Dat nooit weer!
De grote Europese ondernemers zijn bang. Niet voor
de toekomst van hun bedrijven, maar wel voor de gevolgen van de saneringen die zij doorvoeren. In deze
kringen dringt het besef door dat Europa niet ongestraft door kan gaan met het wegsaneren van banen.
Was werkloosheid en met name hardnekkige langdurige werkloosheid voornamelijk iets voor laaggeschoolden en etnische minderheden, thans begint dit
verschijnsel ook door te dringen in lagen van de geschoolde arbeiders en de middenklasse. Dit baart zorgen. Immers, het valt niet te verwachten dat ook zij
zich gedwee richting verzorgingsstaat zullen laten
leiden, die per slot van rekening steeds kariger en
restrictiever wordt.
De concrete angst is die voor rechts extremisme.
Een reële angst gezien de groei van de aanhang van
Schonhüber in Duitsland, Hälder in Oostenrijk, Le
Pen in Frankrijk, het Vlaamse Blok in België en Janmaat in Nederland. Deze bewegingen hebben zich
tot tolk gemaakt van de gevoelens van onrust en frustratie van een deel van diegenen die langdurig buiten
het arbeidsproces zijn geraakt, en van de mensen die
bang zijn voor al die veranderingen om hen heen.
De Europese ondernemers klampen zich voor de beheersing van dit gevaar vast aan de overlegeconomie, de vakbonden en de sociaaldemocratische partijen. Zij worden immers geacht de onderklasse te
kennen en, belangrijker, hen in toom te houden.
De huidige situatie toont enige gelijkenis met die
van de jaren dertig. Ook toen grote werkloosheid en
een machteloze politiek. Hitler en het NationaalSocialisme wonnen terrein omdat zij de zorgen van
de onderklasse en middenklasse serieus namen. HitIer zorgde aanvankelijk, door het optuigen van een
complete oorlogseconomie, voor datgene waar het
meest behoefte aan was: werk. Daarnaast gaf hij het
Duitse volk iets waar zonder geen mens kan leven:
perspectief. Hij gaf het volk een gevoel bijzonder te
zijn, onoverwinnelijk zelfs, en hij bood het een toekomst: het Duizendjarige Rijk. Hitler kende ook de
oorzaak van alle ellende: de joden. We willen graag
collectief verdringen dat Hitler langs democratische
weg aan de macht is gekomen. Het was de onmacht
van de Duitse politiek die het vacuüm schiep voor de
opkomst van Hitler en het nationaal-socialisme. Duitsland heeft het geweten. Het Duizendjarige Rijk heeft
maar twaalf jaar geduurd, miljoenen joden zijn afgevoerd naar de gaskamers en ontelbaren zijn gesneuveld of van honger en ontbering gestorven.
Koerst Europa opnieuw op een dergelijk inferno
af? Ik denk het niet, omdat de omstandigheden zo
heel anders zijn. Zeker, Oost-Europa en de voormalige Sovjetunie worden geconfronteerd met ernstige
verschijnselen van maatschappelijke, politieke en
economische ontbinding. West-Europa kampt met de
aanpak van de modernisering van zijn verzorgingsstaten en de tot ledigheid en apathie aanzettende verzorgingsarrangementen.
Daar staat tegenover een
E5B 5-1-1994
enorme rijkdom in het westen van
Europa, de beroepsbevolking is redelijk tot zeer goed geschoold, de
huisvestings- en gezondheidstoestand van de bevolking is uitstekend en meer in het algemeen zijn
de mensen veel mondiger, geëmancipeerder geworden. Men zal niet
zo snel, en vooral niet zo vol overgave meer aanhollen achter iemand
die zegt te weten wat de oorzaak is
van de crisis die zoveel mensen in
een uitzichtloze situatie stort.
Dit alles neemt niet weg, dat het
geluid “eigen volk eerst” alom hoorbaar is geworden. Beschaafde politici suggereren dat het land wel eens
W:S.P. Fortuyn
vol zou kunnen zijn en dat we de stroom buitenlanders op zijn minst sterk dienen in te dammen. Daarnaast zijn er de minder beschaafde geluiden van Janmaat e.a. Zij springen in het gat dat de politiek hen
heeft gelaten en vertolken de angst van een deel van
de onder- en middenklasse. Een angst die de politieke partijen links laten liggen. Alle Nederlandse partijen verdringen zich op het ogenblik in het midden.
De Partij van de Arbeid heeft zich daar bijgevoegd en
is daar erg trots op. Intussen heeft de PvdA de onderklasse wel haar politieke stem ontnomen. Het was in
ons land van oudsher de sociaal-democratie die de
belangen van de onderklasse verwoordde en vertegenwoordigde. De oude sociaal-democratie is na de
tweede wereldoorlog met de arbeidersklassse ingegroeid in de burgerlijke maatschappij.
Vanaf 1970 hebben we delen van die onderklasse
weer buiten onze maatschappij geplaatst, in het verzorgingstehuis dat onze verzorgingsstaat is. In dat tehuis mag men zijn tijd doorbrengen in ledigheid, verstoken van al wat vitaal is in onze maatschappij en
economie. De Partij van de Arbeid spant zich in dat
tehuis in stand te houden en heeft gedurende een
reeks van jaren aan de rem gehangen als het er om
ging het tehuis zodanig te verbouwen dat zijn bewoners weer iets gingen doen voor de kost. Het is dus
wel buitengewoon hypocriet om uit de mond van
Wim Kok te moeten horen: eigen volk eerst, dat
nooit weer! De enige manier om dat te voorkomen is
het wegnemen van de oorzaak van deze gevoelens
en gedachten en dat betekent iedereen in Nederland
die gezond van lijf en leden is weer aan de slag1. Ik
wens het economenvolk van Nederland voor 1994
toe om aan deze opgave voor de Nederlandse samenleving zijn gaven van geest en hart volledig te wijden, opdat het opkomende rechts extremisme geen
schijn van kans wordt geboden!
1. Hoe dat kan, wordt uitgewerkt
in mijn boek De overheid
1993.
als ondernemer, Contact, Utrecht/Antwerpen,