
gehouden. Het aanbod van arbeid in de
leeftijdsgroep 20-30 jarigen neemt tussen 1990 en 2005 met 25% af. Dat is
voornamelijk een gevolg van de afname
van de omvang van het cohort (het aantal personen in die leeftijdsgroep). De
deelname aan onderwijs, die in deze
leeftijdsgroep nog steeds iets toeneemt, maakt deze daling in het aanbod
groter. Anderzijds leidt de toename in
de deelname van jonge vrouwen aan de
arbeidsmarkt tot een stijging van het
aanbod.
Een element in de Duitse discussie
heeft mij bijzonder getroffen. Van verschillende kanten wordt voorgesteld om
een selectief immigratiebeleid te gaan
voeren: een beleid gericht op bewuste
braindraining. Dit moet erin voorzien dat
door toelating van goed opgeleide buitenlandse jongeren in Duitsland de daling van het aantal jongeren op de arbeidsmarkt enigszins wordt ondervangen. Tot nu toe is in Duitsland, net als
in andere Westeuropese landen, het
overheidsbeleid erop gericht de toestroom van buitenlanders zoveel mogelijk te beperken. De potentiele immigranten die onder zo’n beleid worden
toegelaten, komen ongetwijfeld uit armere landen. Turkije, Noord-Afrika,
maar ook India en China zijn landen
ESB 24-8-1988
J.J.M. Ritzen
vorderen. De afgelopen jaren is die
deelname al sterk toegenomen. In Nederland nam de deelname aan de arbeidsmarkt van vrouwen in de leeftijdsgroep 25-29 jaar tussen 1981 en 1985
toe van 49 tot 59%. Maar ze blijft nog altijd ruim beneden die van jonge mannen. Betere kinderopvang, ruimere mogelijkheden om werk en het krijgen van
kinderen te combineren komen dan
opeens in een ander daglicht te staan.
Het gaat niet uitsluitend om maatregelen met een aardigheidstintje, maar om
een doelmatig beleid, gericht op instandhouding en vergroting van de welvaart.
De tweede mogelijkheid is training:
bijscholing van oudere werknemers,
waardoor oudere werknemers ook
goed het werk kunnen doen van jongere werknemers. Op dit terrein is nog
veel mogelijk. Onlangs werden de voorlopige resultaten bekend gemaakt van
waarin de drang tot emigratie – ook on- een enquete van het Centraal Bureau
der goed opgeleiden – betrekkelijk voor de Statistiek naar de deelname
aan en kosten van bedrijfsopleidingen
groot is. Een selectief immigratiebeleid
van een Westeuropees land bevordert en externe opleiding. Deze enquete
in zo’n geval de brain drain uit armere geeft aan hoe gering de scholingsinlanden, en maakt daarmee de interna- spanning van bedrijven nu is. Inclusief
tionale welvaartsverdeling waarschijn- de kosten van de gederfde arbeidstijd
lijk alleen maar ongelijker. In het midden worden de totale kosten van deelname
van de jaren zeventig is wel eens voor- aan bedrijfsopleiding en externe opleigesteld om als compensatie voor een dingen in bedrijven met vijf of meer
dergelijke brain drain rijke landen een werknemers in 1986 geschat op / 2,3
belasting te laten betalen per immigrant, mrd. gulden (exclusief scholing bij overen de ontvangsten uit te keren aan de heid, onderwijs en gezondheidszorg).
landen van uitmigratie. De haalbaar- Dat lijkt een groot bedrag maar is miniheid van een dergelijke internationale em wanneer men het vergelijkt met een
belasting werd en wordt echter niet als totale loonsom voor de betrokken bebijzonder groot beoordeeld. Ten slotte drijven van ruim / 140 mrd.
gaat een selectief immigratiebeleid uit
Jongere werknemers vormen een
van de mogelijkheden om het leef- speciale categorie op de arbeidsmarkt,
tijds/opleidingsprofiel van de immigran- omdat zij degenen zijn die zijn toegerust
ten te kunnen vastleggen. Deze veron- met de laatste kennis over produktiederstelling gaat voorbij aan de mogelijk- processen en produkten. De verspreiheden van gezinshereniging, die wette- ding van nieuwe wetenschappelijke
lijkzijn vastgelegd in vrijwel alle wester- technische inzichten in produktieprose landen. Hoezeer dit een selectief im- cessen en produkten vindt waarschijnmigratiebeleid in de wielen kan rijden lijk vooral plaats via deze categorie
blijkt uit de Canadese ervaringen. Ca- werknemers. Oudere werknemers
nada kent sinds 1978 een selectief im- daarentegen hebben weliswaar meer
migratiebeleid gericht op het aantrek- ervaring, maar zij verouderen ook in
ken van goed-opgeleide jongeren. hun kennis. Bijscholing van oudere
Nochtans blijkt de gemiddelde leeftijd werknemers kan bevorderen dat die
van immigranten in de periode 1981- veroudering wordt gecompenseerd. De
1984 slechts iets lager te zijn dan die speciale rol van jongeren als drijvende
kracht achter technische vernieuwing
van oorspronkelijke bevolking.
Een selectief immigratiebeleid zou wordt dan minder groot. Tegen de acheen typische ad-hoc- en korte-termijn- tergrond van deze twee alternatieven
oplossing zijn voor het probleem van de om de gevolgen van de afname van het
krimpende omvang van de cohorten aantal jongeren op de arbeidsmarkt op
jeugdige nieuwkomers op de arbeids- te vangen, mogen we stellen dat voormarkt. Langere-termijnbeleid in twee lopig selectief immigratiebeleid dus zeverschillende vormen is een alternatief. ker nog geen must is.
De eerste is om de deelname van jonJo Ritzen
ge vrouwen aan de arbeidsmarkt te be-
775