Ga direct naar de content

Bedrijfsleven profiteert van dollarherstel

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 10 1991

itilp

Bedrijfsleven
profiteer! van
dollarherstel
Het Centraal Planbureau verwacht
voor dit jaar dat de groei van de Nederlandse Industrie op peil blijft. Volgend jaar zal echter een groeivertraging optreden. In 1991 profiteren de
bedrijven nog sterk van de hoogconjunctuur in Duitsland, maar zij ondervinden in de projectie van het CPB
wel een negatieve invloed van de
sterke gulden, waarbij men uitgaat
van een niveau van gemiddeld
/ 1,65 voor de dollar in 1991.
In 1990 was sprake van een sterk negatieve invloed van de koersontwikkeling voor Nederlandse bedrijven.
Het prijspeil van buitenlandse concurrenten daalde vorig jaar met 4%
vooral als gevolg van de waardedalingen van de dollar, de yen en het
pond. Ondanks dat de Nederlandse
exporteurs hun prijzen vorig jaar
met zo’n 2% verlaagden, hetgeen gepaard ging met druk op de winstmarges, resulteerde toch nog een prijsnadeel van Nederlandse produkten ten
opzichte van de buitenlandse concurrenten met 2%. Nu de dollar veel
sterker is geworden, zou het CPB
voor de komende jaren echter wel
eens te pessimistisch kunnen blijken
te zijn. Bij een hogere gemiddelde
koers zou het plaatje er voor Nederlandse internationaal opererende bedrijven wel eens positiever uit kunnen zien.
Valutakoersen zijn op verschillende
manieren van belang voor het bedrijfsleven. Enerzijds kan sprake zijn
van invloed op de concurrentiepositie. Het gaat hier niet alleen om de
directe export naar de VS, maar ook
naar de landen die de waarde van
hun munt hebben gekoppeld aan de
Amerikaanse dollar, en meer algemeen de markten, inclusief Nederland, waar het Nederlandse bedrijfsleven exporteurs uit dollargebieden
tegenkomt. Verder kunnen de in het
buitenland gegenereerde resultaten
omgerekend in guldens schommelen
ten gevolge van wijzigende valutakoersen. Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen bedrijven met kosten geheel in

DEZEWEEK

guldens, en bedrijven die een deel
van de kosten in de vreemde valuta
maken, bij voorbeeld omdat men
daar produktievestigingen heeft of
in die valuta geleend heeft. Deze
laatste groep zal beter beschermd
zijn tegen valuta-invloeden. Ten slotte kan de guldenswaarde van balansposten, zowel bezittingen als schulden, worden bei’nvloed door het
translatierisico.

Basisindustrie
Jaarlijks exporteert het Nederlandse
bedrijfsleven voor circa/ 230 miljard
aan goederen, op een binnenlandse
produktie van circa/ 475 miljard.
Driekwart van onze export gaat naar
de landen in de Europese Gemeenschap, met Duitsland met een exportaandeel van 26% als koploper. Naar
de Verenigde Staten gaat slechts 5%
van de totale export. De belangrijkste
goederengroepen in de totale export
zijn voeding (18%), chemie (18%), machines en vervoermaterieel (23%), en
fabrikaten zoals papier en karton, garens, ijzer en staal (15%).
De chemie is een van de meest aansprekende voorbeelden van een industrietak die op wereldwijde schaal
opereert. Zowel aan de inkoopkant
als aan de verkoopzijde •worden prijzen op de wereldmarkt bepaald.
Akzo behaalde in 1989 15% van zijn
resultaat (20% van de omzet) in
Noord-Amerika. Daar staan ook kosten in dollars tegenover. 15% van het
totale personeelsbestand is werkzaam in Noord-Amerika, terwijl 23%
van het totale vermogen aldaar gei’nvesteerd is. 71% van het resultaat
(61% van de omzet) wordt in Europa
behaald. De invloed van zowel de
conjunctuur in de VS (denk bij voorbeeld aan afzet van lakken aan de
auto-industrie), maar zeker ook de
vertaalslag van de valuta is van grote
invloed op het totaalresultaat.
DSM behaalt circa 11% van de omzet
en produktie in Noord-Amerika, hetgeen duidt op een evenwicht tussen
kosten en opbrengsten in dollars. In
Europa wordt 80% van de omzet gerealiseerd, terwijl hier circa 90% van
de totale produktie plaatsvindt. Hoe-

wel de invloed van de dollar op de
concurrentiepositie en marges hier
zeker ook duidelijk aanwezig is, is
de directe invloed op het resultaat
minder dan bij Akzo.
Ook de staalindustrie vindt een belangrijk deel van zijn afzetmarkt buiten de eigen landsgrenzen. Hoogovens realiseert circa driekwart van
zijn omzet buiten de landsgrenzen,
en circa 8% in de VS. In termen van

ESB 10-4-1991

kosten en opbrengsten is er sprake
van een balans in dollarstromen. Bij
een afzetdaling, die gepaard gaat
met een snelle daling van de dollar
zoals in 1987, komen de eindprijzen
onder druk en zal de onderneming
hiervan de nadelen ondervinden. Dit
speelde Hoogovens ook in 1990 parten.
Voor de papierproducenten geldt
aan de inkoopzijde sterk de invloed
van de Amerikaanse economic. Het
verbruik van cellulose als grondstof
fluctueert met de economische activiteit, hetgeen zijn invloed op de prijsontwikkeling van de grondstof
heeft. Daar de prijs van cellulose in
dollars wordt genoteerd heeft de
koersontwikkeling een directe invloed op de inkoop voor de Nederlandse fabrikanten, terwijl de fluctuaties niet direct en volledig aan de
afnemers doorgegeven worden. KNP
voorziet voor 50% in de eigen grondstofbehoefte en kent derhalve een
beperktere invloed dan Crown van
Gelder, Gelderse Papier en Berghuizer Papier, die voor 100% inkopen.
Ook de transportsector is een dollargerelateerde markt. Nedlloyd heeft
een jaarlijkse netto inkomstenstroom
van circa $ 250 miljoen. Hoewel
men een actieve hedgingpolitiek
hanteert is de invloed van fluctuaties
in de dollarkoers op het resultaat
aanzienlijk.

Defensieve sectoren
Ook in de voor beleggers vaak genoemde ‘defensieve’ sectoren als de
voeding- en uitgeverijsector zijn er
onder de Nederlandse beursondernemingen een aantal sterk actief in buitenlandse markten. De exportactiviteiten van Heineken naar de Verenigde Staten bedragen ruim 10%
van de omzet, terwijl de invloed op
het resultaat naar alle waarschijnlijkheid fors groter is. Een economisch
herstel gevoegd bij een hogere dollarkoers zijn dus gunstig voor Heineken, te meer daar men de grip op
marketing en distributie in de VS eerder dit jaar heeft versterkt door de
overname van Van Munching. Wessanen behaalt inmiddels meer dan de
helft van zijn omzet en kosten in de
VS. De VS is voor het bedrijf dus
geen exportmarkt. Als gevolg van de
consequente acquisitiepolitiek in de
VS heeft men inmiddels zowel produktie- als distributiebedrijven die
qua marktgebied op elkaar aansluiten. Het gevoerde produktenpakket
lijkt relatief ongevoelig voor algemeen economische omstandigheden. Wel zal de onderneming in de

vertaling van dollars naar guldens de
invloed ondervinden. Evenals Wessanen behaalt Ahold meer dan de helft
van zijn omzet uit de VS met drie ketens van supermarkten, Bi-Lo, Giant
Food Stores en First National Supermarkets. Inmiddels is daar dit jaar
een vierde keten bijgekomen.
Voor de uitgeverijen actief in het wetenschappelijke en professionele segment in de VS zijn de effecten op volumes beperkt, evenals het gevaar
voor verhoogde concurrentie. Het
gaat hier om een specialistisch segment. Wel kunnen in de vertaling
van inkomsten in vreemde valuta
naar guldens problemen ontstaan.
Wolters Kluwer behaalt circa 22%
van de omzet in de VS en het VK,
met name in wetenschappelijk, educatief en informatief uitgeven (gezamelijk goed voor 68% van de totale
omzet). Van het overige deel wordt
56% in Nederland gerealiseerd. Zowel gezien de verdeling naar activiteit als naar landen kan Wolters Kluwer als minst conjunctuurgevoelig
aangemerkt worden. Elsevier heeft
veelal vaste abonnementen voor
haar Engelstalige wetenschappelijke
publikaties en professionele informatie en vakinformatie. Voor de overname van Pergamon was de VS goed
voor 38% van de omzet. Elsevier ontvangt de abonnementsgelden aan
het begin van het jaar. De met de export van wetenschappelijke informatie samenhangende kasstromen worden afgedekt. Het herstel van de
Amerikaanse dollar biedt dus een positiever uitzicht op de resultaatontwikkeling dan de niveaus die eind
1990 nog golden. VNU is in de VS actief op het gebied van Business Informations (8% van de omzet), een activiteit die tot nu toe nog nauwelijks
aan het resultaat heeft bijgedragen.

Een hogere dollar geeft hier dus weinig soelaas.
Al met al biedt het uitzicht op een
sneller dan voorheen verwacht economisch herstel in de Verenigde Staten, samengaand met het krachtig
herstel van de dollar, een verbeterd
vooruitzicht voor de internationaal
opererende Nederlandse bedrijven.
Zowel in afzetvolumes als in de vertaalslag van de dollar en marge-ontwikkeling ziet het plaatje er voor dit
deel van het Nederlandse bedrijfsleven beter uit dan voorheen. De recente koersbewegingen op de beurs
weerspiegelen deze verwachting.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van Lanschot.