Ga direct naar de content

Input/ output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 7 2013

.

68 Jaargang 98 (4653) 8 februari 2013
ESB Input / output
Ozb
Het ozb-tarief voor woningeigenaren in Nederland gaat
in 2013 toenemen met gemiddeld 2,2 procent vergeleken
met 2012. De mutaties in het ozb-tarief verschillen aanzienlijk
per gemeente. Utrecht verlaagt de ozb het meest
van alle grote gemeenten. Aldaar daalt het tarief met 1,2
procent. In de gemeente Amersfoort vindt de grootste
procentuele toename van het ozb-tarief plaats met 14,5
procent. Dit blijkt uit schattingen van het COELO.
Allers, M.A. en C. Hoeben (2013) Kerngegevens belastingen grote
gemeenten 2013. Groningen: Centrum voor Onderzoek van de Economie
van de Lagere Overheden.
Kwaliteitskenmerken
De kwaliteit van leraren in het basisonderwijs is belangrijk
voor de prestatie van leerlingen. Dit blijkt
uit de resultaten van een onderwijsproject in een
Nederlandse stad waarbij de kwaliteit van 125 leraren
door externe evaluatoren werd gekeurd. De 75
gemeten kwaliteitskenmerken hadden betrekking
op pedagogische, didactische en organisatorische
vaardigheden. Van der Steeg en Gerritsen vatten de
scores van al deze kwaliteitskenmerken samen in de
variabele leraarkwaliteit. Leerlingen van een leraar
uit het hoogste kwartiel van deze variabele blijken
beter te presteren dan leerlingen van een leraar uit
het laagste kwartiel. Dit geldt voor alle onderzochte
vakken: rekenen, grammatica en lezen. Het verschil
is zo groot dat een leerling die twee jaar achter elkaar
een zwakke leraar treft in plaats van een goede,
op een lager niveau in het voortgezet onderwijs terecht
kan komen. Dit kan worden voorkomen door
zwakke leraren bij te scholen op de gebieden waar
zij volgens de evaluatoren slecht scoren.
Steeg, M. van der en S. Gerritsen (2013) Teacher evaluations
and pupil achievement: evidence from classroom observations.
CPB Discussion Paper, 230.
Indexatie
Bedrijfspensioenfondsen indexeren
de pensioenen meer dan bedrijfstakpensioenfondsen
van dezelfde
omvang. Dit resultaat volgt
uit de econometrische analyse die
Broeders et al. uitvoeren op data
over Nederlandse pensioenen in
de periode 2007–2010. Wellicht indexeren
bedrijfsfondsen meer omdat
indexatie gebruikt wordt om
goede werknemers aan te trekken.
Daarnaast blijkt een groter fonds
meer te indexeren, bijvoorbeeld
vanwege schaalvoordelen. Omdat
bedrijfsfondsen in omvang vaak relatief
klein zijn, biedt een bedrijfspensioen
niet per se meer indexatie
dan een bedrijfstakpensioen.
Broeders, D., P. Hilbers en D. Rijsbergen
(2013) What drives pension indexation
in turbulent times? An empirical examination
of Dutch pension funds. DNB
Working Paper, 368.
Input // output
Voorzorg
Voorzorgsmaatregelen nemen helpt in het terugdringen
van misdaad. Dit blijkt uit de analyse van
de effecten van een wetswijziging die plaatsvond
in 1998. Auto’s mochten vanaf toen alleen nog
maar verkocht worden in de Europese Unie als er
een beveiligingssysteem tegen autodiefstal ingebouwd
was. Door dit systeem verkleinde de kans
op autodiefstal in Nederland met vijftig procent
over de periode 1995–2008. Van Ours en Vollaard
schatten dat elke verhinderde autodiefstal
ongeveer 1500 euro kostte. Uit eerder onderzoek
blijkt dat dit slechts een klein bedrag is vergeleken
met de baten voor de maatschappij. De onderzoekers
beargumenteren dat het succes van de
wetswijziging komt doordat mensen moeite hadden
met het correct inschatten van de gevolgen
van een autodiefstal, waardoor zij niet uit zichzelf
voorzorgsmaatregelen wilden nemen. Als dit
probleem algemeen is, moeten mensen geholpen
worden door bepaalde voorzorgsmaatregelen tegen
misdaad verplicht te maken.
Ours, J.C. van en B. Vollaard (2013) The engine immobilizer:
a non-starter for car thieves. TILEC Discussion Paper,
001.
Langdurig
Een probleem bij concurrentie onder verzekeraars
in de langdurige zorg is dat verzekeraars, die aan
alle klanten een gelijke premie moeten vragen, een
prikkel hebben om klanten met hoog risico te weren.
Bakx et al. onderzoeken of de overheid deze
averechtse selectie kan mitigeren door een subsidie
te geven als een verzekeraar een klant met hoog risico
verzekert. Het subsidiebedrag per klant moet
dan gebaseerd worden op indicatoren van risico op
langdurige ziekte. Uit hun dataset, die de periode
2000–2005 beslaat, concluderen de onderzoekers
dat de beste indicator eerder gebruik van langdurige
zorg is. Deze indicator gebruiken als basis voor de
subsidie blijkt averechtse selectie van klanten echter
niet volledig te stoppen. Ook is er dan geen prikkel
voor verzekeraars om de kosten te beperken, omdat
hoge kosten in jaar t–1 meer subsidie opleveren in
jaar t. Dit probleem is kleiner als de subsidie gebaseerd
is op de gemiddelde kosten van meerdere
jaren.
Bakx, P., E. Schut en E. van Doorslaer (2013) Can risk adjustment
prevent risk selection in a competitive long-term care
insurance market? Tinbergen Institute Discussion Paper, 017.
2,2% Verwachte stijging
ozb-tarief
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
Jaargang 98 (4653) 8 februari 2013 69
Input / output ESB
Leidingwater
Over de periode 1970–1990 steeg het huishoudelijk gebruik
van leidingwater per persoon met ongeveer 37 procent. Na
1990 ontstond er echter een opmerkelijke trendbreuk. In
de periode 1990–2011 is het gebruik van huishoudelijk leidingwater
in Nederland namelijk afgenomen van 149 naar
129 liter per persoon per dag, een daling van 0,7 procent op
jaarbasis. Deze ontwikkeling komt volgens het Centraal
Bureau voor de Statistiek voornamelijk doordat huishoudelijke
apparaten nu minder water verbruiken.
CBS (2013) Watergebruik steeds efficiënter. Webmagazine, 25 januari.
Salarisverschil
Hoogopgeleide werknemers in de publieke sector
verdienen minder dan vergelijkbare werknemers
in de private sector. Dit blijkt uit econometrische
analyse van data over het jaar 2009. Laag- en gemiddeld
opgeleide mannen blijken in de private sector
ook meer te verdienen, maar het relatieve verschil
in salaris tussen de sectoren is kleiner dan bij hoogopgeleiden.
Laag- en gemiddeld opgeleide vrouwen
krijgen juist een hoger salaris in de publieke sector.
Aangezien de ambtenarensalarissen tot 2014 nominaal
bevroren zijn, kan de relatieve aantrekkingskracht
van de publieke sector de komende jaren verder
dalen. Berkhout en Salverda waarschuwen dat
de kwaliteit van het personeel in de publieke sector
achteruit zal gaan als de lonen in de publieke sector
de komende jaren te ver achterop raken.
Berkhout, E. en W. Salverda (2013) Development of the public-
private wage differential in the Netherlands 1979–2009.
SEO Discussion Paper, 071.
Loondienst
Voormalig ondernemers hebben een kleinere kans
op een baan in loondienst dan voormalig werknemers.
Dit blijkt uit het veldexperiment dat Koellinger
et al. uitvoerden in het Verenigd Koninkrijk.
De cv van een fictieve ex-ondernemer en die van een
vergelijkbare fictieve ex-werknemer werden opgestuurd
als reactie op 98 verschillende vacatures. De
ex-werknemer bleek vaker te worden uitgenodigd
voor een sollicitatiegesprek dan de ex-ondernemer.
Het vooruitzicht dat ex-ondernemers achterstand
hebben bij het vinden van werk in loondienst kan
mensen afschrikken voor zichzelf te beginnen. Tegelijkertijd
blijven mensen die eenmaal begonnen
zijn met ondernemen door hun achterstand op de
arbeidsmarkt vaak doorgaan met ondernemen.
Koellinger, P.D., J. Mell, I. Pohl, C. Roessler en T. Treffers
(2012) Self-employed but looking: a labor market experiment.
ERIM Research Paper, 022.
Verweven
Sinds 1 april 2011 zijn twee nieuwe
maatregelen van de overheid van
kracht met als doel het verbeteren
van de liquiditeit op de Nederlandse
gasmarkt. Kuper en Mulder
onderzoeken empirisch of deze
maatregelen ook effect hebben
gehad op de verwevenheid van
de Nederlandse en de Duitse gasmarkten.
Uit het onderzoek blijkt
dat de prijsverschillen tussen de
twee gasmarkten door de maatregelen
inderdaad zijn afgenomen,
omdat het makkelijker is geworden
om arbitragemogelijkheden uit te
buiten.
Kuper, G. en M. Mulder (2013) Crossborder
infrastructure constraints, regulatory
measures and economic integration
of the Dutch-German gas market.
SOM Discussion Paper, 001.
Alleenstaand
Sinds 2002 is de aanvullende alleenstaande
ouderkorting verruimd.
Deze heffingskorting geldt
nu voor werkende alleenstaande
ouders van kinderen tot 16 jaar, in
plaats van tot 12 jaar. Uit het econometrische
onderzoek van Bettendorf
et al. blijkt dat deze wetswijziging
niet het bedoelde effect
gehad heeft: de arbeidsparticipatie
van alleenstaande ouders is niet
toegenomen. Tijdens het kabinet-
Rutte I was al sprake van het terugdraaien
van de wetswijziging, maar
deze plannen vonden uiteindelijk
geen doorgang. Met dit nieuwe bewijs
kan de kwestie wederom op de
politieke agenda komen.
Bettendorf, L.J.H., K. Folmer en E.L.W.
Jongen (2013) The dog that did not
bark: The EITC for single mothers in the
Netherlands. CPB Discussion Paper, 229.
Buitenlanders
Er wordt meer geïnnoveerd in bedrijven naarmate
hun buitenlandse werknemers uit meer verschillende
culturen komen. Deze relatie is het sterkst
voor bedrijven
in kennisintensieve
en internationaal
georiënteerde
sectoren.
Daarnaast blijkt
het gunstig voor
de innovatie als
de buitenlandse
werknemers hoogopgeleid zijn. Dit alles volgt uit
het empirische onderzoek van Ozgen et al. naar
2789 Nederlandse bedrijven in de periode 2000–
2006. Uit de resultaten volgt dat immigratiebeleid
gericht moet zijn op het aantrekken van hoogopgeleiden
uit verschillende culturen. De resultaten impliceren
echter niet dat bedrijven zo veel mogelijk
buitenlanders moeten aannemen: meerdere econometrische
specificaties tonen aan dat bedrijven
met een groot aandeel autochtone werknemers het
meest innovatief zijn.
Ozgen, C., P. Nijkamp en J. Poot (2013) Measuring cultural
diversity and its impact on innovation: longitudinal evidence
from Dutch firms. IZA Working Paper, 7129.
Procyclisch
Het bestaan van boetes indien de reserves van een
bank lager zijn dan de wettelijke norm, leidt tot
procyclisch uitleengedrag van banken. Dit blijkt uit
het theoretische model van Gornicka en Van Wijnbergen,
waarvan de parameters geschat zijn op basis
van data over de Verenigde Staten in de periode
1959–2011. Banken houden grotere reserves aan
dan wettelijk verplicht om ook na een negatieve
schok een boete te vermijden. Tijdens een recessie
is het risico op een dergelijke schok groter, waardoor
de extra reserve groter is in recessies. Hierdoor
zorgt het bestaan van boetes voor procyclisch uitleengedrag
van banken. De contra-cyclische buffer
beschreven in het Basel III-akkoord blijkt dit probleem
aanzienlijk af te zwakken.
Gornicka, L. en S. van Wijnbergen (2013) Financial frictions
and the credit transmission channel: capital requirements
and bank capital. Tinbergen Institute Discussion Paper, 013.
129 Liter
huishoudelijk
waterverbruik per dag
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteur