Ga direct naar de content

Nog een lange weg te gaan

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 27 2001

Nog een lange weg te gaan
Aute ur(s ):
Oorschot, H.M.C.M., van (auteur)
De auteur is b urgemeester van Delft.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4325, pagina D27, 27 september 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Effecten en toekomst van mdw
Tre fw oord(e n):
handhaving

De laatste tijd zijn regelgeving en handhaving regelmatig aan de orde. Dit is vooral het gevolg van een heftige politieke reactie op
rampen en ongevallen, die in Nederland hebben plaatsgevonden. Toch zullen velen, die bij wetgeving, regelgeving en handhaving
betrokken zijn, nauwelijks verbaasd zijn over datgene wat zich in de afgelopen jaren in Nederland heeft voorgedaan. Het is immers al
lang bekend, dat wet- en regelgeving in het algemeen met onvoldoende samenhang, met weinig oog voor handhavingsmogelijkheden en
draagvlak in de samenleving worden opgesteld. Veel wet- en regelgeving wordt dan ook ingegeven door politiek van de dag en druk van
belangengroepen. Hierdoor is een onsamenhangend en niet te handhaven stelsel tot stand gebracht. Dit stelsel heeft er niet alleen voor
gezorgd, dat de handhaving niet meer te realiseren is, maar ook dat het moeilijk is om tot kwalitatief goede dienstverlening te komen.
Veel regels op verwante terreinen worden los van elkaar ontwikkeld en maken daardoor de handhaving moeilijk en soms zelfs onmogelijk
omdat ze tegengesteld zijn. Denk daarbij aan regels rondom het bouwen en gebruiken van gebouwen (zoals bouwbepalingen,
milieubepalingen, gebruiksbepalingen, horeca bepalingen, enzovoort) en bepalingen die te maken hebben met het inkomen (zoals
huursubsidie, belastingaftrek voor de eigen woning, bijzondere bijstand, voorzieningen gehandicapten, arbeidsactivering en andere
gemeentelijke subjectsubsidies). Deze regelingen worden voor een belangrijk deel binnen specialistische departementen van het rijk
ontwikkeld en zijn vaak moeilijk uitvoerbaar op lokaal niveau. Dit komt de handhaving natuurlijk niet ten goede.
In veel gevallen vindt uitbreiding van regelstelsels plaats, zonder dat men zich afvraagt of er überhaupt handhavingcapaciteit is of
zonder dat tegelijkertijd uitbreiding van handhavingscapaciteit wordt geregeld. Het gevolg hiervan is onvermijdelijk dat er óf niet
gehandhaafd wordt op dat nieuwe terrein óf er van een bestaand terrein handhavingscapaciteit wordt afgesnoept. Linksom of rechtsom
ontstaat bij een nieuwe regel dan een handhavingstekort. Als we alle regels die in dit land gelden werkelijk zouden willen handhaven, is
vermoedelijk een vervijfvoudiging van inspecteurs, toezichthouders, agenten, en dergelijke nodig. Het is te gemakkelijk om te zeggen, dat
dat niet hoeft, omdat niet iedere regel behoeft te worden gehandhaafd. Als er een op bepaald beleidsterrein iets ergs gebeurt, stort deze
stelling in. Bovendien is de vraag of we regelgeving, die we niet handhaven – en dus overtredingen gedogen – moeten willen.
Dat brengt ons bij het derde punt. Het hele handhavingsgebeuren wordt, evenals wet- en regelgeving, in hoge mate aangestuurd door
gelegenheidsbeleid en gelegenheidspolitiek. Veel regelgeving komt tot stand omdat daar mee kan worden gescoord, de krant er over
schrijft of omdat een ambtelijk beleidsmaker nu eenmaal wordt geacht beleid te maken.
Bovendien is iedere regel op zichzelf vaak best te rechtvaardigen. Of de samenleving er op zit te wachten en vooral of de samenleving er
een jaar later nóg op zit te wachten, is echter zeer de vraag. Die veelheid van regels en de gecompliceerdheid van het totale stelsel
dwingen de overheid bovendien om steeds meer relaties met private partijen (PPS) aan te gaan om doelstellingen nog te realiseren. Door
Bauw, van Dijk en van Wijck wordt opgemerkt, dat dit soort samenwerking het gezag en het gezicht van de overheid aantasten. Daardoor
zouden regels minder goed te handhaven zijn. Volgens mij ligt het omgekeerd. Omdat we zoveel slecht gecoördineerde regels hebben, is
publiek private samenwerking vaak onvermijdelijk.
Veel van de wet- en regelgeving vindt plaats in het bestuurlijke circuit. Hierdoor wordt een belangrijk stuk van de verantwoordelijkheid
voor de preventieve handhaving bij de overheid gelegd. De overheid moet een vergunning geven en handhaven. Als er vervolgens iets
in strijd met die vergunning gebeurt, verschuift de publieke aandacht al heel gauw naar de overheid. Die heeft de vergunning verkeerd
afgegeven of ieder geval niet goed gehandhaafd. Dat er bij de burger of het betrokken bedrijf sprake is van een overtreding of een
misdrijf sneeuwt dan al snel onder. De grote rapporten over Volendam en Enschede gaan over bestuurlijk falen, niet over gedrag van
individuele burgers.
Hiermee creëert de overheid voor zichzelf een onmogelijke positie. Met vergunningverlening en handhaving vallen crimineel gedrag en
ernstige burgerlijke onachtzaamheid niet te compenseren. Daar zijn geen vergunning en handhaving tegen bestand.
Tegelijkertijd moeten we ons realiseren, dat hoe juist het hiervoor gestelde ook mag zijn, de enorme veelheid van regels en de gebrekkige
samenhang daartussen, het voor de burger wel steeds moeilijker maakt om door de bomen het bos te zien. Het uitgangspunt dat de
burger de wet moet kennen is al lang onrealistisch geworden en de veelheid van wetgeving neemt nog steeds toe, terwijl afstemming en
kwaliteit afnemen.
De hierboven weergegeven thema’s geven aan dat de mdw-operatie nog lang niet ten einde is. Er moet nog veel gebeuren. Niet alleen
vanwege marktwerking en deregulering, maar ook vanwege de bestuurlijke en juridische kwaliteit van ons stelsel van wet- en

regelgeving. In die zin zou een verdere verbreding van de operatie naar het departement van Binnenlandse Zaken moeten worden
overwogen.

Dossier Effecten en toekomst van mdw
A. Jorritsma-Lebbink en A.H. Korthals: Mdw: een operatie met effect
M. Stefanski: Mdw in vogelvlucht
J.B.G.M. Holtus en G.W.J.M. Linssen: In het kraaiennest van mdw
J. Boone, reactie: De vragen die mdw niet stelt
D.P. van den Bosch: Meer vrijheid in de vrije beroepen
W. Koole en H. Sandriman, reactie: Notarissen: kernproblemen onopgelost
J. Vianen: Werkt mdw voor het mkb?
B.I. van der Burg, reactie: Haal meer uit de mdw-operatie
W. Derksen: Marktwerking en publieke belangen
A. Klamer, reactie: Welk belang prevaleert?
D.J. Janssen: Verder met mdw
H.A. Keuzenkamp, reactie: Doelen of dolen
W. Etty en M.D.L. Veraart: Ontvoogding van de burger
F.J. De Vijlder, reactie: Verandering technische uitgangspunten nodig
E. Bauw, F. van Dijk en P. van Wijck: Impulsen voor een effectievere overheid
H.M.C.M. van Oorschot, reactie: Nog een lange weg te gaan
J.J.M. Theeuwes: Nooit meer zonder mdw
C.N. Teulings, reactie: Niet ontpolderen maar depolitiseren
A.M. Reitsma, epiloog: De markt meester

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur