Banken op overlevingstocht
De financiele sector staat voor een ingrijpend herstructurerings-en reorganisatieproces, volgens PA Consulting Group, een Engels adviesbureau1. Op de financiele markt zijn een tweetal ontwikkelingen gaande die
een dergelijke stalling zouden kunnen rechtvaardigen.
Deze ontwikkelingen leiden tot een sterke toename van
de concurrentie in een voorheen grotendeels oligopolistische markt.
Net opheffen van kapitaalrestricties en de Europese
integratie vergroten de mogelijkheden voor banken om
nun activiteiten tot buiten de landsgrenzen uit te strekken. Op de Eurovalutamarkt is al jaren sprake van een
hevige concurrentie in de valuta- en obligatiehandel
tussen de banken onderling en in de handel met multinational zakelijke klanten. Door het verdwijnen van de
grenzen worden ook de toetredingsbarrieres lager van
de lokaal georienteerde markten voor particulieren en
kleinere zakelijke klanten. De traditionele manier om
deze klanten te bereiken, via een dicht net van bijkantoren, blijft voor banken echter een hindernis om de
markt in een ander land te betreden. Voor het opzetten
van een kantorennet zijn enorme investeringen nodig.
Betere mogelijkheden om de concurrentie op een lokale
markt aan te gaan zijn daarom overname of samenwerken met een lokale bank. Door de mogelijkheid tot
thuisbankieren met behulp van telefoon, videoscherm
en toetsenbord is het mogelijk om een distributiesysteem op te zetten dat niet afhankelijk is van een kostbaar
kantorennet. Tegen aanbieders van dergelijke diensten
is de markt veel moeilijker af te schermen.
Nieuwe aanbieders en nieuwe produkten overspoelen de financiele-dienstensector. De banken zien hun
positie als intermediair tussen vragers en aanbieders
van kapitaal aangetast. Goede en snelle informatietechnologie maakt het mogelijk dat financiele afdelingen van
multinational ondernemingen een groot deel van de
financiele stromen tussen concernonderdelen, die vroeger via banken liep, nu zelf afhandelen. Ze handelen
zonder tussenkomst van banken met de ‘bijna-banken’
van andere ondernemingen. Op de markt voor particuliere rekeninghouders hebben autofabrikanten kredietafdelingen opgezet die consumptief krediet bieden bij
aanschaf van hun produkt. Zij zijn in staat goedkoper te
werken, omdat ze niet zijn onderworpen aan solvabiliteitseisen. Warenhuizen introduceren hun eigen credit
card die het mogelijk maakt op zeer eenvoudige wijze
op krediet te kopen. Ook beleggingsinstellingen bewegen zich op het terrein van banken. Zij weten spaargelden naar zich toe te trekken door rekeningen aan te
bieden waar eenvoudig geld bij- en afgeschreven kan
worden. Credit-cardondernemingen kunnen uitgroeien
tot belangrijke concurrenten van de gevestigde bankinstellingen. Zij kunnen vergelijkbare betalings- en kredietmogelijkheden bieden en daarnaast ook nog bij
voorbeeld verzekeringen verkopen, zonder daarvoor
een eigen distributienetwerk in de vorm van bankfilialen
te hoeven opzetten.
PA Consulting Group stelt dat de conjuncture^ hausse in de jaren tachtig een belangrijke bijdrage heeft
geleverd aan de sterke groei van de financiele dienstverlening. De toenemende concurrentie die is ontstaan,
veroorzaakt druk op de marges. De banken zijn daardoor geneigd meer risico’s te nemen om toch nog een
redelijke winst te behalen. Als het minder goed gaat met
de economie leidt dit tot problemen, vreest het adviesbureau. Tevens zal dan de vraag naar bankdiensten
ESB 18-7-1990
afnemen. Deze ontwikkelingen leiden ertoe dat de helft
van de financiele instellingen verdwijnt. Zij gaan failliet,
of op in een andere financiele instelling waarna een
forse sanering volgt. De monetaire autoriteiten stimuleren dit proces tegen wil en dank, aldus PA. Door als
reactie op het gedrag van de banken hogere solvabiliteitseisen te stellen, zetten de monetaire autoriteiten de
banken aan hun balanstotaal nog verder te vergroten.
De banken zouden hierbij extra risico’s durven te nemen, omdat ze zich gedekt weten door de overheid die
optreedt als ‘lender-of-last-resort’.
De nieuwkomers op de financiele markt stellen de rol
van de overheid als toezichthouder op de financiele
instellingen en op het betalingsverkeer zwaar op proef.
Ondernemingen die niet traditioneel tot het bankwezen
behoren, vallen niet onder de regels. Dit leidt tot oneerlijke concurrentieverhoudingen. Een autofabrikant hoeft
als hij consumptief krediet verleent niet aan de solvabiliteitseis te voldoen die voor een bank in dezelfde situatie zou gelden. De kapitaalkosten van de autofabrikant
kunnen hierdoor lager zijn dan van de bank. Het is geen
oplossing om de autofabrikant aan dezelfde solvabiliteitseis te laten voldoen. Een zekere mate van overheidsregulering zal echter nodig blijven om het (vertrouwen in het) betalingsverkeer te waarborgen en rekeninghouders te beschermen. Deze zal dan voor alle
bankachtige activiteiten van alle bedrijven en instellingen moeten gelden. Dit vereist ofwel dat bankactiviteiten strict van andere activiteiten worden gescheiden
zodat toch solvabiliteitseisen kunnen worden gesteld,
ofwel dat een toezichthoudende instantie alle bankactiviteiten controleert en met dwingende aanbevelingen
corrigeert. Het is echter nogal twijfelachtig of de overheden zover zullen gaan dat ze verzwakte financiele instellingen in stand gaan houden; zij kunnen een faillissement hoogstens zo ordelijk mogelijk laten verlopen. Het
is dan ook niet waarschijnlijk dat banken zich door
regulerend gedrag van de overheid laten verleiden tot
het nemen van extra grote risico’s.
Ziet de toekomst voor het bankwezen er zo somber
uit als PA meent? Verkeert het bankwezen in zo’n slechte positie dat als de conjunctuur afzwakt de helft van de
banken verdwijnt? Aan de ene kant is het kantorennet
een zware vaste last voor de traditionele banken en is
bij voorbeeld de populariteit van de geldautomaat een
teken dat consumenten voor bepaalde diensten geen
behoefte hebben aan persoonlijk contact. Dit vereist dat
banken bijblijven op het gebied van diensten als credit
cards en thuisbankieren. Aan de andere kant biedt het
kantorennet mogelijkheden om de consument een op
de persoonlijke situatie toegesneden totaalpakket aan
financiele diensten aan te bieden; van bankdiensten tot
reizen en van verzekeringen (Verenigde SpaarbankAmev) tot beleggingsprodukten (Rabo-Robeco). Op de
zakelijke markt kan de disintermediatie worden gecompenseerd door het aanbieden van financiele adviezen
en financiele informatiesystemen. Maar ook op dit terrein zal veel aan produktontwikkeling moeten worden
gedaan om aan de wensen van de klant te kunnen
blijven voldoen. De banken hebben nog een zware tocht
voor de boeg maar als ze op tijd meegaan met de markt
en hun distributiekanalen goed weten uit te buiten overleeft wellicht meer dan de helft.
D.E. Ernste
1. PA Consulting Group, Banking on survival, Londen, 1990.
653