column
Henriëtte Maassen van den Brink
We leven even lang en gelukkig
Sigmund Freud was ervan overtuigd dat het doel van
het leven de dood is. Hij dacht ook dat de doodswens
in evenwicht werd gehouden door Eros, een liefhebbende, positieve kracht die het leven in stand tracht
te houden. Freud formuleerde zijn theorie over het
doodsinstinct in de jaren twintig van de vorige eeuw.
Economen hebben een wat meer prozaïsche omgang
met de dood. Een jaar of tien nadat Freud zijn theorie
over de dood het licht deed zien, schreef John Maynard
Keynes: op de lange termijn zijn we allemaal dood. De
eindigheid van het leven houdt ook economen bezig.
Het CBS kwam vorige week met het bericht dat mensen
met een slechte gezondheid meer moeite hebben om
rond te komen. In 2006 had vijf procent van de volwassenen een slechte gezondheid en veertig procent van
hen had moeite om rond te komen. Van de mensen
die redelijk of goed gezond zijn, kan maar tien procent
moeilijk rondkomen. Een slechte gezondheid leidt tot
financiële problemen, zo lijkt het CBS te suggereren. In
een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO,
getiteld Closing the gap in a generation: health equity
through action on the social determinants of health, dat
twee weken geleden is verschenen, wordt precies het
omgekeerde betoogd. Volgens de WHO is inkomensongelijkheid een belangrijke oorzaak voor verschillen
in gezondheid en levensverwachting tussen mensen.
Om de sociaal-economische gezondheidsverschillen te
verkleinen pleit de WHO voor progressieve belastingen
en een sterke overheid: “… given the marked failure
of markets to supply goods and services equitably,
implies strong public sector leadership and adequate
public expenditures. This in turn implies progressive
taxationâ€. In het bijbehorende persbericht wordt er nog
een schepje bovenop gedaan: “Inequities are killing
people on a grand scaleâ€, heet het daar. “(The) toxic
combination of bad policies, economics, and politics is,
in large measure, responsible for the fact that a majority of people in the world do not enjoy the good health
that is biologically possible.â€. Rijkere en hogeropgeleide
mensen leven langer dan armere en lageropgeleiden,
ook in ons land. Ten opzichte van mannen met een
vmbo-diploma is de levensverwachting van mannen met
een hbo/wo-opleiding 2,8 jaar langer. Voor vrouwen is
dit verschil 0,8 jaar. De verschillen in gezondheid zijn
nog groter. Het verschil in het aantal jaren in ervaren
goede gezondheid is ongeveer tien jaar voor mannen
en 7,5 jaar voor vrouwen. Opvallend is dat de sociaaleconomische gezondheidsverschillen in de jaren vijftig
en zestig kleiner waren dan nu. Sinds de jaren zeventig neemt de gezondheidsongelijkheid toe. Wel is de
gezondheidsongelijkheid in ons land kleiner dan in de
meeste andere Europese landen. Dit komt onder andere
door het geringe aantal verkeersdoden en de relatief
lage sterftekans aan hart- en vaatziekten in ons land.
Het kabinet heeft zich tot doel gesteld de bestaande
sociaal-economische gezondheidsverschillen in 2020
met ten minste een kwart te verminderen. Volgens de
website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieuhygiëne, het RIVM, wil het kabinet dit bereiken
door de verschillen in opleiding en inkomen te verkleinen (RIVM, 2006). Ook de Tweede Kamer maakt zich
zorgen over de gezondheidsongelijkheid in ons land.
Minister Klink van VWS heeft onlangs een plan van
aanpak om sociaal economische gezondheidsverschillen te verkleinen naar de Tweede Kamer gestuurd.
Hierin wordt ondermeer het tegengaan van schooluitval
genoemd als middel om gezondheidongelijkheid te
verminderen (brief SEGV naar aanleiding van motie-Van
der Veen en motie-Arib). Een hogere welvaart en een
hoger opleidingsniveau van de bevolking dragen bij aan
een betere gezondheid. Dit blijkt ook uit onderzoek
(Groot en Maassen van den Brink, 2007). Wij vonden
dat het gezondheidsrendement van een jaar onderwijs
overeenkomt met 1,3 tot 5,8 procent van het bbp.
Daarmee bedraagt het gezondheidsrendement vijftien
tot zestig procent van het financiële rendement van
een jaar onderwijs. Echter, dit is het rendement van
een jaar extra onderwijs. Het is de vraag of het verkleinen van opleidings- en inkomensverschillen hetzelfde
effect teweegbrengt. Als we allemaal een mbo-opleiding
hebben, zijn we dan allemaal even gezond? Wordt de
gemiddelde levensverwachting hoger en de gezondheidstoestand van de bevolking beter als iedere Nederlander
een modaal inkomen verdient? Ik denk het niet. De
nadruk van epidemiologen en gezondheidswetenschappers op verkleining van opleidings- en inkomensverschillen is eenzijdig. Een causaal verband tussen opleiding
en gezondheid betekent niet dat er zo’n verband is
tussen opleidingsverschillen en gezondheid ngelijkheid.
o
Sigmund Freud zou deze begripsverwarring ongetwijfeld
een Fehlleistung hebben genoemd.
Literatuur
CBS (2008) Mensen met een slechte gezondheid hebben meer moeite om
rond te komen. http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/inkomenbestedingen/publicaties/ artikelen/archief/2008/2008-2567-wm.
htm.
CSDH (2008) Closing the gap in a generation: health equity through
action on the social determinants of health. Final Report of the
Commission on Social Determinants of Health. Genève: WHO.
Groot, W. en H. Maassen van den Brink (2007), The health effects
of education, Economics of education review, 26(2) 186−200.
Lucht, F. van der (2006) Sociaaleconomische gezondheidsverschillen samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning,
Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM.
ESB
93(4543) 19 september 2008
559