■ Gerdien Meijerink, Rob Luginbuhl, Kasia Grabska en Leon Bettendorf (CPB)
Productiviteitsgroei, hier gemeten als bbp per gewerkt uur, is een belangrijke oorzaak van economische groei. Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, terwijl de andere factoren gelijk blijven, wordt er meer geproduceerd. Daardoor zal ook de welvaart toenemen.
Al een tijd lijkt in de ontwikkelde economieën de arbeidsproductiviteit minder hard te stijgen dan in het verleden; er wordt dan ook gesproken over een productivity slowdown. Het IMF en de OESO constateren dat in de ontwikkelde economieën al voor de Grote Recessie een structurele tegenwind blies die de arbeidsproductiviteitsgroei verlaagde. Dit werd veroorzaakt door een afnemende ICT-hausse, langzamere verspreiding van technologische ontwikkelingen, afnemende handel en een groeiende mismatch tussen beschikbare en gevraagde kennis en vaardigheden (human capital). De Grote Recessie heeft de groei van de arbeidsproductiviteit nog eens extra vertraagd door lagere investeringen in technologie en innovatie.
De productiviteitsgroei in Nederland past in dit beeld. De figuur laat de structurele arbeidsproductiviteitsgroei zien die zo veel mogelijk is opgeschoond voor cyclische factoren als recessies, door een structural space-model te gebruiken.
In de figuur is te zien dat, na een flinke daling in de jaren zeventig, de productiviteitsgroei rond de 1,5 procent is blijven schommelen. Tijdens de eeuwwisseling is er een opvallende stijging, die sterk lijkt samen te hangen met de ICT-revolutie. De daling van de productiviteitsgroei in Nederland tot onder de 1 procent sinds de ICT-revolutie blijkt moeilijk te verklaren. Het is niet ondenkbaar dat de verklaringen die zijn gegeven voor de ontwikkelde economieën ook een rol spelen in Nederland, maar hard bewijs ontbreekt nog. En hoewel de structurele arbeidsproductiviteitsgroei zo veel mogelijk is gecorrigeerd voor cyclische factoren, is het niet mogelijk deze geheel te scheiden van de diepe sporen die de financiële crisis en Grote Recessie hebben achtergelaten. Het is daarom nog te vroeg om uit de figuur een trend voor de toekomst te destilleren.