Ga direct naar de content

ACM communiceert ongelukkig over kolencentrales

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 7 2013

Het is goed dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toetst of de sluiting van vijf kolencentrales voldoet aan de mededingingswet. De recente ophef is evenwel begrijpelijk, omdat de communicatie over de analyse van ACM nogal onhandig was.

Volgens de ACM is de afspraak in het energieakkoord om kolencentrales te sluiten een kartel. Dat kartel is in beginsel strijdig met de mededingingsregels en zou volgens de ACM ook niet voldoen aan de wettelijke uitzonderingen op het kartelverbod. Dus de afspraak zou van tafel moeten. Henk Don, lid van de raad van bestuur van ACM, zegt in de media ‘dat het hem zou verbazen als ze na dit oordeel doorgaan op de ingeslagen weg’. Een curieus standpunt om meerdere redenen.

Juridisch is dit een ongelukkige uitspraak omdat het om een informele zienswijze gaat van de ACM die formeel geen enkele status heeft en die niet is gebaseerd op diepgaand onderzoek. Partijen kunnen er dus niet tegen in beroep, maar zullen zich er naar verwachting wel door laten leiden.

Politiek is het eveneens ongelukkig omdat de ACM formeel onder het Ministerie van Economische Zaken valt en de minister behendig zal moeten laveren om toch de beoogde resultaten te bereiken, mocht hij hiertoe willen besluiten. Een (al dan niet gewijzigd) energieakkoord speelt immers een cruciale rol in het behalen van Nederlandse duurzaamheidsdoelstellingen.

Economisch is het ook al geen feest. De ACM baseert zijn oordeel op een verwachte stijging van de prijs van elektriciteit en de effecten voor de luchtkwaliteit. Het belangrijkste argument voor sluiting van de kolencentrales, lagere CO2 emissies, wordt door de ACM niet meegenomen. De verwachte prijsstijging en de effecten op luchtkwaliteit zeggen weinig tot niets over de totale maatschappelijke kosten en baten door sluiting en in bredere zin het samenhangende pakket van het energieakkoord. Sluiting van kolencentrales hangt samen met afschaffing van de kolenbelasting, wat illustreert dat het om een breder pakket gaat.

Nu willen wij geen lans breken voor dit energieakkoord (waar ook van alles op valt af te dingen) maar op de principiële discussie over de rol van de ACM in dit soort debatten. Want communicatief verdient dit dossier al evenmin de schoonheidsprijs.

We hebben een sterk vermoeden dat ACM heeft willen zeggen dat de afspraak om kolencentrales te sluiten in beginsel getoetst moet worden aan de mededingingswet. Dat die mededingingswet een partiële toets is op de economische gevolgen die direct het gevolg zijn van het sluiten van die centrales. Dat het best denkbaar is dat er bredere economische of maatschappelijke redenen kunnen bestaan om een energieakkoord overeen te komen of de kolencentrales te sluiten, maar dat de ACM daar niet over gaat. Dat indien de minister of andere partijen vinden dat de maatschappelijke baten opwegen tegen de eventuele gevolgen voor de mededinging dat dit dan of in een wet geregeld moet worden of er moet aangetoond worden dat aan de uitzonderingen op het kartelverbod is voldaan. En weet je? Wat zouden het dan gewoon met de ACM eens zijn.

De manier waarop de ACM zich heeft opgesteld in dit dossier leidt tot onbegrip. In plaats van de rol van de ACM en de mededingingswet te verduidelijken, worden in de praktijk barrières opgeworpen voor besluiten met een breed maatschappelijk draagvlak. Het is prima dat ACM verhindert dat polderakkoorden ontaarden in onderonsjes met de consument als mogelijk slachtoffer. Maar het zou beter zijn als ze haar rol en de beperkingen die daaruit voortvloeien veel beter uitlegt.

Co-auteur Robert Haffner is partner van Ecorys, Ecorys heeft in opdracht van Energie Nederland een second opinion uitgevoerd op de analyse van ACM.

Auteur

Categorieën