De Europese uitvoer naar Rusland is fors gedaald, hoewel de Europese sancties slechts een beperkt deel ervan betreffen. China lijkt in het achtergelaten gat te stappen.
Toen Rusland op 24 februari 2022 Oekraïne binnenviel, reageerde de EU (en andere landen, met name de VS) met een pakket aan sancties. De EU-sancties zijn ingezet om de economische basis van Rusland te verzwakken en het vermogen oorlog te voeren in te perken, aldus de Europese Commissie.
Het doel van de sancties is niet om de burgerbevolking te raken, vandaar dat de sancties voor de uitvoer naar Rusland relatief beperkt zijn. Er mogen geen luxe goederen meer aan Rusland verkocht worden, of goederen die voor een militair doel gebruikt kunnen worden. Daarnaast zijn er een aantal sancties voor dienstenuitvoer (zoals IT-advies, marktonderzoek en ingenieursdiensten). De overige producten kunnen echter nog gewoon worden geleverd.
Toch is de uitvoer van de EU naar Rusland flink gedaald (figuur). Veel Europese bedrijven zijn namelijk uit zichzelf gestopt met het verkopen van goederen aan Rusland. Europa is van oudsher de grootste handelspartner van Rusland, dat voornamelijk goederen uit de EU importeert (en olie en gas naar de EU exporteert). Vóór de oorlog exporteerde de EU maandelijks voor 8,1 miljard dollar aan goederen naar Rusland (van 2019 tot aan oorlog). Na de oorlog viel dat terug naar 4,2 miljard. De handel werd dus bijna gehalveerd.
Met name China, Ruslands tweede grootste handelspartner, lijkt in het gat te zijn gesprongen. Voor de oorlog exporteerde het land maandelijks gemiddeld 4,9 miljard dollar. Vlak na de oorlog stopten ook veel Chinese bedrijven met exporteren naar Rusland, maar dit beeld kenterde snel. Gemiddeld exporteert China nu maandelijks met 6,3 miljard dollar fors meer dan voor de oorlog. De uitvoer is daarmee flink toegenomen. En hoewel Ruslands in- en uitvoer nog steeds kleiner is dan voor de oorlog, lijkt het gat nu snel door China te worden gevuld.
Auteur
Categorieën