Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht juni

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 28 1995

Algemeen conjunctuurbeeld
De groei van de economic in het eerste kwartaal van dit jaar bedraagt ruim
3%. Dit cijfer ligt in lijn met de toename in het laatste kwartaal van vorig
jaar. Ondanks de economische groei
blijft de consument terughoudend in
zijn koopgedrag. De groei van de gezinsconsumptie blijft achter bij die
van vorig jaar en is kleiner dan de toename van het bruto binnenlands produkt. De industriele produktie behoudt zijn stijgende tendens. De sterk
stijgende lijn van het vertrouwen van
de industriele ondernemers zwakt echter iets af. Wel voorzien zij dit jaar een
forse uitbreiding van de investeringen. De ontwikkeling in de bouw
stond sterk onder invloed van de stakingen in maart en april. De ondernemers in de zakelijke dienstverlening
zijn optimistisch over het tweede
kwartaal. De werkloosheid is vrij stabiel en de inflatie staat op het laagste
niveau sinds jaren.
Figuur 1. Investeringsverwachting
(waarde) en produktie Industrie
(volume), procentuele mutaties t.o.v.
het voorafgaande jaar
g investeringsverwachting van ondernemers
m

produktie Industrie
rechterschaal

yLL
•81

’83

’85

’87

’89

’91

’93

in de Industrie lager dan in 1990. Hekkesluiters in deze ontwikkeling zijn
Finland en Zweden, waar de werkgelegenheid in de Industrie met gemiddeld 6% per jaar afnam. In Nederland
bedroeg de daling op jaarbasis 2%. In
de Verenigde Staten ging de forse produktiegroei samen met een relatief geringe daling van de werkgelegenheid.
In Spanje nam de produktie licht af,
terwijl het aantal banen een relatief
grote daling liet zien.
Een uiteenlopende ontwikkeling
tussen produktie en banen kan niet
uitsluitend aan produktiviteitsveranderingen worden toegeschreven. Er
moet onder meer ook rekening worden gehouden met het aantal gewerkte uren en verschuivingen van banen
van arbeidsintensieve naar minder
arbeidsintensieve bedrijfstakken.

Bestedingsruimte beperkt

T

T

Figuur 2. Produktie en werkgelegenheid
in de Industrie, gemiddelde jaarlijkse
groei 1991-1994 in %

’95

Minder werk en meer
produktie in de Industrie
In de eerste drie maanden van 1995
ligt het niveau van de industriele produktie in Nederland 3,5% hoger dan
in de overeenkomstige periode een
jaar eerder. In Japan is de groei in de
eerste maanden van dit jaar veel hoger dan verleden jaar. Dit beeld is ook
te zien in Italic, Canada en Spanje.
Een lichte terugval in de groei doet
zich voor in Mexico, het Verenigd
Koninkrijk (VK) en de Scandinavische
landen (uitgezonderd Finland).
In 1994 is in alle weergegeven landen het aantal banen van werknemers

Het volume van de consumptieve bestedingen door gezinnen blijft vanaf
begin 1994 achter bij de economische
groei in Nederland. De beschikbare
bestedingsruimte van consumenten
wordt onder meer beinvloed door de
lonen, opgenomen kredieten en besparingen. De ontwikkeling van deze

indicatoren heeft het besteedbare gezinsbudget fors beperkt. Uit de statistiek Indexcijfers van regelingslonen
blijkt dat de loonstijging vanaf vorig
jaar gematigd is en achter blijft bij de
stijging van de consumentenprijsindex. Hierbij moet bedacht worden dat
de regelingslonen betrekking hebben
op de lonen volgens cao’s. Veranderingen in de personeelsbezetting en
autonome loonstijgingen worden niet
in de berekening meegenomen.
Ook de groei van de consumptieve
kredietverlening stagneert. In het eerste kwartaal van 1995 is de kredietverlening vrijwel even groot als in dezelfde periode van 1994. Consumptief
krediet wordt doorgaans opgenomen
voor de aanschaf van duurzame consumptiegoederen. Vorig jaar werd een
stijging gemeten van 2,2%. Dit is de
kleinste toename sinds 1984. DaarenFiguur 3- Consumptie gezinnen en bruto binnenlands produkt (volume), procentuele jaarmutaties van het voortschrijdend vierkivartaals gemiddelde

•. (

binnenlandse Consumptie gezinneo

bbp.-‘

tegen nam de hypothecate kredietverlening vorig jaar fors toe. Wellicht is
toen een deel van de vrijgekomen bedragen consumptief aangewend. In
het eerste kwartaal van 1995 ligt het
verstrekte hypothecair krediet, mede
als gevolg van de gestegen hypotheekrente, 20% onder het niveau van een
jaar eerder.
De besparingen van particulieren
bij banken waren vorig jaar bijna eenvijfde groter dan in 1993. De besparingen bestaan uit het saldo van inleggingen en terugbetalingen en de
bijgeschreven rente. De groei van de
besparingen kwam in 1994 geheel
voor rekening van de bijgeschreven
rente. Over de eerste vier maanden
van 1995 overtreffen de inleggingen
de terugbetalingen. Bovendien blijken
in het eerste kwartaal van dit jaar veel
meer pensioen- en lijfrentepolissen te
zijn verkocht door levensverzekeraars
dan vorig jaar.

M

O

Kerngegevens recente ontwikkelingen, procentuele mutaties t.o.v. hetzelfde jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1988T92
gemidd.

1993

3,0
5,2

0,4
5,4
-2,0
0,2
1,7
1,7
0,6

1
-2
-2
-1
-2
-2
-4
-2
0
-1
-6
2
-5

1994

1994

1995

Trend 2)

1995

2ekw.

3ekw.

4ekw.

lekw.

febr.

2,5
-0.1
3,6
1,8
3,1
2,5
1,2

2,4
-2,7
4,2
1.5
3.2
2.2
1,1

2.3
-1,6
4.8
-0,2
2.8
2.2
0.9

3,0
2.4

3.4

-1
4
2
2
3
5
6
7
8
4
4
1

10
3
0
3
1
6
6
6
7
4
2
6
3

0
4
2
3
2
5
6
7

-12
8
4
2
7
7
14
16
12
7
9
-5
7

-2
4
1
-2
1
6
4
2
7
10
3
1
5

-19
5
4
-1
2
8
4
1]
6
9
3
-7
22

10

-13

2
-1
-3
1

4

5
-7

-1
-13

1
1
0
2

2
2
1
2

2
1
4
2

2
2
-1

0
-4
-2
2

maart

april

mei

VOLUMEGEGEVENS
Produlaie (Kwartaalrekerdngen)
Brulo buinenlands produkl (m-p.)
Landbouw en visserij
Nijverheid
Handel, hotel- en reslaurantw., rep. bedr.
Transport, opslag- en communicatiebedr.
Overige dienstverlening (excl. overh.)
Algemeen overheidsbestuur, enz.
Produlaie (maandindicatoren)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederinduslrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid

1.9
3,7
5.5
3.1
0,9

0

2
2
0
3
2
5
2
2
1
3
2
2

Consumptie
Blnnenlmidaegeziiiscoiisunipae
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame consumptiegoederen
Overige goederen en diensten

2
4
3

1
0
•2
2

Invesleringen in vastf activa
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid

2
2
4

BuUenumdse Handel (goederen}
Invoer
Uitvoer
BBP international
Verenigde Slaten
Duitsland
Verenigd Koninkrijk
Japan

3

3

2
1

9
5
3
4
5
1

1+
1
1+
1
1+
1+
1

3,9
2,3
2,4
3,1
1.1

4
2
-4
8
10

-1
1+
1+
1
1+
I++

3
4

I-H-

-6
7

I++
I-HI++

3

1+
1
1+

3

2
0
0
3

3
-3
3

-2
-2
-3

3
3
3

3
3
4

-3
-4
2

8
9

l-t-

5

1+

5
6

-1
1

6
6

3
5

5
6

6
3

H-f

1,9
3,9
1,0
4,3

3,1
-1,7
2,2
-0,2

4,1

4,1
2,4
4,2
0,4

4,5
2,4
3,9
1,0

4,2
3,4
3,9
1,0

4,0

1+
1+

3.8
0.5

3,7

l-tt

2,6

2,7

2,9

2,7

2,7

2,4

2,4

-1.9
-3,6
17.24

0.8
1.6
15,85

-0,1
1,1
15.97

1,0

19,20

17.08

2.9
4,5
16,61

4,2
6,2
16,80

2,6
2,4
2,8

3.2
2,5
3,7

1.7
0,9
0,9

1.7
1.2
0.4

1.3
0,9
0,4

1,2
0,0
0,2

1,1
0.5
0,4

1.0
0,5
0,4

1,2
0,5
0,4

0,5
0,4

1.1
0.5
0.4

1
1
1

1,91
1,127
3,33
1.42

1,86
1,123

1.82
1,121
2,78
1,78

1,87
1.122
2.81
1,81

1,75
1,122
2,72
1,77

1,73

1,66
1,121
2,62
1,73

1,68
1,121
2,65
1,71

1,58
1,121
2,52
1,74

1,55
1,120
2,49
1,84

1.58
1.120
2.51
1,86

-1
I
-1
1

-4
-2
-5

<
7
3
-4
-15

5
9

3
-6

3
6
1
-4
-13

-4
-18

2
2
2
-3
-4

6
9
4
3
3

1+
-1

0
103

1
105

106

497
7,7

497
7,7

831

832

477
7.4
833

465
7.2
800

2.2
1

1.6
-2

1,6
-2

0

2.5

3

1
1
1
1+

l-t-

I-M-

PRIIZEN
Consumentenprijsindex
Protutcentenprijzen Industrie
Afzet
Verbrnik
Aardolie, North Sea Brent (in $ per barrel)
Regelingslonen
Paiticuliere bedrijven
Overheid
Gepremieerde en gesubsieerde sector
Wisseltoersen(ingld)
Amerikaanse dollar (1)
Duusemark(l)
Engel.se pond (1)
Japanseyen (100)

2,79
1.68

2,5

1,120
2,74
1.75

2,3

2,3

2,1

4,1
6,6

4,0

16,94

16,92

3,5
4,7
18,30

18.36

5,7

1,1

1+
1+
1+
I++

OVERIGE INDICATOREN
Connmentenvertrouwen 1) (In %)
Economisch klimaat
Koopbereidheid
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen
Conjunctuurtest
Industrie
Beoordeling orderpositie 1) (in %)
Orderpositie (4e kw. 1993=100)
Bezettingsgraad (in %)
ZakeHJlK (Uenstverfcnlng
Beoordeling orderpositie 1) (in %)
Computer servicebureaus
Ingenieurs- en architectenbur.
Economische adviesburcaus
Arbeidsmarla
Aantal banen van werknemers (x 1000)
Aantal vacatures
(x 1000)
Geregistreerde werklozen 3) (x 1000)
Idem, in % van de totale beroepsbevolking
Aantal werkloosheidsuitkeringen (x 1000)
Aantal uren uitzendkrachten
Oeldenkrediel
Spaartegoeden
Binnenlandse liquiditeitenmassa

-22

-1
-11
5
4
6

-50
-4
16
27

-7
-14
-2
18
1

-°
-19
25
-1

1
3
0
14
-3

-7
118
85

-22
102
81

-7
103
84

-9
104
83

-4
104
85

-2
103
84

0
104
85

-26
-21
-14

-3
-15
-4

-14
-17
-8

-20

15

-13
5

-4
-5

2
-11
13

5556

5564

5609

41
415
6,5
664
-10

41
486
7,5
774
20

42
461
7.1
757
14

5591
39
484
7,5
770
27

5541
43
480
7.4
790
37

4

3.2
5

3,3
4

1,9

7

5325

5.9
8

-2

2

2

-2

39

2,1
0

l-t1+

1
I++
I++
I++
I++
I-H-

1+
1

1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het tocaal; 2) Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdende 12-maands gemiddelde;
– -1: kleiner dan -5%; – I : tussen -5% en -2%; I : tussen -2% en +2%; I +: tussen 2% en 5%; I ++: groter dan 5%. 3) Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd; – : gegevens nog niet beschikbaar.

ESB 28-6-1995