Ga direct naar de content

EU-eisen niet gewaarborgd bij import via webwinkels

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 5 2020

Nederlandse consumenten kopen steeds meer bij webwinkels en platforms buiten de Europese Unie. Daarmee zijn ze niet verzekerd van de rechtsbescherming die zij als consument binnen de EU genieten. Ook is niet gewaarborgd of de producten aan de Europese veiligheids-, gezondheids- en milieueisen voldoen. Dat zorgt voor een scheef speelveld voor Europese ondernemers.

In het kort

– De kostenvoordelen bij directe import vloeien deels voort uit de vrijstelling van invoerrechten en btw.
– Voor effectieve consumentenbescherming zal de EU ­toezicht moeten kunnen uitoefenen – ook op platforms buiten de EU.

Door de digitalisering vallen er voor consumenten grenzen weg. Online ligt in beginsel de hele wereld open. Van de mogelijkheid om grensoverschrijdend te winkelen, maken dan ook steeds meer mensen gebruik. Volgens de Thuiswinkel Markt Monitor deden Nederlandse consumenten in 2019 258 miljoen aankopen online met een totale waarde van 25,8 miljard euro (tabel 1).

Ruim vier procent van de online-consumentenaankopen betrof bestedingen over de grens, bij websites die niet in het Nederlands zijn geschreven of die in België staan geregistreerd. Dit aandeel stijgt behoorlijk; de bestedingen bij een buitenlandse webshop of platform zijn ten opzichte van 2018 met 22 procent toegenomen volgens de monitor. En de coronacrisis heeft dit jaar nog een extra impuls aan het online winkelen gegeven waarvan buitenlandse platforms vast ook hebben geprofiteerd.

Vrijwel de helft van de grensoverschrijdende goederenaankopen loopt via Chinese webshops (zoals die van de Alibaba Group). In 2019 lieten Nederlandse consumenten rond 4,4 miljoen pakketjes uit China komen. Bij online-diensten is China nog een kleine speler. Duitsland, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten zijn belangrijker leveranciers van online-diensten zoals verzekeringen, vliegtickets en pakketreizen.

Kostenvoordelen bij directe import

Voor consumenten kan het voordelig zijn om direct te importeren uit een derde land. Als het voordeel voortkomt uit efficiëntie van productie of distributie, komt dat de maatschappelijke welvaart ten goede.

Het risico bestaat echter dat het overslaan van handelsketens leidt tot een beperking van consumentenrechten en/of tot lagere eisen wat betreft het product als het gaat om veiligheid, gezondheid en milieu. Producten die niet bedoeld zijn voor de Europese markt, komen door directe import rechtstreeks, zonder controle op de Europese eisen van veiligheid, gezondheid en milieu, bij de consumenten thuis. Dan kan er sprake zijn van welvaartsverlies en wordt de concurrentie scheefgetrokken ten opzichte van Europese producenten. Daarnaast valt directe import buiten de invloedssfeer van grensoverschrijdende keten­initiatieven voor verbetering van onder meer de arbeidsomstandigheden in producentenlanden, in het kader van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (SER, 2019).

Een ander mogelijk kostenvoordeel bij directe import kan voortvloeien uit de voor particulieren bestaande vrijstellingen van btw voor goederen tot een waarde van 22 euro en van invoerrechten voor goederen tot een waarde van 150 euro. Ook hierdoor worden de concurrentievoorwaarden ten opzichte van levering via normale handelsschakels scheefgetrokken. Dat effect is substantieel. De gemiddelde waarde van de online in China aangekochte producten bedraagt zo’n 70 euro. Op het merendeel van de pakketjes zullen dan ook geen invoerrechten worden geheven; en bij een flink deel van de directe import blijft ook btw-heffing achterwege. Met ingang van 1 juli 2021 zal door aanpassing van de EU-richtlijn de btw-vrijstelling voor kleine zendingen verdwijnen. De vrijstelling van invoerrechten (tot 150 euro) blijft echter wel bestaan.

Tot slot bestond er de afgelopen jaren binnen de Wereldpostunie een verschil in vergoeding voor de bezorging van briefpakketjes, dat erg voordelig uitpakte voor de posttarieven vanuit China. Dit verschil is inmiddels weggewerkt.

Wettelijke eisen

Aan veel producten, zoals kleding, speelgoed, elektronica en cosmetica, stelt de EU eisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Daarnaast genieten consumenten binnen de EU rechtsbescherming, ook bij online-aankopen. Zo hebben consumenten onder andere recht op ontbinding van de overeenkomst, op garantie op het product, op gerechtelijke en buitengerechtelijke geschilbeslechting, en is misleidende reclame verboden. Marktdeelnemers – fabrikanten, importeurs en distributeurs – moeten waarborgen dat de producten die zij op de Europese markt aanbieden, aan de EU-veiligheidseisen voldoen. Ook moeten ze de vereiste consumentenbescherming bieden.

Deze regels gelden in beginsel ook voor ondernemers uit een land buiten de EU die zich actief richten op de Europese consument. Een dergelijke gerichtheid kan men op verschillende manieren vaststellen. Aanwijzingen daarvoor zijn bijvoorbeeld het hebben van een distributiecentrum binnen de EU, het gebruik van een neutrale domeinnaam (.com of .eu in plaats van .cn) en het op de website of het online-­platform kunnen instellen van Nederlands als voorkeurstaal.

In 27 verschillende productgroepen wordt een CE-markering gebruikt om de conformiteit van een product aan de Europese regelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu aan te geven. Bij 24 van deze productgroepen is de CE-markering verplicht; zonder deze markering mag een dergelijk product binnen de EU niet op de markt worden gebracht. Daarbij zijn verplichtingen niet alleen voor fabrikanten, maar ook voor importeurs en distributeurs, vastgelegd. Zo moet een importeur erop toezien dat de fabrikant het product terecht heeft voorzien van een CE-markering, en dat de juiste technische documentatie voorhanden is. Desondanks nemen de nationale markttoezichthouders in de EU maandelijks tientallen producten uit de (reguliere) handel die een ernstig risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van gebruikers. Veel van die producten zijn voorzien van de CE-markering – of van het Export-logo dat China hanteert en dat verdacht veel lijkt op de CE-markering.

Platforms problematisch

Buiten de EU gevestigde online-platforms spelen een grote rol bij de import van producten die niet aan de Europese wettelijke eisen voldoen. Dat komt omdat juist hier producten te koop worden aangeboden die eigenlijk niet voor de Europese markt bestemd zijn. Bij directe import via dergelijke platforms ontbreken de importeurs en distributeurs die kunnen worden aangesproken op het voldoen aan die wettelijke eisen. Online-platforms worden nu niet beschouwd als een schakel in de reeks fabrikant–importeur–distributeur die daartoe verplichtingen heeft. Een aantal online-platforms heeft wel vrijwillig een Product Safety Pledge ondertekend, waarin medewerking wordt toegezegd bij het weren van onveilige producten. Deze toezegging is onder meer door de Alibaba Group en Amazon ondertekend.

Desondanks adviseert de Consumentenbond, op basis van recent onderzoek naar de veiligheid van producten die online worden aangeboden, om geen kleding, sieraden, cosmetica, speelgoed of elektrische apparaten te kopen via een platform buiten de EU (Aalbers en Ten Grotenhuis, 2020).

Bovendien kan het voor de consument bij gebruik van een online-platform onduidelijk zijn met wie men zaken doet: met een ondernemer of met een particulier? Dat onderscheid is wezenlijk met het oog op de consumentenbescherming: die geldt alleen bij transacties met een ondernemer. Op grond van EU-regelgeving moet een online-platform Europese consumenten informeren of zij een aankoop gaan doen bij een ondernemer of bij een particulier. Voor veel consumenten is het echter onduidelijk bij wie ze moeten aankloppen als er bij online-aankopen een probleem ontstaat (Kantar, 2020). Bij aankopen via een webwinkel kan een consument geconfronteerd worden met het fenomeen ‘dropshipping’. Daarbij plaatst de webwinkel de bestelling bij een producent of groothandel die het product rechtstreeks aan de klant levert. Vaak weten consumenten die bij een Nederlandse of Nederlandstalige webwinkel een product bestellen, niet dat dit rechtstreeks uit een derde land geleverd wordt. Als een Nederlands retouradres ontbreekt, wordt het lastig om een aankoop terug te draaien en je geld terug te vragen (Van ’t Woudt, 2020).

Conclusie en beleidsimplicaties

Dankzij de digitale revolutie hoeven mensen niet meer naar het buitenland te reizen om direct producten te importeren. Directe import via webshops en platforms verruimt de keuzemogelijkheden en levert consumenten veelal een prijsvoordeel op. Maar de keerzijde kan, bij aankopen buiten de EU, een verlies aan consumentenrechten en/of het risico van onveilige producten zijn.

Een oplossing is om online-platforms, die zich richten op gebruikers binnen de EU – ongeacht de plaats van vestiging – aansprakelijk te gaan stellen voor de veiligheid van de producten die zij leveren – en aldus toe te zien op de juiste toepassing van het CE-systeem (SER, 2020; EZK, 2020). Dit helpt ook om een gelijk speelveld voor ondernemingen te herstellen.

Om platforms aansprakelijk te kunnen stellen is nieuwe regelgeving van de EU nodig. In de recente Digitaliseringsstrategie pleit de Europese Commissie voor specifieke verantwoordelijkheden en regels voor online-platforms, met als doel consumenten ook bij de aankoop van producten via directe import uit derde landen bescherming en de zekerheid van veilige producten te bieden (EC, 2020). Er ligt echter wat dit betreft nog geen concreet wetgevingsvoorstel.

Daarnaast is uiteindelijk de medewerking van derde landen nodig om platforms aansprakelijk te kunnen stellen. Daartoe kan de EU het zwaarste machtsmiddel inzetten waarover zij beschikt: de toegang tot de interne markt. Dit heeft de EU al in staat gesteld om diverse gemeenschappelijke regels te doen verheffen tot wereldwijde standaarden.

Getty Images

Literatuur

Aalbers, S. en L. ten Grotenhuis (2020) Goedkoop shoppen buiten de EU: veel gevaarlijk spul. Consumentengids, 2020(3), 10–13.

EC (2020) De digitale toekomst van Europa vormgeven. Mededeling COM(2020)67 final. Te vinden op ec.europa.nl.

EZK (2020) Groeiende verantwoordelijkheden van online platforms ten opzichte van consumenten. Tweede Kamer, Kamerbrief 27879(76).

Kantar (2020) Flitspeiling vertrouwen online platforms. Kantar Rapport, 18 maart. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.

SER (2019) Kansen pakken en risico’s beheersen: over de samenhang tussen de SDG’s en IMVO. SER-publicatie 19/13.

SER (2020) Directe import van buiten de EU: gelijke bescherming én gelijk speelveld! SER Commissie voor Consumentenaangelegenheden, advies 20/05.

Woudt, M. van ’t (2020) Ongemerkt winkelen in China. Consumentengids, 2020(10), 30–32.

Auteurs