Ga direct naar de content

De markt meester

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 27 2001

De markt meester
Aute ur(s ):
Anne Reitsma (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4325, pagina D32, 27 september 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Effecten en toekomst van mdw
Tre fw oord(e n):
epiloog

MDW was nodig. Als het niet is om de effecten, dan toch om de discussie te stimuleren over hoe markten nu eigenlijk ‘werken’ en hoe
ze daartoe te brengen zijn.
De wenselijkheid en de positieve effecten van vermindering van lastendruk en verbetering van de kwaliteit van regelgeving – de d en de
w van de operatie – staan vrijwel buiten kijf. Ook de wenselijkheid van het introduceren van marktwerking in de collectieve sector via
vormen van vraagsturing is onbesproken. Tenslotte is verbeterde handhaving en naleving van regels, ook uit oogpunt van een gezonde
concurrentie en ter vergroting van het maatschappelijk surplus, noodzakelijk. Waar het echter gaat om de effecten en de vorm en mate
van de introductie van marktwerking, blijkt discussie te blijven bestaan.
Dit hangt mijns inziens ten eerste samen met een goed uitgewerkt begrip van hoe markten werken. De notie dat zulks reeds het geval is
als er zowel talrijke consumenten als aanbieders zijn, is, zoals ook de Directie Marktwerking erkent, te mager.
In de reacties van Boone en Koole en Sandriman, maar ook in het artikel van Etty en Veraart, komt naar voren dat het er vooral om gaat of
vragers aanbieders kunnen disciplineren. Daartoe is het nodig dat ze kunnen stemmen met de voeten: de dreiging dat ze naar een ander
gaan als de aanbieder ze niet bevalt, moet voldoende prikkel zijn voor het bieden van kwaliteit of een lagere prijs. Maar als de voeten niet
weten waarheen ze moeten gaan, omdat niet van te voren de kwaliteit van het aanbod kan worden bepaald, kan marktwerking uitblijven
of kunnen onbedoelde effecten optreden. Akerlof gaf in ‘The market for lemons’ al aan dat in zo’n geval een situatie kan resulteren waarin
uitsluitend de slechte aanbieders overblijven. De Consumentenbond schetst hoe op zo’n markt ook een omgekeerd mechanisme in
werking kan treden: als de prijs als enig signaal van kwaliteit kan dienen, doen aanbieders er goed aan hun prijs te verhogen. In beide
gevallen is de vraag hoeveel wijzer de consument wordt van MDW. Hij heeft wel meer keus, maar die komt tegen een prijs.
Daarbij hebben we het dan nog niet over schade die de consument eventueel lijdt voor hij constateert dat hij met een slechte aanbieder
van doen heeft. De kosten van de keus voor een slechte bakker liggen in dit opzicht beduidend lager dan die van de keus voor de
verkeerde advocaat of de verkeerde school. Natuurlijk bieden de waarborgen die MDW blijvend heeft ingebouwd, een zekere, soms – in
het geval van makelaars – zelfs verbeterde garantie dat aan bepaalde beroepskwalificaties is voldaan. De vraag is echter of daarmee ook
de kwaliteit van de dienst voldoende is gewaarborgd. Noch in de taxibranche, noch in de het notariswezen, lijkt de consument hiervan
overtuigd. Niet alleen ten aanzien van vraagsturing, maar ook ten aanzien van vrije beroepen, is informatie dus van groot belang. Noopt
dit tot een postbus 51 spotje over de kwaliteit van taxichauffeurs? Of moeten we, met Teulings redenerend, niet méér informatie maar een
adequate verdeling van het surplus nastreven, bijvoorbeeld door waarborgen achteraf in te stellen (een procedure tegen je advocaat?).
Dit alles geeft in ieder geval aan dat goede marktwerking niet vanzelf komt.
Een andere vraag die in dit Dossier naar voren komt is, hoe ver marktwerking moet gaan. Holtus en Linssen stellen dat de effecten van
MDW zich pas laten vaststellen als “markten voldoende zijn open gegaan”. Maar wat is eigenlijk ‘voldoende’? Vianen maakt duidelijk dat
er, met het oog op verbetering van statische en dynamische efficiëntie, een delicaat evenwicht kan bestaan tussen toetreding en
bescherming. En in de bijdragen van Keuzenkamp en Theeuwes wordt duidelijk dat sommige partijen zelfs vinden dat het al genoeg
geweest is, of dat zij de perceptie van gewenste hervormingen van markten sterk kunnen beïnvloeden.
Het is daarom wenselijk dat de overheid, althans voor een afgebakende periode van redelijk stabiele omgevingsfactoren, kan aangeven
hoe en op welke gronden zij zelf bepaalt wat ‘voldoende’ is.
Een derde punt waar ik vraagtekens bij zet, is de geaccepteerde notie dat de efficiëntievoordelen terecht moeten komen “daar waar zij
horen”: bij de consument. Alhoewel in de schematische voorstellingen van vraag en aanbod, bijvoorbeeld in een situatie met weinig
aanbieders, die ingrepen die leiden tot een groter maatschappelijk surplus, óók leiden tot efficiëntievoordelen voor de consument, en
aldus consumentenvoordeel en maatschappelijke welvaartsverbetering hand in hand gaan, ben ik beducht voor een situatie waarin het
consumentenvoordeel het enige Leitmotiv gaat vormen. De Californische stroomcrisis maakte duidelijk dat een dergelijke notie ook tot
verwrongen introducties van ‘marktwerking’ kan leiden.
Mijns inziens verdienen aldus bij de voortzetting van MDW vooral de uitgangspunten blijvend aandacht. De overheid moet aldus
voortdurend ijkmeester van haar eigen beleid blijven. Wanneer zij dit doet, verwacht ik evenwel dat zij ook de markt meester wordt. Ik
hoop dat de visies die in dit Dossier naar voren zijn gebracht, daarin een rol kunnen spelen.

Dossier Effecten en toekomst van mdw
A. Jorritsma-Lebbink en A.H. Korthals: Mdw: een operatie met effect
M. Stefanski: Mdw in vogelvlucht
J.B.G.M. Holtus en G.W.J.M. Linssen: In het kraaiennest van mdw
J. Boone, reactie: De vragen die mdw niet stelt
D.P. van den Bosch: Meer vrijheid in de vrije beroepen
W. Koole en H. Sandriman, reactie: Notarissen: kernproblemen onopgelost
J. Vianen: Werkt mdw voor het mkb?
B.I. van der Burg, reactie: Haal meer uit de mdw-operatie
W. Derksen: Marktwerking en publieke belangen
A. Klamer, reactie: Welk belang prevaleert?
D.J. Janssen: Verder met mdw
H.A. Keuzenkamp, reactie: Doelen of dolen
W. Etty en M.D.L. Veraart: Ontvoogding van de burger
F.J. De Vijlder, reactie: Verandering technische uitgangspunten nodig
E. Bauw, F. van Dijk en P. van Wijck: Impulsen voor een effectievere overheid
H.M.C.M. van Oorschot, reactie: Nog een lange weg te gaan
J.J.M. Theeuwes: Nooit meer zonder mdw
C.N. Teulings, reactie: Niet ontpolderen maar depolitiseren
A.M. Reitsma, epiloog: De markt meester

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur