De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is in het leven geroepen om zelfstandigen te compenseren als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalde. Eind 2023 is circa 269 miljoen euro van de verstrekte uitkeringen teruggevorderd, circa negen procent van het totaal uitgekeerde bedrag.
De Tozo-regeling liep van begin maart 2020 tot en met september 2021. In totaal is er volgens het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bijna drie miljard euro uitgekeerd aan Tozo-levensonderhoud. In bepaalde gevallen moet de steun worden terugbetaald.
De hierbij ontstane vorderingen kunnen naar ontstaansgrond worden ingedeeld (figuur). De voornaamste ontstaansgrond zijn terugvorderingen waarbij de ontvanger niet in gebreke is gebleven, maar de gemeente wel onterecht geld heeft uitgekeerd. Deze ontstaansgrond geldt voor 85 procent van het totale teruggevorderde bedrag.
Verder is er 28 miljoen euro teruggevorderd vanwege het overtreden van de inlichtingenplicht. Hierbij is er sprake van een door de ontvanger verwijtbare overtreding van de inlichtingenplicht, waardoor er een bedrag is uitgekeerd waar geen recht op bestond, bijvoorbeeld het verzwijgen van inkomsten of het opgeven van een incorrect woonadres.
Eind 2023 is in totaal zo’n 183 miljoen euro daadwerkelijk terugbetaald van de 269 miljoen euro aan vorderingen die zijn opgelegd in de periode 2020 tot en met 2023. Hiermee ligt de mate van inning op 68 procent. De mate van inning van terugvorderingen Tozo-levensonderhoud die al ontstaan waren in 2020 lag zelfs al op 91 procent. Dit is erg hoog vergeleken met terug- en boetevorderingen van algemene bijstandsuitkeringen wegens het schenden van de inlichtingenplicht: hier ligt het inningspercentage na vier jaar rond de 40 procent.
Auteur
Categorieën