Ga direct naar de content

Consumptie neemt niet af

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 26 1999

Consumptie neemt niet af
Aute ur(s ):
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4207, pagina 439, 4 juni 1999 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
goederenmarkten

Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen in maart was 5,9% groter dan in dezelfde maand van vorig jaar.
Groeicijfers in deze orde van grootte zijn zeldzaam. Maandcijfers kunnen door incidentele oorzaken grote fluctuaties te zien geven.
Het is daarom zinvoller de ontwikkelingen over een wat langere periode te bezien. Het groeicijfer over het eerste kwartaal van dit jaar
komt uit op 4,0% .
Niet alle onderscheiden consumptiecategorieën dragen aan de groei bij. De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen lagen, voor
prijsveranderingen gecorrigeerd, bijna 3% onder het niveau van een jaar eerder (figuur 1). Het achterblijven van deze categorie doet zich
al enige jaren voor, maar nooit was het zo geprononceerd als in het eerste kwartaal van dit jaar. De volumetoename van de bestedingen
aan duurzame goederen (ruim 10%), de meest conjunctuurgevoelige categorie, bleef in de eerste drie maanden van dit jaar uitzonderlijk
hoog. Naast auto’s waren ook woninginrichtingsartikelen erg in trek. De categorie diensten en overige goederen kent de meest stabiele
groeicijfers. Hieronder vallen onder meer de woningdiensten en de medische diensten. Het bestedingsniveau voor deze categorie lag in
het eerste trimester 3,7% boven dat van de overeenkomstige periode in 1998.

Figuur 1. Consumptie gezinnen Volume, procentuele mutaties t.o.v. voorgaand jaar
Op wat langere termijn bezien doet zich een verschuiving voor in de aandelen van de categorieën voedings- en genotmiddelen en de
duurzame goederen ten gunste van het aandeel van de diensten en de overige goederen. In waarde gemeten nam van 1990 tot 1998 de
binnenlandse consumptie met bijna de helft toe. Het aandeel van de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen in het totaal nam af
van 15,8% in 1990 naar 13,6% in 1998. De ontwikkeling in het eerste kwartaal van dit jaar duidt op een verdere vermindering. Met name
het aandeel van vlees en vleeswaren nam in deze periode sterk af. Ook het relatieve belang van de uitgaven aan duurzame goederen nam
in genoemd tijdvak af: van 21,7% in 1990 naar 18,9% in 1998. Een vol procentpunt komt voor rekening van de kleding; het aandeel daalde
van 5,5% naar 4,5% vorig jaar. Het belang van de diensten en de overig goederen in het binnenlandse consumptiepakket nam toe; van
62,5% in 1990 naar 67,5% in 1998. Het aandeel van de woningdiensten nam met een toename van drie procentpunt het leeuwendeel van
de groei voor zijn rekening. Relatief stegen in de periode 1990 – 1998 de bestedingen aan vervoers- en communicatiediensten het sterkst:
meer dan een verdubbeling (figuur 2).

Figuur 2. Consumptie per categorie, 1990 en 1998

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur