Buren
Aute ur(s ):
Bruinsma, D. (auteur)
Directeur-Generaal voor Buitenlandse Economische Betrekkingen b ij het ministerie van Economische Zaken
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4387, pagina D01, 5 december 2002 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Duitsland
Tre fw oord(e n):
ten, geleide
Het belang van Duitsland voor de Nederlandse economie kan nauwelijks onderschat worden. Ongeveer dertig procent van onze
uitvoer gaat naar Duitsland en ongeveer 25 procent van onze invoer komt uit Duitsland. Nederlandse bedrijven hebben voor meer
dan twintig miljard euro in Duitsland geïnvesteerd. In grensgebieden wordt op allerlei terreinen intensief met elkaar samengewerkt.
Duitse toeristen vormen nog steeds de belangrijkste groep buitenlandse vakantiegangers in Nederland. Maar toch.
Nog steeds staan veel Nederlanders met hun rug naar Duitsland. Zij weten alles over de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, maar
de kennis over onze grote buur is bedroevend laag. Dat speelt op vele terreinen. We kennen de hoofdstad, maar verder? De grote
Duitse schrijvers (Goethe, Mann) en componisten (Bach, Beethoven) kennen we van naam, maar wie kent de werken die bij die namen
horen? En wie kent de contemporaine schrijvers, componisten en denkers? Op politiek terrein is het niet veel beter gesteld. Iedereen
kent Bush en Chirac, maar de naam Schröder, laat staan die van president Rau, zal bij lang niet iedereen een gevoel van herkenning
opleveren.
Dit dossier gaat vooral over economische onderwerpen. Ingegaan wordt op een aantal structurele economische problemen waarmee
Duitsland worstelt. Daarnaast worden de overeenkomsten en verschillen tussen de Nederlandse en Duitse economie belicht.
Nederland is tot Duitsland veroordeeld. Of wij dat leuk vinden of niet, Duitsland is in economisch opzicht bepalend voor de economische
ontwikkeling in Nederland. Dit betekent niet dat de ontwikkelingen niet uit elkaar kunnen lopen. In het afgelopen decennium bleek dat de
Nederlandse economie kon groeien terwijl de Duitse economie duidelijk achterbleef. Dit laat onverlet dat de Nederlands groei gebaseerd
was op een stevig fundament, bestaande uit een omvangrijke en koopkrachtige Duitse economie. Dat was op dat moment voldoende
voor Nederland, maar op langere termijn zal de Nederlandse economie de ontwikkelingen in de Duitse economie volgen.
Het is voor ons dus van buitengewoon groot belang de ontwikkelingen in de Duitse economie te blijven volgen, daar goed op in te
spelen en waar mogelijk op een voor ons gunstige wijze te beïnvloeden. Niet minder belangrijk is te bezien in hoeverre er in Duitsland
arrangementen bestaan die ook in Nederland kunnen worden toegepast.
De Duitse economie zit nu in zwaar weer. De groei is er uit, de werkloosheid neemt toe en de tekorten op de begroting stijgen snel. Zo
snel, dat de Europese Commissie de procedure in gang heeft gezet die kan leiden tot een boete voor Duitsland omdat het
begrotingstekort te hoog is. Waarschijnlijk zal Duitsland niet ontkomen aan een gele of zelfs rode kaart. Het palet aan problemen in
Duitsland is echter veel geschakeerder dan een begrotingstekort en stagnerende groei. De vergrijzing neemt toe zonder dat er een goede
dekking is voor de pensioenen. Het gezondheidszorgstelsel is goed geregeld maar de financiering daarvan is nu al moeilijk, laat staan op
langere termijn. De integratie tussen het voormalige West- en Oost-Duitsland is nog niet voltooid en blijft een uitermate moeilijk en
kostbaar proces. De arbeidsmarkt is nog steeds inflexibel en de arbeidsproductiviteit moet omhoog.
Duitsland moet zijn groeipotentieel weer gaan aanspreken. Zonder structurele aanpassingen zal de groei stagneren en zal de
houdbaarheid van allerlei, niet zelden genereuze regelingen in gevaar komen. De eerste stappen zijn inmiddels gezet. Zo heeft de
commissie-Hartz recentelijk voorstellen gepresenteerd om de werkloosheid aan te pakken. Deze voorstellen zijn noodzakelijk, maar niet
voldoende. Daarnaast zijn flankerende maatregelen op het gebied van mededinging, onderwijs en vergrijzing nodig. Maar dit alles wel in
een situatie waarin ook bezuinigd moet worden op de overheidsuitgaven.
De Duitse politiek zal in de nabije toekomst de noodzakelijke structurele hervormingen moeten gaan doorvoeren. Een andere keus is er
niet. Als dat gebeurt, zal blijken dat de Duitse economie veel dynamischer en veerkrachtiger is dan veelal wordt gedacht. Deze dynamiek
manifesteert zich vooral in het zuiden van Duitsland, waar relatief veel hoogwaardige en innovatieve sectoren zijn gevestigd. Uiteindelijk
zal blijken dat de Duitse economie toch de motor van de Europese economie is. Nederland zal daarvan kunnen profiteren. We moeten dan
wel weten waar we het over hebben. Dit dossier draagt er hopelijk toe bij dat de kennislacunes die in Nederland met betrekking tot
Duitsland en de Duitse economie bestaan, voor een deel worden gedicht.
Dossier Duitsland
D.J. Bruinsma: Buren
C.W.A.M. van Paridon: Herenigd en verstard
M. Schramm: Matigen loont niet, individualiseren wel
S. Brakman, J.H. Garretsen: Wordt de economische Muur geslecht?
H.A.M. van Lieshout: Duale stelsel is Tantaluskwelling
A.H. Kleinknecht: ‘Made in Germany’:ieder nadeel heb z’n voordeel
R. Inklaar, J. Sleifer, B. van Ark: Innovatie en productiviteit
W.H.J. Hassink: Hartz en Donner: efficiënte onderhandelingen?
F.A.G. den Butter: De man van twee miljoen
E.W. Mehring: Vertrouwen is goed, controle is beter
E.M. Valke: Arbeidsmarkt cruciaal
J.J.A. Eggelte: Stroomopwaarts het Rijnland in
A.L. Bovenberg: Werk aan de winkel voor nieuw kabinet
H. Maarse: Tussen wachtlijst en waslijst
K.G. Okma: Duitse zorg op een kruispunt-hoezo?
A.Bocker, D. Thranhardt: (Waarom) integreert Duitsland beter?
W. Jonkhoff: Land van de rijzende zon?
Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)