Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht;december 1986

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 10 1986

Conjunctuurbericht
december 1986

Centraal bureau voor de statistiek*

In oktober was het volume van de industriele produktie, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, 1% groter
dan in September. Vergeleken met de overeenkomstige maand van 1985 nam de bedrijvigheid in de
Industrie met 3% toe; de produktie in de nijverheid (excl. bouwnijverheid) lag 2% hoger dan in oktober
1985. Naar de verwachting van de ondernemers in de Industrie zal het omzetvolume in deze
bedrijfstak in 1987 met 1% toenemen; voor de uitvoer wordt door hen een volumestijging van 1,5%
voorzien. (Jit de halfjaarlijkse investeringsenquete blijkt dat de ondernemers in de nijverheid verwachten
dat het investeringsbedrag in 1987 met 10% zal afnemen; voor 1986 wordt een groeimet hetzelfde percentage voorzien. Het volume van de in- en uitvoer van goederen was in oktober respectievelijk 6% en 7% groter dan in oktober 1985. De prijzen van de uitgevoerde goederen (unit value) daalden
sterker dan de invoerprijzen, waardoor voor het eerst na mei 1985 een ruilvoetverslechtering werd
gemeten. De binnenlandse consumptie door gezinnen lag in oktober 3% hoger dan in dezelfde
maand vorig jaar. De bestedingen aan voedings- en genotmiddelen stegen met 5%, de aankopen van
duurzame goederen namen beide met 4% toe. Het consumentenvertrouwen nam in november verderaf.
In deze maand werden gemiddeld 3% meerposit/eve dan negatieve antwoorden gegeven. In meijongstleden was dit nog +13%. Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie is tussen midden oktober
en midden november licht gestegen. Ten opzichte van november 1985 daalden de consumptieprijzen
met 0,2%. Het rendement op staatsobligaties nam in november verder toe tot een gemiddeldniveau van
6,2%. De daggeldmarktrente steeg van 5,4% in oktober tot 5,7% in november.
Dit blijkt uit gegevens die medio december beschikbaar waren. In de Focus wordt nader ingegaan opde
trendmatige ontwikkeling van enkele belangrijke korte termijn-indicatoren.

In oktober was het volume van de industriele produktie 1%
groter dan in September. De produktie-index van de Industrie, basisjaar 1980 en gecorrigeerd voor seizoeninvloeden
en werkdagen, beweegt zich al sinds april van dit jaar
rond de 111.
Ten opzichte van dezelfde maand van 1985 was in oktober
het volume van de gemiddelde dagproduktie in de industrie
3% groter.
De produktie in de nijverheid (excl. bouwnijverheid) nam
over deze periode met 2% toe. In het derde kwartaal steeg
de nijverheidsproduktie met 4%; bij onze belangrijkste han-

delspartners bedroeg de toename gemiddeld ruim 2% (zie
label 2). Hierbij wordt opgemerkt dat in Nederland in het
cijfer van de nijverheidsproduktie de ontwikkeling in de
bedrijfstak industrie voor bijna 70% meetelt, die in de delfstoffenwinning voor ruim 20% en die in de openbare
nutsbedrijven voor bijna 10%. Vergeleken met de meeste
van onze belangrijkste handelspartners is met name het
aandeel van de delfstoffenwinning aanzienlijk. Bij vergelijking van de ontwikkeling in Nederland met die in het buitenland dient met dit verschil in produktiestructuur rekening te
worden gehouden. Mede als gevolg van het koude weer in

Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeerd)

Produktie nijverheid (volume – seizoengecorrigeerd)
120

lnd»xcljftr« 1980 – 100

(A)

IA)

(A) ” voort«cftrl)dMMl

ExcluBlaf bouHnlJvirlMld
Ind*xcl)fer» 19BO – iOO
(A) – voort*chrl)dMid 6-BMndBBMtddvlda

D) •

– bulttnlcnd

11 111

11

i i i i i in i i i i

IB)

IB)

105-

i i i i
J

F

M

A

ESB 17-12-1986

M

J

J

A

S

O

N

D

J

F

M

A

M

J

J

A

S

O

N

J

F

M

A

M

J

J

A

S

O

N

1261

stoffenwinning in het derde kwartaal 17% en lag daarmee

Uit de halfjaarlijkse investeringsenquete blijkt dat de ondernemers in de nijverheid voor 1987 een forse daling ver-

ruim boven die van de nijverheid als geheel.
Gemiddeld in de eerste negen maanden van dit jaar bleef de

jaar). Voor 1986

groei van de nijverheidsproduktie in Nederland iets achter

verwachtingen hebben betrekking op bedrijven met 10 of

bij die van onze belangrijkste handelspartners: 1% tegen

meer werknemers en zijn niet gecorrigeerd voor prijsveranderingen. In de bedrijfstak delfstoffenwinning wordt zowel
voor dit jaar als voor volgend jaar een daling van het investeringsbedrag voorzien (1986: -9%;
1987: -25%). Een zelfde
ontwikkeling doet zich voor bij de bouwnijverheid en bouwinstallatiebedrijven, waar na een verwachte daling van
18% in 1986 voor komend jaar met een afneming van 26%
rekening wordt gehouden. De ontwikkeling in de bedrijfsklasse openbare nutsbedrijven is tamelijk grillig (1986:
64%;
1987:
-25%); dit houdt voornamelijk verband met
het investeringsgedrag van de elektriciteitsbedrijven. De
ondernemers in de industrie verwachten – na een toeneming van 6% in 1986 – voor 1987 een lichte daling (-2%).
Uitschieters binnen de industrie zijn de aardolie-industrie
waar zowel voor 1986 als 1987 een forse daling van het
investeringsbedrag wordt voorzien, en de chemische industrie waar zich volgens de ondernemers in beide jaren
een duidelijke groei (18%) zal voordoen.

September was in Nederland de produktiegroei in de delf-

ongeveer 2,5%.
Over deze periode week in Nederland de
produktie-ontwikkeling in de delfstoffenwinning nagenoeg

niet af van die in de nijverheid.
Volgens de ondernemers, geenqueteerd in de conjunctuurtest, zal in de Industrie het omzetvolume het volgend jaar
met 1% toenemen; voor de uitvoer wordt door hen een volu-

mestijging van 1,5% voorzien. Alleen in de aardolie-, chemische en kunststofverwerkende industrie zal het omzetvolume in 1987 naarverwachting afnemen. Een stijging wordt
voorzien voor de papier(waren)- en grafische industrie
(3,5%), de metaal- en elektrotechnische industrie (2,5%),
de textiel-, kleding- en lederwarenindustrie (2%)
en de

hout- en bouwmaterialenindustrie (2%).

Naar de mening

van de ondernemers in de voedings- en genotmiddelenin-

dustrie zal het omzetvolume in hun bedrijfsklasse volgend
jaar nagenoeg onveranderd blijven.

wachten van hun investeringen (-10%

t.o.v. voorgaand

wordt een stijging van 10% voorzien. Deze

Het volume van de in- en uitvoer van goederen was in oktober 6% respectievelijk 7% groter dan in dezelfde maand van

1985.
De uitvoerprijzen (unit value) daalden over deze
periode sterker dan de invoerprijzen, 19% respectievelijk
18%. Als gevolg hiervan trad voor het eerst na mei 1985 een
ruilvoetverslechtering op (-1%). Een belangrijke oorzaak
van deze omslag is de vertraagde doorwerking van de

daling van de aardolieprijzen en van de koersdaling van de
Amerikaanse dollar in de exportprijzen.
In oktober lagen de binnenlandse consumptieve bestedingen van gezinnen, gecorrigeerd vpor prijsveranderingen,

3% hoger dan in de overeenkomstige maand van vorig jaar.
Een op het oog opmerkelijk grote stijging deed zich voor bij
de voedings- en genotmiddelen (5%). Een belangrijk deel
van deze toeneming hangt echter samen met een verschuiving in de koopdagen: oktober kende dit jaar een vrijdag

meer en een dinsdag minder dan 1985. Bij de andere twee
onderscheiden categorieen heeft een dergelijke verandering minder invloed. De aankopen van duurzame goederen

namen, vooral als gevolg van autoverkopen, met 4% toe. De
bestedingen aan overige goederen en diensten kenden een

groei van 2%.
De november-resultaten van het consumentenconjunctuur-

onderzoekw\\zen op een verdere afneming van het vertrouwen in de Nederlandse economie. In november werden
gemiddeld 3% meer positieve dan negatieve antwoorden
gegeven op de vijf vragen waarop de indicator van het consumentenvertrouwen is gebaseerd. In mei werd met +13%

Het prijsindexcijfervan de gezinsconsumptie is tussen midden oktober en midden november met 0,1% gestegen. Een
belangrijke oorzaak hiervan is de accijnsverhoging per 1
november op autobenzine, diesel- en huisbrandolie. Ten
opzichte van november 1985 daalden de consumptieprijzen met 0,2%. De grootste prijsdalingen over deze periode
deden zich voor in die bestedingscategorieen waarvan de
energieprodukten een relatief belangrijk deel van de bestedingen uitmaken: huur, verwarming en verlichting (-2,0%)
en vervoer en verkeer (-1,6%). Verhoudingsgewijs grote
prijsstijgingen werden gemeten voor de categorieen
medische verzorging (2,4%), ontwikkeling en ontspanning
(1,5%), meubelen en huishoudelijke apparaten (1,3%) en
overige goederen en diensten (1,3%). De prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak (-0,3%) alsmede kleding
en schoeisel (+0,4%) vertoonden een kleinere mutatie.
De rente steeg in november verder. Het maandgemiddelde
van het rendement op staatsobligaties, indicator van de
lange termijn-rente, kwam op 6,2%.
In augustus en September werd nog 5,9% gemeten, waarna in oktober een stijging optrad tot een gemiddeld niveau van 6,1%. De daggeldmarktrente steeg van 5,4% in oktober tot 5,7% gemiddeld in november.

Verbeterde cijfers worden niet als zodanig aangemerkt.

een top bereikt; in oktober bedroeg het saldo nog +6%.

Consuuentenvertroutien

Rente

Saldo van poiltlcv* MI nigitlivc MtMOOrdw In proccntin vwi hit totMl

15

15 ————————————————————————————————————————————

Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen van het CBS.

(A)
(A) – voorttchrlJdMid 3-«Mnd»o«l
(B) • MMidclJfars

/x
’77

I

I

I

I

I

I

I

I

’80

I
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S Q N

1262

Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periods het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1979/83
gemidd.

1984

1985

1985

1986

1986

3 e kw. 4e kw. 1e kw. 2e kw 3e kw. mei
.

juni

aug.

sept.

2
7
1

6
26
2

2
-3
3

4
-3

-2
1
0

-1
0
1

4

-2
-3

-7
-3

-11

2

5

10

8
-18

7
-11

-17

46

5

-2
-1
7

5
6
13

6

5
-25

-19

juli

okt.

nov.

1. VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid

-1

Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
DeKstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie

Papier- en grafische Industrie
Chemische industrie
Rubber- en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie

Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

-6
f>
1
-4
-1
4
6

-4
-3
2
-1

4
1
6
3
1
5
9
6
1
14
8
4

2
3

2
-6

-1

3
9
2
2
3

3
2
3
1
-3
5
3
1
-10

0
-7
2
1
3
3
3
1
4
-2
5
1
-5
7

4

18
1
1
5
1
0
-2
6
-3
-2
2
-1
-5

-1
-11
3
3
3
7

-2
5
6
3
2
6
0
24

1
-3
1
-1
-3
4
-3
4

4

17
2

0
2
_^

4

-3
2
2
6
18

-7

0

-3
-25
2

0
-2
7
-1

5
5
4
1
2

-16

-2
43

-1
-5
-1
-1
-6
1

-8

4
14

2
5

4

2
-6
0
1
4
37

Buitenlandse handel tgoederen)

Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen

-2
-1

7
11
2

Investeringsgoederen
Algemene goederen

-3
3
2

-15
6

4
13
22
5

5

5

6

-8
2
5
-2
-1
3
3
1

-2
7
6
11
1
9
9
8

9
4
3
8
3
3
6
6

-1
0
-4

0
-2
-2
-4
-1
-3
0
1
2
1

2
1
3
2
1
8
2
1

Uttvoer. totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen

Fabrikaten
Voedings- en genotmiddelen
Textiel en kleding
Aardolieprodukten

Chemische produkten
Metaalprodukten
Overige fabrikaten

14

7
4

8
6
4
6
28
8
5
-10

9
4
12
9
9
11
13

4
3
4

3
17

2
-5
32
0
-2
6
7
-1
-1

0

-1
-4
5
5
4
-1

0

6
9
10
6
-10
5

3
3
10

13
-17
5

-2
-2
0
8
-18
-2

6
11
13
-4
-15
6
15
-10
6
2
4
21

3

9
22
-7
5

5
-13
6

6

-6

9
4

-46

-4

4

5
6
3
3
8

6
18
6
2
8

3
5
12
5
1
6

-4
-4
31
_^

-3
4

0
11

0
16
5
1
8
18
10
-2
7

2
2

3
1

4
2

4
4

2
-1

4
4

2

9
4
1
1
1

12
5
2

6
6
13
7
3
5
2

8
9
6
11
7
2
2
2

4

3
4

-2
2
16
2
2
4
1

6
2
7
9
9
3
5
2

0
1
13
-9
-1
-8

-9

10

2
-10

15

7

11

-7

12

-2

-8

-21

2

2

7

-2

-3
-10
21
-10
-4
0

18
9
10
16
-1
14
10
11

Consumptieve bestedingen van gezinnen

Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Textiel, kleding, schoeisel e.d.
Huish. artikelen en woninginrichting
Transportmiddelen
Rest duurzame Consumptiegoederen

Overige goederen en diensten

0

Huur, verwarming, verlichting en water
Rest overige goederen en diensten

2
1

3

4
4
13
3
1

5
4
10

4
0

2

5
1

8
8
12
0
14
4

0

2

3
2

4

4
1

1
-1
2
1
1
5
5
2
4
1

6
5
14
14

3
5
4

9

26
9
3
7
1

2

Investeringen in vaste active

Bruto investeringen, totaal
Bedrijven

-3
-3
-5
-3
-3
-3

Nijverheid
Exploitatie van woningen
Overige bedrijven

Overheid

4
4
13
2
-2
7

4
5
14
-4

1

3
5,6
7,0
2

-2
1,0
0,3
1
1
2
2.3
1.3
-1,0
4

0
0,2
-1.8
2

-22

-4

27
-19

29
-13

83
100
-11
9

85
105
-9

7
-4

4

6
9

2
7
-6

13
9
14

16
1

2. PRIJZEN
Producentenprijzen landbouw. tot. afzet
Producentenprijzen industrie, tot. afzet
Producentenprijzen industrie, verbruik

Ruirvoet. unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, unit value

Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf

0
8
8
5,6

Regelingslonen overheid

6

8
3,3
0,3
-1.4

Dollarkoers, contante notering

9

12

2
2,3
1.5
-1 9
-3

-3
-6
-8
-2,6 -9,3 -12,7
-6,3 -17.4 -23.6
3
5
5
-4
-13
-19
-2
-9
-15
1.7
1.2
0,4
1.6
1.4
1,1
-0,4 -0,3
-1.9
-15
-28
-27

2
-20
-18
-0,6
0,9
1,6
-27

7
-20
-14
0,5
1.0
-1.2
-29

5
-20
-16
0,2
1,0
1.6
-27

-0,7

0
35
-16

3
30
-12

12
29
-31

11
33
-15

7

33
-9

13
30
-27

11
37
-7

84
107
-10
3

84
107
-9
5

84
108
-10
6

85
109
-12

84
108
-15
6

109
-13
7

2
-3

2

1

1

-4

-5

-5

-4

4
14
9
7

4
18
7
7

4

5
13

12
5.8
7,0

8
5.8
6,7

0

-12,4 -13,3 -14.2 -13,0
-23,7 -24,3 -24,9 -23,5

-0.2

-28

-1
-18
-19
-0,2
0,9
16
-24

-9

5
32
-1

6
27
-23

3
20
-6

108
-12
6

108
-17
6

107
-15
5

106
-16
5

-4

-4

-4

-4

5

5
3
6
9
3
5,6
5.9

5
22
7

4
-21
-18

1

2
-21
-19
-0,5
0,9

-18
-0,6
0,9

1.6

1,6

-26

10
32
-17

7
35

109
-9
7

-5

-4

4
3
6
9
2

5
21

0,9
1.6
-26

-19

-22

3. OVERIGE INDICATOREN

Consumentenvertrouwen ‘
ANP-CBS beursindex
Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest industrie
Bezettingsgraad
Orderpositie

(in %)
10
22
(in %)
(1984=100)

Beoordeling orderontvangsten ‘

Beoordeling voorr. eindprodukten1

(in %)
(in %)

4

7

Arbeidsmarkt

Werkzame personen in de industrie

-3
33

Aantal werkloosheidsuitkeringen

-2

1

7

-2

8
-6
8
6
10
8,7
9,7

3
0

5
13
8

Geld en krediet

Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Daggeldmarktrente

(in %)

Rendement op staatsobligaties

(in %)

1

7
4
11

5.8
8,0

7

10
6.3
7,3

4
23
7
8
6
6,1
7,0

17
6
8
3
6,1
6,3

7
9
4
5.7

6,0

6.6
6,4

7
9
4
6.2
6.4

14
7
9
5
6,1
6,2

8
4
5.3

5.9

5.4
6,1

5,7
6,2

Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.

ESB 17-12-1986

1263

Tabel 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland
1984

1985

1985

Produktie nijverheid1
(volume)

1986

1986

3e kw.

4e kw.

1
“kw.

2e kw.

3e kw.

mei

juni

juli

aug.

sept.

okt.

nov.

3

% mutatie t.o.v. dezelfde periode het j
1
-1

1
-1

0
-2

1
0

-2

2
2
-1

3
3
1

2
2
4

0
1
-3

3
3
-1

0,7
2,5
3,5
5,0

-0,2
1.3
2,4

-0,4
0,8
2,1

7,5

2,8
6,1

2,6
5,4

2
5
0
2
3

5
4
1
0
3

2

1

4

5

1
1

1
1

3
4
0

3
3
4

Frankrijk

3

Verenigd Koninkrijk
Italie

1
3

6
2
1
5
1

12
11

3

Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen) 2
Nederland

5
3
1
-2
3

4
4
2
5
1

3
2

Verenigde Staten
Japan

2
2
2

1
4
-2
-1
1

6
2
0
5
0

Bondsrepubliek Duitsland
Belgie

3
3
4

4

3

1

1

1

12

4

3
3
4

2
3
1

2
1
1

1

1
-3

1
1

3
3
4

2

2

2
2

6

2

-0,5

5,5

-0,4
0,7
2,0
2,4
5,4

-0,4

6,1

-0,2
1.2
2,3
2,5
5,7

0,9
2,3
3,0
5,2

-0,9
0,8
2,1
3,0
4,7

5

Prijzen consumptie

2,2

1.8

6,1
9,2

4,7
5,7
6,4
9.1

4,1
4,8
5,5
8,9

2.3

Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie

3,6
2,2

3,4
2,6

3,5
1,7

3,1
1,5

1,6
0,9

1,6
0,2

1,5
1,0

1.8
0,5

1,6
0,1

1,5
0,1

1,7
0,4

7,4
3,3

6.1
2,3

6,0
2,3

5,5
1,7

4,6

3,5
0,4

3,3
-0,6

3,4

0.5

3,4
0,2

3,2
-0,7

3,2
-0,5

3,4
-0,6

3,1
-0,2

2.2
4.9
5,8

Verenigde Staten

4,2

Japan
Europese Gemeenschap
Nederland

1.2

-0,2
1,1
2,3
2,8

-1.2
0.5

1,5
-0,4

2,4
6.4
7,7
5,0
1 0,8

0,6
2.0
2,4

4,7

-0,2

Bran voor gegevens buitenland: Eurostat.
1
Excl. bouwnijverheid.
2
Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met nun aandeel in de Nederlandse export in 1984.

Focus:

Trends in middelen en bestedingen

In onderstaande grafieken is de volume-ontwikkeling sinds 1980 weergegeven van een viertal belangrijke maandindicatoren:
de produktie in de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid) en de invoer van goederen aan de middelenkant van de economie,
de binnenlandse consumptie en de uitvoer aan de bestedingenzijde. Het niveau van de indicatoren wordt geillustreerd in de
boven’ste helft van beide grafieken aan de hand van het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde. De procentuele jaarmutatie van dit gemiddelde geeft een beeld van de groei. De meest recente periode waarover cijfers beschikbaar zijn,
is het tijdvak november 1985 – oktober 1986.

ber 1984 – oktober 1 985). Ookde groei van de nijverheidsproduktie toont een afneming: 4% in 1984, 3% in 1985 en

Bestedingen
Na een aantal jaren van daling en stagnatie, nam het consumptievolume in 1985 met 1,5% toe. Het meest recente
twaalf maandsgemiddelde (november 1985 – oktober
1986) wijst op een verdere toeneming van de groei in 1986
(3%). De groei van de uitvoer van goederen in dit tijdvak is
daarentegen afgenomen tot 3%, nadat in de jaren 1984 en

2% als meest recent accres.

1985 nog groeicijfers werden geregistreerd van 6%

Middelen
Aan de middelenzijde valt vooral de afnemende volumegroei van degoedereninvoerop. Namdezein dejaren1984
en 1985 nog met 7% toe; het meest recente groeicijfer

bedraagt 3% (november 1985 – oktober 1986 t.o.v. noyem-

respectievelijk 5%.

Produktie en invoer (volume)

Consumptie en uitvoer (volume)

Indaxcljfen 1980 – 100 (mndcl)feri)

Indtxcljrir* 1MO – 100 toMndcl]fcri)

NlvMU : voortschrljdwid 12-MWid»gMidd*ld«

Nlvtw : voortKhrljitand 12-BundagMlddcldt

— – produktl* nllvwlwld taxcl. Bow)
— – Ifivow vwi govdwcn

— – blnmnlwldM consuoptli g

100-

1 1 1 1
I

i Tr -•f-r-1-

II III IV I II HI IV I II III IV I

1980

1981

BTM! : procvntutl*

1982

1

1

1

1

1

1

II III IV I II HI B
1984
1983

i van tat voortKhrllitend

1

1

1

I I I !

I ii in iv

I II III IY

1985

1986

1 1 1 1

1 1 1 1 1 1
I ii in n I n in n i ii HI n
1980

1981

1982

1 1 1
I

II III IV

1

1

1983

1984

irml : procwitiwla )»m*it>ti» v«n tat voortachrljdwM)
___

1 1 1 1
I II III I»
1984

1264

1

1

1

1

I ii in n I ii in n
1985

1

1

1

I U III I*
1986

1