Ga direct naar de content

De noodzaak van kennis

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 5 2000

De noodzaak van kennis
Aute ur(s ):
Nijkamp, P. (auteur)
Hoogleraar regionale economie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4263, pagina 535, 30 juni 2000 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

Er gaat een verhaal over een Chinese wijsgeer uit de periode van de Sjang-dynastie die eens aan zijn leerlingen de vraag voorlegde of
zij iets konden noemen dat door niets overtroffen zou kunnen worden. Toen deze het antwoord op zijn vraag schuldig bleven, werden ze
voor een jaar naar huis gestuurd om over deze vraag na te denken (het begrip ‘tijdspreferentie’ was toen nog niet uitgevonden). Na een
jaar onthulde de wijsgeer het geheim: met kennis kun je iedereen overtroeven.
Deze Chinese wijsgeer zou met recht de voorloper van de moderne kenniseconomie genoemd kunnen worden. Natuurlijk heeft kennis in
de geschiedenis van de mensheid altijd een belangrijke rol gespeeld (van Euripides is bijvoorbeeld de uitspraak bekend dat kennis
belangrijker is dan een krachtige arm), maar met de transitie van een diensteneconomie naar een informatie- en communicatie-economie is
kennis een factor van majeure betekenis geworden. Kennisvergaring is nauw verbonden met de huidige netwerksamenleving die
grensoverschrijdend, innovatief en superdynamisch is. Door de positieve externe effecten van netwerken is kennis bovendien veel
sneller beschikbaar. Tegelijktijd dreigt kennis snel verouderd te raken. De levensduur ervan wordt steeds korter. Hoewel kennisvergaring
een prijskaartje heeft, is erin investeren geen luxe: zonder geavanceerde kennis is er in de netwerkeconomie nauwelijks groeiperspectief.
Voor de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is het een permanente gewetensvraag hoeveel uitgaven gedaan moeten
worden voor wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, om onze kenniseconomie adequaat te voeden. In een op 11 mei aan minister
Hermans aangeboden rapport wordt een krachtig pleidooi gehouden voor een serieuze en significante investering van rijkswege in
kennisinfrastructuur 1. De beste manier om in deze wereld een wetenschappelijke rol van betekenis te spelen is ervoor te zorgen dat deze
‘onderlegger’ van de wetenschap hecht verankerd is en voldoende groei-impulsen geeft. Dat betekent in het bijzonder een krachtige
impuls voor infrastructuurinvesteringen ten behoeve van kennis. Voorbeelden daarvan zijn bundelingarrangementen en internationale
netwerkvorming in onderzoek, verbetering van kennisdisseminatie in Nederland, exportbevordering van in Nederland verricht onderzoek,
beter universitair personeelsbeleid en loopbaanmanagement, meer accent op de baten van virtuele communicatie, meer perspectief door
gerichte investeringen in menselijk kapitaal voor de jonge generatie en aantrekken van internationale coördinatiecentra van grote
samenwerkingsverbanden.
Als de kennisinfrastructuur geavanceerd is, heeft wetenschappelijke kennis en informatie de beste bloeikansen. Dan worden twee
strategische doelen bereikt: een significante bijdrage aan wetenschapsbeoefening als een cultuurexpressie par excellence én een
krachtige stoot tot doorgaande sociaal-economische ontwikkeling.
Helaas is door de politiek de hoogstaande missie van wetenschap en kennis in het afgelopen decennium verwaarloosd. Teruglopende
budgetten hebben in vele gevallen een malaise veroorzaakt. Het mag een wonder heten dat er nog zoveel academisch élan en idealisme
wordt gevonden. Het is toch moeilijk verteerbaar dat voor studies naar nut en noodzaak van de Tweede Maasvlakte gemakkelijk meer
dan honderd miljoen gulden wordt uitgegeven, terwijl de minister voor OCenW met veel moeite enige tientallen miljoenen van minister
Zalm krijgt. Voorwaar niet meer dan kruimels.
Indien men uitgaven voor onderwijs en onderzoek als consumptief beschouwt, wordt het lastig bij het huidige regeerakkoord hogere
budgetten te bepleiten. De moderne endogene groeitheorie leert ons echter dat overheidsuitgaven ten behoeve van
kennisontwikkelingen van cruciale productieve betekenis kunnen zijn voor (sociaal-)economische groei. Natuurlijk is de reductie van de
overheidsschuld een belangrijk goed, maar het is de vraag of thans investeren in kennis niet voldoende groei oplevert om via
terugverdieneffecten op termijn schulden sneller weg te werken.
Met een nieuwe ronde van ICES-KIS voor de deur is er nu een unieke gelegenheid schoon schip te maken en de
wetenschapsontwikkeling in Nederland weer perspectief te bieden. De ICES-KIS doelstellingen zullen niet bereikt kunnen worden als
uitsluitend of hoofdzakelijk in fysieke infrastructuur wordt geïnvesteerd. Het gaat om het vinden van een balans tussen materiële en
kennisinfrastructuur, waarbij wetenschapsontwikkeling voorlopig nog een grote inhaalslag te maken heeft.
De vraag welke investeringen dan bij uitstek onder kennisinfrastructuur vallen zou door een expert-groep kunnen worden opgelost. De
minister heeft zich bij de aanbieding van het genoemde rapport zeer positief over het geschetste perspectief uitgelaten, en beklemtoond
dat er sprake dient te zijn van een uitgebalanceerd investeringspakket voor fysieke en kennisinfrastuctuur. Het wachten is nu op de
politiek. Hopelijk is de tijdspreferentie van Haagse politici hoger dan die van Chinese wijsgeren

1 P. Nijkamp, in samenwerking met A.L. Bovenberg en L.L.G. Soete, Kennis is kracht, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen, Zoetermeer, 2000.

Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur