Ga direct naar de content

De Nederlandse stroomversnelling

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 27 2003

De Nederlandse stroomversnelling
Aute ur(s ):
Meijer, A. (auteur)
De auteur is werkzaam b ij ecorys-nei in Rotterdam.arno.meijer@ecorys.com
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4407, pagina 300, 27 juni 2003 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):
reactie

Concurrentie stroomopwaarts in Belgie
Steurs en Bouckaert beschrijven een aantal oorzaken waarom concurrentie in de Belgische elektriciteitsmarkt maar moeizaam tot stand
komt. De vraag rijst in welke mate de geïdentificeerde problemen zich in Nederland voordoen.In de eerste plaats zijn de grote spelers in
de gehele bedrijfskolom en de afzonderlijke onderdelen van de Nederlandse elektriciteitssector minder dominant dan in België waardoor
concurrentie effectiever is. In 2001 is aan de productiezijde een einde gekomen aan het de facto monopolie van sep, het
samenwerkingsverband tussen elektriciteitsproducenten, waardoor de huidige vier producenten van (grijze) stroom met elkaar
concurreren. Op het gebied van levering aan vrije afnemers is concurrentie aanwezig, zoals nma concludeerde bij de goedkeuring van de
overname van Remu door Eneco.Ten tweede zijn de mogelijkheden van importconcurrentie in Nederland groter. De importcapaciteit
bedraagt thans 3650 megawatt (circa twintig procent van het Nederlandse verbruik) waarvan slechts 1350 megawatt gereserveerd zijn
voor transmissiereserve en langlopende contracten en de rest vrij is. De resterende capaciteit wordt geveild waardoor in principe
mogelijkheden voor potentiële toetreding door handelaren of leveranciers bestaan. Daarnaast bestaan plannen voor uitbreiding van de
importcapaciteit. Tenslotte is de onzekerheid voor potentiële toetreders minder groot dan in België. Voor de laatste stap naar volledige
liberalisering is meer tijd ingeruimd zodat de leveranciers en netbeheerders de mogelijkheid hebben eerdere problemen bij de introductie
van keuzevrijheid voor het midden- en kleinbedrijf met de administratie, technische voorwaarden en het wisselen van leverancier te
voorkomen. Daarnaast heeft de introductie van een elektriciteitsbeurs (apx) gezorgd voor een meer transparante en liquide markt
waardoor de betrouwbaarheid van prijsvorming verbeterde en concurrentie beter gedijt. Toetreders in Nederland hebben al met al minder
belemmeringen om te concurreren dan in België. Dit heeft zich er in vertaald dat vrije afnemers vaker overstappen van aanbieder en
gemiddeld lagere eindgebruikersprijzen. Desalniettemin zijn de gevaren van misbruik van machtsposities niet ondenkbeeldig. Een verdere
concentratievorming door middel van horizontale danwel verticale integratie tussen producenten en leveranciers kan leiden tot
mededingingsproblemen. Ook congestie op internationale verbindingen, een dalende liquiditeit en minder accurate prijsvorming op de
groothandelsmarkt vanwege de uittreding van enkele deelnemers en continue onzekerheid over de datum van volledige liberalisering
belemmeren effectieve concurrentie. Een adequate ontvlechting van het net- en leveringsbedrijf, stringent mededingingstoezicht en een
verbeterde informatievoorziening voor de groothandel moeten betere garanties geven voor efficiënte uitkomsten in de toekomstige
elektriciteitsmarkt.

Copyright © 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs