De financiele
berichtgeving van Philips:
enkele aanbevelingen
De financiele berichtgeving van Philips via jaarrekeningen en kwartaalmededelingen staat op een relatief hoog
peil. Toch zou de kwaliteit op enkele
onderdelen ervan aanzienlijk kunnen
worden verbeterd. Door het verstrekken van meer informatie zou Philips de
beleggers een beter inzicht kunnen verschaffen, zodat deze beter in staat zijn
de (financiele) risico’s van het aandeel
te schatten. Dit laatste zou kunnen leiden tot een prijsvorming van de vermogenskosten die recht doet aan het concern. (Vergelijk een verzekeringsmaatschappij die voor de brandverzekering
wil weten of een huis bedekt is met
dakpannen of met riet). Tegen deze
achtergrond volgen hier enkele aanbevelingen.
Onderzoek en ontwikkeling
Philips besteedde de laatste jaren
rond 8% van de omzet aan uitgaven
voor onderzoek en ontwikkeling
(/ 4.557 min. in het jaar 1989). Het beleid van Philips is blijkbaar geweest om
op deze post niet (fors) te bezuinigen.
Voor beleggers en andere belanghebbenden is het belangrijk om te weten of
Philips dit (sterke) beleid kan voortzetten. Philips zou daarom voortaan ook in
de kwartaalmededelingen de uitgaven
voor onderzoek en ontwikkeling moeten vermelden.
Koersverschillen
‘De grondslagen van de jaarrekening’ van Philips bevatten onder meer
de volgende bepalingen:
“Koersverschillen die ontstaan bij de
herleiding in guldens van de netto-investeringen in buitenlandse deelnemingen worden als omrekeningsverschillen rechtstreeks ten gunste of ten laste
van het eigen vermogen gebracht.”
En: “In de winst- en verliesrekening
zijn omzet, kosten en resultaten van
buitenlandse deelnemingen herleid tot
guldens tegen de gemiddelde koersen
van de betrokken perioden. De saldi
van de betrokken resultatenrekeningen
worden per het einde van het jaar om596
gerekend tegen de koersen die in de
balans worden gehanteerd. Het hierdoorontstane verschil met het netto-resultaat in de winst- en verliesrekening
wordt rechtstreeks ten gunste of ten
laste van het eigen vermogen gebracht.”1
In het jaar 1989 boekte Philips onder
het hoofd ‘Omrekeningsverschillen
vreemde valuta’ een verlies van /1.807
mln. rechtstreeks af van het eigen vermogen. De winst- en verliesrekening
werd derhalve niet met dit bedrag belast. In de periode 1981-1989 bedroegen deze omrekeningsverliezen in totaal / 7.632 min. Ter vergelijking: de
ingehouden winsten vanaf de oprichtting tot en met het jaar 1984 bedroegen
/ 7.310 mln.
De toelichting die Philips bij de omrekeningsverschillen geeft, is uiterst
beperkt. Beleggers en andere belanghebbenden zouden gediend zijn met
een nadere specificatie van genoemde verschillen. Hierbij zou Philips de
Omrekeningsverschillen in elk geval
moeten splitsten in:
– verschillen betreffende netto-investeringen in buitenlandse deelnemingen, en
– verschillen betreffende de resultaten
van buitenlandse deelnemingen.
(Aan het begin van deze paragraaf
zijn deze verschillen ook afzonderlijk
aangehaald)
technologische ontwikkelingen de kostprijzen van produkten minder sterk stijgen dan de prijzen in het algemeen
stijgen. Vooral ten aanzien van de zogenaamde hyper-inflatielanden kan dit
leiden tot een structureel tekort aan herwaardering ten opzichte van de Omrekeningsverschillen3. De beleggers mogen van Philips verwachten dat voortaan in de verslaggeving aandacht
wordt geschonken aan dit (dreigend)
structureel tekort. Te meer daar Philips
tot dusver de indruk wekt de winst te
bepalen onder handhaving van de financiele structuur. Dit laatste blijkt bij
voorbeeld uit het volgende citaat: “Aan
Herwaardering worden ten laste van de
winst- en verliesrekening eveneens bedragen toegevoegd indien het eigen
vermogen groter is dan het in goederenactiva geinvesteerde vermogen. Op
deze wijze wordt de in het kader van het
continufteitsstreven noodzakelijke financieringsstructuurgehandhaafd”4.
Overigens zou Philips om misverstanden te voorkomen, de laatste volzin
van bovenstaand citaat beter anders
kunnen formuleren. Immers, voor het
handhaven van een financieringsstructuur is meer nodig dan een bepaald
stelsel van winstberekening. De omvang van het resultaat, de dividendpolitiek en tal van andere factoren zijn ook
van belang.
Overige bedrijfsopbrengsten
In de kwartaalmededelingen worden
de overige bedrijfsopbrengsten niet afzonderlijk vermeld. Philips zou dat wel
moeten doen, zodat per kwartaal inzicht
wordt verkregen in het ‘echte’ resultaat
uit gewone bedrijfsuitoefening.
J. Keus
De auteur is universitair hoofddocent aan de
Erasmus Universiteit te Rotterdam.
Herwaardering
Tegenover de hierboven genoemde
omrekeningsverliezen staan herwaarderingen die rechtstreeks ten gunste
van het eigen vermogen gebracht werden. In de periode 1981-1989 bedroegen deze herwaarderingen in totaal
/ 5.240 mln. Het blijkt dus dat in die
periode de omrekeningsverliezen de
herwaarderingen per saldo met / 2.392
miljoen overtroffen (/ 7.632 mln. minus
/ 5.240 mln.). Zie hier een oorzaak van
de verslechterde financiele structuur
van Philips2.
Het is overigens niet ondenkbaar dat
het minder sterk stijgen van de herwaardering samenhangt met hetfeitdat
in de elektrotechnische Industrie door
1. Jaarrekening 1989, biz 4.
2. J. Keus, Een analyse van veertig jaar
Philips, ESB, 13juni 1990.
3. Zie ook: H.L. Brink, Vreemde valuta in de
Jaarrekening, in: Vergelijkbaarheid van jaarrekeningen in nationaal en internationaal
perspectief, Euroforum-Jaarrekeningencongres1989, Kluwer, 1990.
4. Jaarrekening 1989, blz.4.