Ga direct naar de content

De krach van 1987

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 18 1987

r
De krach van 1987
Als achter een beurskrach de diepere bedoeling schuilgaat om bij ons
ieder zweempje van overmatig zelfvertrouwen de kop in te drukken, dan
moet de krach van 1987 als een groot
succes worden beschouwd. Beleggers
likken hun wonden, technische analysten moeten weer terug naar de tekentafel, strategen vragen zich af in
welke aandelen nu belegd moet gaan
worden (als er al belegd moet gaan
worden), hoogleraren buigen zich vertwijfeld
over
de
efficientemarkthypothese en economen piekeren over de vraag of de beurs nu de volgende recessie heeft aangekondigd.
Een enkele yuppie is zijn baan kwijt en
is nu een puppie (‘poor urban professional’), ledereen is weer terug bij af.
Wat op 19 oktober gebeurde was nog
nooit eerder gebeurd.
Zoals te verwachten viel, waren er
achteraf verklaringen genoeg voor de
record-koersval: de twee Amerikaanse
tekorten, de gestegen lange rente,
angst voor oplopende inflatie, angst
voor alsnog een vrije val van de dollar,
spanningen in het Midden-Oosten. Deze factoren bestonden echter al geruime tijd en kunnen een beurscorrectie
verklaren (die werd ook wel in brede
kring verwacht, na de eerdere forse
stijging op Wall Street), maar niet een
val van 508 punten op een dag.
Er waren zeker wel analysten op
Wall Street, die al geruime tijd ‘bearish’ (pessimistisch over de aandelenmarkt) waren, maar dat was deze keer
op zichzelf niet voldoende, vanwege
de omvang van de daling, die ver buiten de properties lag waarin normaal
over koerscorrecties wordt gedacht.
Een van de vele lessen van oktober
was bovendien weer de cruciale betekenis van timing bij het beleggen. John
Mendelson, een technisch analyst van
Dean Witter met goeroe-status, had al
vanaf eind 1986 een ernstige correctie
op Wall Street voorspeld. Deze kwam
maar niet en kwam maar niet, en de
Dow Jones ging van 1900 naar 2700.
Uiteindelijk kwam de correctie wel,
maar wie vorig jaar al naar Mendelson
had geluisterd was minder af dan de
belegger die helemaal niet had geluisterd en tot en met de val op zijn
stukken was blijven zitten. Voorspellingen met betrekking tot aandelenbeurzen hebben een prijsdimensie en een
tijdsdimensie; de laatste is zeker zo belangrijk als de eerste.
Van een aantal ‘star performers’ (beleggers als Peter Lynch van Fidelity
Magellan, het grootste beleggingsfonds ter wereld, George Soros van
1R-1 1-1QR7

J.J. van Duijn

Quantum Fund, en Robert Wilson) is
bekend dat zij volbelegd mee omlaag
zijn gegaan. Dit zijn beleggers met een
superieure performance over langere
termijn, die de overtuiging hadden dat
de ‘bull market of a life-time’ nog intact
was, ook al zou er op de weg omhoog
heus wel eens een correctie plaatsvinden. Wat beleggen tot zo’n machtig interessant en uitdagend vak maakt is
dat niemand nog kan zeggen of zij al
dan niet gelijk zullen hebben. De recorddaling van 19 oktober lijkt het
uiterst onwaarschijnlijk te maken,
maar er kunnen nieuwe ‘highs’ op volgen, mits de wereldeconomie niet
voortijdig in een recessie belandt.
De koersval van 19 oktober was
uniek omdat zij (althans ten dele) werd
veroorzaakt door iets wat bij de vorige
correctie (die van januari-augustus
1984) nog niet eens bestond: ‘portfolio
insurance’. ‘Portfolio insurance’ is een
techniek waarbij beleggers hun aandelen niet verkopen, maar de portefeuille
in een beweging naar beneden afdekken door de verkoop van termijncontracten op een index (meestal de Standard & Poor’s 500). De verkopen geschieden automatisch in een aantal
ronden, wanneer bepaalde procentuele dalingen van de markt bereikt worden. De maand oktober gaf de eerste
test van de praktische toepasbaarheid
van ‘portfolio insurance’. Een van de
lessen was dat wanneer iedereen tegelijk de techniek wil toepassen, de koersen naar beneden worden gedreven
en de ‘insurance’ voorde laatsten in de
rij niet meer werkt.
De andere kant van ‘portfolio insurance’ is dat de dekking op nu nog af-

gedekte portefeuilles in een opgaande
markt weer ongedaan moet worden
gemaakt. Anders profiteren die portefeuilles immers niet van de koersstijging. In principe zal een draai in de
markt ook een sterke stijging omhoog
kunnen bewerkstelligen, als termijncontracten worden gekocht en deze de
prijzen van de onderliggende aandelen omhoog stuwen.
Wie het dezer dagen moeilijk hebben zijn de aanhangers van de efficiente-markthypothese. Volgens deze
hypothese handelen beleggers strikt
rationeel en zit alle bekende informatie
al in de prijzen. Praktische beleggers
weten echter dat mensen gedreven
worden door ‘fear and greed’, waar het
hun handelen op de beurs betreft,
maar met dat soort menselijke gevoelens weet de efficiente-markthypothese helaasgeen raad. Professor William Sharpe, auteur van een bekend
leerboek, moest dan ook toegeven:
„We’re all totally perplexed” (aldus de
Wall Street Journal van 26 oktober).
Een zeer wezenlijke vraag is natuurlijk of er meer zit achter deze uitbarsting van angst en paniek. Zoals
The Economist het een tijd geleden
eens illustreerde (met de tokening van
een man die uit het raam springt en het
onderschrift ‘Does he know something
we don’t ?’): voorspelt de beurs een recessie? Drs. De Bidder, de directeur
van het Centraal Planbureau, stond
snel klaar om tegenover het Financieele Dagblad (van 21 oktober) te verklaren: ,,De beurs is altijd een slechte
voorspeller van de economie”. Nu is in
de VS algemeen bekend, op basis van
tachtig jaar ervaring, dat de beurs de
beste conjunctuurvoorspeller is (zeker
geen onfeilbare, maar wel de beste) en
lijkt De Bidder niet de eerst aangewezene om met zo’n uitspraak te komen.
De beurs voorspelt conjunctuuromslagen immers heel wat beter dan het
Centraal Planbureau (zie b.v. de
laatste omslag van 1982 en wat het
CPB in September in de MEV 1983
voorspelde).
Beurscorrecties moeten zeer serieus worden genomen en de krach
van 1987 is een ernstig signaal, zeker
in de eerste plaats aan regeerders die
door hun uitlatingen over en weer bij investeerders en beleggers veel twijfel
hebben gezaaid over de voortzetting
van het conjunctuurherstel. We kunnen alleen maar hopen dat de oktobercorrectie achteraf een ‘blessing in disguise’ zal blijken te zijn geweest.
J.J. van Duijn
1083

Auteur