Het aantal mensen in de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) laat een dalende trend zien vanaf 2013 (figuur). Of de schuldenproblematiek ook echt is afgenomen kan echter niet worden gesteld. Vanaf 2012 is schuldhulp namelijk gedecentraliseerd, waardoor gemeenten steeds meer schuldhulpverlening overnemen. Het zou dus goed kunnen dat het dalende aantal mensen in de Wsnp weinig zegt over schulden, maar vooral iets zegt over welke instantie erbij helpt.
Wie in de schulden belandt, kent grofweg drie fasen. Ten eerste kan je vrijwillig schulden afbetalen. Bereik je geen overeenstemming met de schuldeiser, dan kan de rechter je dwingen tot betaling via een deurwaarder, die ook beslag kan leggen. Zijn er meerdere schulden en beslagen, dan komt de Wet schuldsanering natuurlijke personen in zicht. In meestal drie jaar tijd wordt er zo veel mogelijk afbetaald, waarna de resterende schuld wordt kwijtgescholden.
Vanaf 2011 worden er minder schuldsaneringen uitgesproken, waardoor vanaf 2013 het totale aantal mensen in de Wsnp daalt. Tegelijkertijd wordt de Wsnp echter gedecentraliseerd. Zo werd het in 2012 wettelijk geregeld dat gemeenten een taak hebben bij het vroegtijdig bereiken van mensen met schulden. Mensen die schuldhulp ontvangen van de gemeente komen dan minder vaak in de Wsnp terecht.
De jaarverslagen van gemeenten over het jaar 2021 bevestigen dat gemeenten steeds meer zelf schuldhulp verlenen. De in 2012 ingevoerde Wet gemeentelijke schuldsanering (Wgs) werd op 1 januari 2021 gewijzigd. Verhuurders, drinkwaterbedrijven, energieleveranciers en zorgverzekeraars mogen nu gemeenten waarschuwen als hun inwoners betalingsachterstanden hebben. Het gevolg is dat de instroom in de Wsnp nog verder daalt, terwijl de instroom in de vroegsignaleringstrajecten toeneemt. De afname van mensen in de Wsnp laat dus vooral iets zien over de rol van gemeenten.
Dat de gemeenten hun werk goed doen, omdat ze vroegtijdig schulden oplossen en mensen zo sneller de draad van hun leven weer kunnen oppakken, is een aanname. Zoals met alle decentralisaties zouden de sociale gevolgen goed gemonitord moeten worden, en zou er altijd de mogelijkheid van een hercentralisatie open moeten blijven.