ECONOMIE
‘onjunctuurbericht
Bruto binnenlands produkt
Het volume van het bruto binnenlands produkt (bbp) in het tweede
kwartaal van dit jaar was 2,6% groter dan in hetzelfde kwartaal een
jaar eerder (figuur 1). Dit blijkt uit
een eerste raming in het kader van
de Kwartaalrekeningen. De volumegroei voor het eerste halfjaar
van 1991 kwam hiermee uit op
2,5%. Uit de cijfers over de eerste
twee kwartalen van dit jaar kan geconcludeerd worden dat de Nederlandse economic een voortgaande
groei te zien geeft. die echter duidelijk achterblijft bij de daaraan
voorafgaande negen kwartalen
(steeds vergeleken ten opzichte
van de overeenkomstige periode
een jaar eerder). De jaargroei over
Werkloosheid
Het aantal geregistreerde werklozen
bedroeg in de periode juni-augustus
1991 gemiddeld 302 duizend. De Enquete beroepsbevolking van het CBS
is een steekproefonderzoek, zodat
de uitkomsten een onnauwkeurigheidsmarge hebben. Daarom mogen
alleen grote verschillen tussen driemaandscijfers alsmede ontwikkelingen die zich over een wat langere
periode blijvend aftekenen, worden
beschouwd als indicaties voor de
werkelijke ontwikkelingen. Gemiddeld was in zowel 1989 als 1990 het
Figuur 1. Bruto binnenlands produkt (volume, procentuele kwartaalmutaties
t.o.v, voorgaandjaar)
i
ii
in
1988
1989 en 1990 lag rond de 4%. Dit
waren overigens wel de hoogste
stijgingspercentages van het laatste
decennium. Over het jaar 1987 als
geheel bedroeg de groei nog geen
1%, in 1981 en 1982 werden volumedalingen van het bbp geregistreerd.
Investeringsverwachting
Uit de dit voorjaar gehouden Investeringsenquete blijkt dat de ondernemers in de industrie voor 1991 een
vrijwel gelijk investeringsniveau verwachten als voor 1990, zie figuur 2.
Deze ontwikkeling volgt op een forse stijging die de ondernemers in
deze enquete meldden over het jaar
1990. De ondernemers voorzien in
1991 ten opzichte van 1990 stijgingen van het investeringsbedrag in de
voedings- en genotmiddelenindustrie (+18%) en de chemische industrie (+14%). In de aardolie-industrie,
de metaal- en elektrotechnische industrie en de overige industrie nemen de investeringen naar verwachting af (met respectievelijk 40%, 13%
en 5%). De ondernemers in de delfstoffenwinning en openbare nutsbedrijven voorzien voor 1991 een toename van het investeringsbedrag
met respectievelijk 36% en 21%.
970
dalingstempo ten opzichte van een
jaar eerder circa 44 duizend. In de
periode december 1990-mei 1991 lagen de opeenvolgende driemaandsgemiddelden ongeveer 23 duizend
onder het niveau van een jaar eerder
(zie figuur 3). Het aantal geregistreerde werklozen daalde in deze periode in een tempo dat lager lag dan in
1989 en 1990. De laatste drie driemaandsgemiddelden lagen 32 tot 41
duizend onder het niveau van een
jaar eerder. Deze cijfers wijzen niet
op een verdere vermindering van
het dalingstempo.
iv
i
ii
in
1989
iv
i
‘
ii
m
iv
i
1990
ii
1991
Figuur 2. Investeringsverwachting van ondernemers in de industrie (procentuele waardestijging van materiele activa 1991 t.o.v. 1990)
Industrie
Voedings- en
genotmiddelenindustrie
Aardolieindustrie
(-40%)
Chemie
Metaalindustrie
Overige
industrie
Figuur 3. Geregistreerde werklozen (driemaandsgemiddelden x 10OO)
1989
400
350
–
300
–
s
o
n
d
DEZE WEEK
is opgelopen tot 5 index-punten. In
het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft
zich na 1988 een tegengestelde ontwikkeling voorgedaan. Nadat de in-
Buitenland
Produktie Industrie
De indexcijfers van de industriele
produktie (1985=100) in de Bondsre-
dex zich in 1989 en in de eerste helft
Beoordeling orderpositie
De (licht) dalende trend in de beoordeling van de orderpositie door de
Nederlandse industriele onderne-
publiek Duitsland (BRD) en Neder-
van 1990 stabiliseerde op een niveau
land zijn vanaf 1988 bijna onafgebroken toegenomen, zie figuur 4. Medio
van rond de 120, is deze in de perio-
mers vanaf medio 1990 heeft zich in
de maanden juni en juli niet voortgezet, zie figuur 5. In de BRD, waar
de erna met ruim 8 index-punten ge-
pas begin dit jaar een geleidelijke
1990 waren de indexcijfers voor beide landen vrijwel gelijk. Na de eer-
daald. De industriele bedrijvigheid
bevindt zich medio 1991 in het VK
verslechtering van het oordeel zichtbaar werd, zette de daling zich in de
ste helft van 1990 is de produktie in
de BRD sneller gestegen dan bij ons.
In juli van dit jaar bereikte de index
weer op het niveau van drie jaar geleden. In Frankrijk daalde het produktievolume eind vorig jaar met 4
index-punten. In de eerste helft van
1991 stabiliseerde de produktie zich.
meest recente maanden wel door
(de cijfers voor de BRD betreffen het
grondgebied voor 3 oktober 1990).
in de BRD een niveau van bijna 125,
waarmee het verschil met Nederland
Figuur 4. Produktie Industrie (volume, seizoengecorrigeerd, 1985=100, voortschrijdend driemaandsgentiddelde)
BRD
115
. VK
110
1990
Conjunctuurtest
Volgens de uitkomsten van de Conjunctuurtest in de industrie is het inmet mei, zie figuur 6. De index die
beoogt een beeld te geven van het
aantal maanden werk in portefeuille,
bedroeg in juli 95 (vierde kwartaal
1990=100). De dalende tendens die
vanaf begin dit jaar zichtbaar was,
heeft zich hiermee in juni en juli niet
voortgezet. De orderpositie van de
onderscheiden groepen binnen de
industrie toonde verschillende ont-
j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j
1989
de beoordeling zich de laatste maanden op een relatief laag niveau.
dexcijfer van de orderpositie in juni
en juli niet gewijzigd in vergelijking
120
1988
In Frankrijk en het VK stabiliseerde
1991
wikkelingen. In de investeringsgoederenindustrie is de orderpositie in
Figuur 5. Beoordeling orderpositie (seizoengecorrigeerd, soldo positieve en
negatieve antwoorden in % van totaal)
slechterd. In juli bedroeg het index-
cijfer 93- De overeenkomstige indexcijfers voor de intermediaire
goederenindustrie en de consumptiegoederenindustrie waren 97 en 99.
BRD
0 –
de loop van dit jaar het meest ver-
De beoordeling van de orderpositie
door de industriele ondernemers,
die gezien kan worden als een indi-40
catie voor toekomstige produktieontwikkelingen in de industrie, liet
in juni en juli een duidelijke verbete-
–
-60 –
ring zien ten opzichte van mei. In de
-80
maanden januari tot en met mei was
de beoordeling van de orderpositie
verslechterd. Door deze ontwikkelingen was het saldo van positieve en
j fmamj j a s o n d j fmamj j a s o n d j fmamj j a s o n d j fmamj j
1988
1989
1990
1991
negatieve antwoorden in juli vrijwel
even groot als in januari. Vergeleken
met begin dit jaar werd de orderpositie in juli door de ondernemers in de
Figuur 6. Index orderpositie Industrie (4e kwartaal 1990=100)
105 –
voedings- en genotmiddelenindustrie positiever beoordeeld. De papier- en grafische industrie gaf een
verslechtering van het oordeel te
100
zien. In de chemische industrie en
de metaalindustrie waren er geen belangrijke veranderingen.
95 –
Deze bijdrage is ontleend aan het Con90
1
1
1
1
1
I
1
1
1
j
1
j
1
1
1
1
1
I
j
1
1
i
1
1
1
1
1
1
1
1
j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a
1990
1991
1989
ESB 25-9-1991
1
junctuurbericht. nr. 9-91, dat wordt samengesteld door de hoofdafdeling Natio-
nale Rekeningen van het CBS.
971