Ga direct naar de content

De waan van de eeuw

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 29 1998

De waan van de eeuw
Aute ur(s ):
Langman, M.A. (auteur)
Consultant bij KPMG Bureau voor Economische Argumentatie.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4150, pagina 358, 1 mei 1998 (datum)
Rubrie k :
Boekbespreking
Tre fw oord(e n):
geschiedenis, boekbespreking

De twintigste eeuw is de eeuw van opkomst en ondergang van de hiërarchie als coördinatiemodel.
Een klein land in de 20e eeuw. Economische geschiedenis van Nederland 1914-1995 is een grondige bewerking van Economische
geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw dat Van Zanden in 1989 samen met Richard Griffiths publiceerde. Met het begrip ‘lange
20e eeuw’ onderscheidt Van Zanden zich van E.J. Hobsbawm, die in The age of extremes de economische geschiedenis van de korte 20e
eeuw beschrijft. Deze korte 20e eeuw valt samen met de levensloop van de Sovjetunie, van de eerste wereldoorlog tot 1991. Van Zanden
laat zijn 20e eeuw eerder beginnen, namelijk in het laatste kwart van de 19e eeuw. In die periode legde de tweede Industriële Revolutie
de basis voor de opkomst van het Nederlandse grootbedrijf. De Nederlandse multinationals vinden hun oorsprong in die periode.
Het is een genoegen om te lezen hoe Van Zanden de groei van deze multinationals verklaart. Niks geen voorwaardenscheppend beleid,
marktwerking, mededingingswet of offensief clusterbeleid. Philips en Unilever hebben de stormachtige groei in de beginjaren van hun
bestaan vooral te danken aan het ontbreken van patentwetgeving in Nederland, waardoor ze straffeloos buitenlandse vindingen konden
kopiëren. Daarnaast profiteerde Philips uiteraard van de lage lonen in Brabant, en, net als Shell, van effectieve internationale
kartelvorming. De Nederlandse multinationals profiteerden bovendien van de strakke antitrustwetgeving in de Verenigde Staten, die de
concurrentie in toom hield. Andere belangrijke spelers in de Nederlandse economie van vandaag, bedrijven als DSM en Hoogovens, zijn
een exponent van een bijklussende overheid avant-la-lettre.
Deze grote ondernemingen hebben een belangrijk stempel gedrukt op de economie van de 20e eeuw. Van Zanden draagt daarvoor een
opmerkelijke verklaringsgrond aan, namelijk de doelmatigheid van de bestuurlijke organisatievorm in vergelijking met het
marktmechanisme. De multinationals zijn groot geworden doordat zij in toenemende mate hun halffabrikaten zelf zijn gaan produceren,
waardoor steeds meer markten werden uitgeschakeld en vervangen door het bestuurlijke plan van de onderneming. “De opkomst van dit
type onderneming leidde tot de groei van grote, bureaucratische organisaties die in grote lijnen net zo functioneerden als de
overheidsbureaucratieën die ongeveer tegelijkertijd ontstonden”, schrijft Van Zanden.
Het vertrouwen in de doelmatigheid van de bestuurlijke organisatievorm heeft niet alleen bij de opkomst van de grote ondernemingen
een belangrijke rol gespeeld, maar ook bij drie andere aspecten van het Nederlandse maatschappelijk leven: de verzuiling, de
vakbeweging en de verzorgingsstaat. Alledrie zijn ze te herleiden tot wantrouwen in de markt als zodanig en tot de wens om
marktprocessen te beheersen door middel van efficiëntere en/of meer rechtvaardige organisatievormen.
Wat dat betreft is de fasering van Hobsbawm misschien zo gek nog niet. De maakbaarheid van de samenleving mag dan in de
socialistische planeconomieën wat verder zijn doorgevoerd dan in de kapitalistische economieën, maar in essentie verschillen de grote
bureaucratische ondernemingen toch niet veel van de planeconomieën. Wellicht dat het dezelfde factoren zijn die hebben geleid tot
zowel de neergang van de socialistische planeconomieën als de diepe crisis in het kapitalistische deel van de wereld in de jaren zeventig.
De bestuurlijke organisatievorm is als coördinatiemodel naar de achtergrond verdrongen ten faveure van het marktmechanisme. In de
grote multinationale ondernemingen heeft de hiërarchie als organisatiemodel afgedaan. Op alle niveaus is een belangrijke plaats
ingeruimd voor de interne markt. Winstverantwoordelijke business units sturen elkaar rekeningen voor geleverde prestaties en
prestatieafhankelijke beloning van het personeel begint steeds meer regel te worden.
In de maatschappelijke ordening is het nieuwe wantrouwen in het bestuurlijke organisatiemodel, en het herwinnen van het vertrouwen in
de markt nog veel beter zichtbaar. Op wat hardnekkige resten na is de verzuiling verleden tijd. In de politiek blijken nieuwe coalities
mogelijk die, zij het met voortdurende aarzeling, steeds meer geneigd zijn het maatschappelijke middenveld in de besluitvorming over te
slaan. De sociale zekerheid wordt op een nieuwe leest geschoeid, waarbij de verantwoordelijkheid voor een adequate verzekering niet
langer maatschappelijk wordt georganiseerd, maar wordt overgelaten aan het vrije spel der maatschappelijke krachten. Ieder mens wil
graag getuige zijn van historische gebeurtenissen. En ik heb dan ook onbedwingbaar de neiging om te geloven dat de 20e eeuw in
economisch opzicht al is afgelopen. In mijn ogen heeft de oude orde al plaatsgemaakt voor een nieuwe, en is in de afgelopen twintig aar
de basis gelegd voor de economie van de 21e eeuw, net zoals in het laatste kwart van de negentiende eeuw de basis is gelegd voor de
economie van de lange 20e eeuw.
Van Zanden is voorzichtiger dan ik. Hij ziet de ontwikkeling van de jaren zeventig en tachtig als een van crisis en nieuwe dynamiek, die
eerder moet worden gezien als een voortzetting van wat voorafging, dan als de aanvang van een nieuw tijdperk. Over honderd jaar, als
de eerste boeken (of laten we zeggen, informatiedragers) verschijnen over de lange eenentwintigste eeuw, zal daar wel meer duidelijkheid

over komen.
Hoe het ook zij, het boek van Van Zanden heb ik met rode oortjes gelezen. Het geeft een prettig leesbaar overzicht van de economische
geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw. Aan de ene kant laat het boek een indruk achter van een geweldige dynamiek: de wereld ziet
er toch heel anders uit dan honderd jaar geleden. Aan de andere kant is er ook aanleiding voor relativering: zoals het vertrouwen in de
bestuurlijke organisatievorm als instrument voor de maakbaarheid van samenleving en onderneming is ontstaan en weer verdwenen, zo
zal ook de marktwerkingshype die nu in opkomst is, op een gegeven moment wel weer zijn uitgewoed. Een waan van de dag kan je het
niet noemen, misschien is het meer de waan van de eeuw die ons parten speelt.

Jan Luiten van Zanden, Een klein land in de 20e eeuw. Economische geschiedenis van Nederland 1914-1995, Het Spectrum,
Utrecht, 1997.

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur