Ga direct naar de content

Naar een claimcultuur in Nederland?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 6 1999

Naar een claimcultuur in Nederland?
Aute ur(s ):
Bauw , E. (auteur)
Dijk, F. van (auteur)
Werkzaam b ij het Ministerie van Justitie, respectievelijk de Directie Wetgeving en de Directie Algemene Justitiële Strategie. Met dank aan Albert
Klijn.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4226, pagina 768, 22 oktober 1999 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):

Steeds vaker spreken burgers elkaar in rechte aan om geleden schade vergoed te krijgen. Wanneer dit ertoe leidt dat inefficiënte
activiteiten worden ontmoedigd, zijn de gevolgen positief. Voor verdergaande ontwikkeling van een claimcultuur naar Amerikaans
model moet echter gewaakt worden. Eenzijdige nadruk op slachtoffercompensatie en overdreven hoge schadevergoedingen kunnen
leiden tot te weinig economische activiteit en tot schadeverhogend gedrag van slachtoffers.
Aansprakelijkheid voor de gevolgen van eigen handelen behoort evengoed tot de institutionele kenmerken van de markteconomie als
privé-bezit en contractvrijheid. Het aansprakelijkheidsrecht raakt alle terreinen van het economisch verkeer. Vooral producenten
hebben te maken met een variëteit aan aansprakelijkheden, zoals die voor producten, gevaarlijke stoffen, arbeidsongevallen en
beroepsziekten, maar ook dreigende aansprakelijkheid voor millenniumschade. In toenemende mate worden dienstverleners, zoals
medici, accountants en notarissen aangesproken op hun beroepsuitoefening. Door aansprakelijkheid wordt bevorderd dat de belangen
van anderen worden meegewogen in het handelen. Aansprakelijkheid blijft een dode letter als slachtoffers schade niet verhalen op
veroorzakers. Juridisch activisme zou dus toegejuicht moeten worden. De laatste jaren valt echter vaak te horen dat ons land zich
ontwikkelt tot een ‘claimcultuur’ en dat is niet positief bedoeld. In deze bijdrage wordt ingegaan op deze tegenstelling naar aanleiding
van de recente kabinetsnota over claimcultuur en het rapport dat daaraan ten grondslag ligt 1.
Claimcultuur
In dit artikel wordt onder een claimcultuur verstaan een samenleving waarin burgers elkaar veelvuldig en voor hoge bedragen in
juridische zin aanspreken ter vergoeding van geleden schade. Het in de Verenigde Staten gegroeide gebruik van het
aansprakelijkheidsrecht beschouwen we als het ideaaltypische voorbeeld van een claimcultuur. Claimcultuur staat tegenover een cultuur
waarin partijen in het algemeen geen actie ondernemen om geleden schade vergoed te krijgen of alleen op informele wijze proberen
genoegdoening te krijgen, zonder te dreigen naar de rechter te stappen.
Veel betrokkenen zoals advocaten en verzekeraars menen dat ook in Nederland de ontwikkeling van een claimcultuur gaande is 2. We
komen daar later op terug. Om te begrijpen wat het belang van deze ontwikkelingen is, gaan we hieronder in op de mogelijke
economische effecten van het gebruik van aansprakelijksheidsrecht.
Economische rol van het aansprakelijkheidsrecht
In theorie
Toepassing van het aansprakelijkheidsrecht leidt ertoe dat de schade die het gevolg is van een activiteit niet voor rekening blijft van
degene die deze schade heeft geleden, maar wordt gealloceerd bij degene die deze activiteit heeft ondernomen en daarvan profijt
ondervindt. Hiermee is een economisch belang gediend. Allocatieve efficiëntie wordt bevorderd doordat potentiële veroorzakers van
schade worden gestimuleerd nadelige gevolgen van hun handelen voor anderen in de afweging te betrekken 3. Het resultaat is een
grotere productveiligheid (productaansprakelijkheid), betere arbeidsveiligheid (werkgeversaansprakelijkheid), hogere milieuinvesteringen (milieu-aansprakelijkheid) en bijvoorbeeld zorgvuldiger medisch handelen (medische aansprakelijkheid). De veroorzaker
neemt niet alleen meer voorzorg in acht, hij wordt ook gedwongen de kosten hiervan en – vooral bij risicoaansprakelijkheid – het
resterende risico van schade te verwerken in de prijs van producten en diensten. Risicovolle producten worden duurder en daardoor
minder of eventueel niet gekocht en geproduceerd.
De efficiëntie wordt beïnvloed door de vormgeving van het recht. Twee hoofdvormen zijn schuldaansprakelijkheid en risicoaansprakelijkheid. Bij schuldaansprakelijkheid vergoedt de veroorzaker de schade alleen bij nalatig gedrag. Een efficiënte allocatie wordt
bereikt als de standaard voor minimaal niet nalatig gedrag gesteld wordt op het optimale niveau van voorzorg. Dit systeem kan ook de
juiste prikkels geven als veroorzaker en slachtoffer beiden voorzorg kunnen betrachten. In de praktijk wordt het eigen gedrag van het
slachtoffer in de beschouwing betrokken bij de vaststelling van zowel aansprakelijkheid als de hoogte van de schadevergoeding.
Bij risico-aansprakelijkheid dient de veroorzaker de schade te vergoeden ongeacht de door hem genomen voorzorg. Wel kan in
Nederland de vergoeding worden verminderd wegens eigen schuld, bijvoorbeeld omdat door eigen nalatigheid van het slachtoffer de

schade groter is geworden. Er is echter een tendens aan de eigen schuld van het slachtoffer een steeds geringere betekenis toe te
kennen. Als slachtoffers voorzorg kunnen betrachten, worden zij daartoe niet aangezet, hetgeen de efficiëntie aantast.
Een complicatie is dat, ook als de verhouding geleden en te vergoeden schade in beginsel 1:1 is, vooraf de verwachte schadevergoeding
kan divergeren van de verwachte schade. Dit kan gebeuren doordat niet ieder schadegeval wordt geclaimd of niet iedere terechte claim
wordt gehonoreerd door gebrek aan bewijs of rechterlijke fouten. Potentiële veroorzakers van schade laten zich leiden door de verwachte
hoogte van schadevergoedingen. Bij een geringe claimbereidheid is de kans klein dat schade vergoed moet worden en komt de
preventieve werking in het gedrang. Hieraan kan een argument worden ontleend om een opslag op de vergoeding van de volledige
schade te leggen. De verwachte schadevergoeding kan dan in overeenstemming gebracht worden met de verwachte schade. In de vs
kunnen de zogenaamde ‘punitive damages’ oftewel privaatrechtelijke boetes deze rol vervullen (zie echter hierna) 4.
Aan het rechtvaardigheidscriterium kan een zelfstandig argument ontleend worden om slachtoffers via financiële compensatie zoveel
mogelijk op het welzijnsniveau van vóór de schadeveroorzakende gebeurtenis terug te brengen. Dit aspect speelt in het bijzonder als
geleden schade ernstige gevolgen heeft voor het levensonderhoud en welzijn van benadeelden. Het belang hiervan neemt toe, naarmate
de reikwijdte van collectieve arrangementen, zoals de sociale zekerheid, beperkter is. Hier te lande valt in het bijzonder te denken aan de
arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Kortom, het aansprakelijkheidsrecht, mits adequaat vormgegeven en toegepast, dient zowel efficiëntie als rechtvaardigheid. Het bereiken
van beide doelen wordt bevorderd door een veelvuldig gebruik van het aansprakelijkheidsrecht. Als marktconform instrument is
aansprakelijkheid des te aantrekkelijker omdat alternatieve instrumenten, zoals regulering (productnormen, veiligheidseisen) en
tuchtrecht, inherente nadelen hebben onder meer in de sfeer van de handhaving.
In de praktijk: de VS
Hiervoor werd de VS beschouwd als het voorbeeld van een claimcultuur. Wanneer de VS wordt vergeleken met Nederland, vallen vooral
een strenger aansprakelijkheidsrecht en hogere toegekende schadevergoedingen op. Wat betreft het aansprakelijkheidsrecht is de
nadruk in de VS sterk komen te liggen op slachtoffercompensatie. De beperkte sociale zekerheid speelt hierbij een belangrijke rol.
Er heeft een verschuiving plaats gevonden van schuld- naar risicoaansprakelijkheid waarbij enerzijds de zorgplicht van de potentiële
schadeveroorzaker steeds zwaarder is gaan drukken en anderzijds de eigen verantwoordelijkheid van de gelaedeerde steeds sterker naar
de achtergrond is geschoven 5. In de rechtspraak is bijvoorbeeld het begrip nalatigheid steeds verder opgerekt: bij medische
aansprakelijkheid gaat het niet alleen om medische fouten, maar ook erom dat het ziekenhuis betere apparatuur had kunnen hebben, meer
en betere staf of betere administratieve procedures. Bij productaansprakelijkheid tenderen de eisen die gesteld worden aan
productwaarschuwingen volgens sommige waarnemers naar absolute aansprakelijkheid
De schadevergoedingen liggen in de VS op een hoger niveau dan in Nederland en kennen daarbij extreme uitschieters. Om een voorbeeld
te noemen: bij verlies van leven van een werkende, hoogopgeleide vader van twee kinderen is de vergoeding al gauw tien keer zo hoog
als in Nederland. Bij verlies van een oog ligt de vergoeding 10 tot zelfs 40 zo hoog! Verschillen in hoogte worden deels veroorzaakt door
de vergoeding van materiële schade, maar vooral door die van immateriële schade (smartengeld). Daarnaast zijn de eerder genoemde
privaatrechtelijke boetes van belang die in de meeste deelstaten bij ernstig nalatig of bewust schadeveroorzakend gedrag – bovenop de
geleden schade – kunnen worden opgelegd. Zij maken weliswaar slechts tien procent van het totaal toegekende bedrag uit, maar worden
selectief opgelegd en kunnen dan zeer fors uitpakken.
In de Amerikaanse praktijk blijkt de werkelijkheid ver af te staan van de theorie. De eigen dynamiek van wetgeving en rechtspraak heeft
ertoe geleid dat allocatieve efficiëntie naar de achtergrond is verdwenen.
De verschuiving naar meer risico-aansprakelijkheid leidt tot inefficiënties doordat in veel gevallen voorzorg betracht kan worden door
veroorzaker en slachtoffer 6. Productwaarschuwingen zijn een pregnant voorbeeld.
Door extreme schadevergoedingen ontstaan additionele inefficiënties. Het gebruik van privaatrechtelijke boetes staat geheel los van de
boven beschreven overwegingen van economische rationaliteit en wordt vooral bepaald door de drijfveer veroorzakers daadwerkelijk in
hun portemonnee te treffen. Vooral bij kapitaalkrachtige ondernemingen leidt dit tot zeer hoge boetes. Het meest extreme voorbeeld is
een recente uitspraak in eerste instantie tegen General Motors waarbij de vergoeding van materiele en immateriële schade op 107 mln
dollar werd gesteld, terwijl de boete 4,8 mld dollar beliep 7. Bij immateriële schade is eveneens aannemelijk dat vergoedingen aanzienlijk
boven de werkelijke schade liggen. Dit kan onder meer worden afgeleid uit het feit dat de vergoeding van immateriële schade vaak veel
groter is dan die van materiele schade 8.
Gevolgen in de VS
Hebben deze inefficiënties waarneembare gevolgen? In de eerste plaats is bij hogere dan efficiënte schadevergoedingen onder risicoaansprakelijkheid overdreven voorzorg te verwachten. Dit leidt tot te hoge kosten maar, mede daardoor, ook tot het afschrikken van
economisch wenselijke activiteiten (zie het kader over voorzorg voor een verklaring). Er worden inderdaad verschijnselen waargenomen
zoals ‘defensive medicine’ waarbij in het uiterste geval zelfs hulpverlening onder ongunstige omstandigheden, bijvoorbeeld bij
ongelukken op straat, geweigerd wordt. Dergelijke misstanden worden vervolgens door additionele regelgeving die bonafide
hulpverleners beschermt (‘good samaritan laws’) gerepareerd. In de tweede plaats is aannemelijk dat in de VS bedrijven onwenselijk veel
producten hebben teruggetrokken van de markt uit vrees voor de (ongewisse) kosten van aansprakelijkheid 9. Ook overheden hebben
extreme maatregelen getroffen, zoals het sluiten van speelplaatsen, parken en zwembaden. Ten derde wordt algemeen aangenomen, dat
het aansprakelijkheidsrecht in de VS innovatie afremt. In de vierde plaats wordt het aansprakelijkheidsrecht misbruikt, bijvoorbeeld door
bedrijven te bedreigen met faillissement 10. Door een groot aantal procedures in verschillende jurisdicties te starten, ontstaat een situatie
waarin bedrijven zich moeilijk en slechts tegen zeer hoge en soms prohibitieve kosten kunnen verdedigen. Schikking is dan veelal de
enige oplossing, ongeacht de merites van de zaak. Een vijfde aspect betreft de aansprakelijkheidsverzekering 11.
Aansprakelijkheidsverzekeringen zijn in de VS een groot en soms zelfs buitensporig deel gaan uitmaken van de prijs van producten en

diensten. Er is sprake van ‘oververzekering’ en daarmee van te hoge prijzen van goederen en diensten. Een argument daarvoor is dat bij
‘first party insurance’ bijvoorbeeld tegen ziektekosten men zich niet verzekert tegen leed en pijn, maar dat dit bij
aansprakelijkheidsverzekering (‘third party insurance’) indirect wel gebeurt 12. Verder zijn in veel situaties commerciële verzekeraars niet
meer bereid verzekeringen af te sluiten. Bij onverzekerbaarheid is een toename van faillissementen te verwachten en komt uiteindelijk ook
de compensatie van slachtoffers in gevaar. Tenslotte draagt de Amerikaanse claimcultuur bij tot hoge transactiekosten, zich uitend in
een grote omvang van de juridische beroepsgroep. Dit geldt voor de advocatuur en voor de rechterlijke macht. Naar schatting zijn de
uitgaven voor de civiele rechtspraak in de VS vier keer zo groot als in Nederland.

Voorzorg bij risicoaansprakelijkheid
Afgezien van transactiekosten, heeft een potentiele veroorzaker van schade te maken met kosten ter preventie van schade en
de kosten ter vergoeding van schade. De kosten van preventie nemen toe en de schade neemt af met de mate van voorzorg. In
het geval dat alleen de veroorzaker voorzorg in acht kan nemen, geeft minimalisering van de som van deze kosten het
efficiente niveau van voorzorg. Dat niveau wordt daadwerkelijk bereikt als schadevergoedingen gelijk zijn aan de werkelijke
schades (x* in figuur 1). figuur 2 geeft aan wat er gebeurt als schadevergoedingen op een te hoog niveau worden vastgesteld.
De totale kosten voor een potentiële veroorzaker van schade zijn groter en hij kiest voor x**. Dit niveau van voorzorg is te hoog
waardoor hogere kosten ontstaan en te hoge prijzen die op hun beurt kunnen leiden tot een te laag aantal activiteiten..

Figuur 1. Schadevergoeding is gelijk aan de werkelijke schade

Figuur 2. Schadevergoeding is hoger dan de werkelijke schade

Om de inefficiënties te beperken zijn, vooral in de 70-er en 80-er jaren in veel deelstaten van de VS partiële hervormingen doorgevoerd,
waaronder maximering van schadevergoedingen, afschaffing of beperking van privaatrechtelijke boetes en maximering van de
resultaatafhankelijke beloning van advocaten. Uit empirisch onderzoek naar de gevolgen van deze hervormingen blijkt dat productiviteit
en werkgelegenheid in veel bedrijfstakken zijn toegenomen. Deelstaten waarin het aansprakelijkheidsrecht juist strenger is geworden,
hebben te maken met verslechteringen 13. Al met al lijkt buiten kijf dat het gebruik van aansprakelijkheidsrecht zoals dat in de VS wordt
gepraktizeerd geen navolging verdient.
Claimcultuur in Nederland?

Moeten we ons nu zorgen maken dat ook In Nederland een cultuur ontstaat waarin excessief gebruik van aansprakelijkheidsrecht tot
inefficiëntie leidt?
Institutionele verschillen
Het rechtssysteem van de VS reflecteert de terughoudende rol van de overheid in de samenleving. De beperkte sociale zekerheid en
toegang tot ziektekostenverzekering leiden tot een prominente plaats van het aansprakelijkheidsrecht. Bij afwezigheid van
gesubsidieerde rechtshulp wordt de toegang tot het recht bevorderd doordat iedere partij alleen zijn eigen kosten draagt en
resultaatsafhankelijke beloning van de advocatuur is toegestaan. Dit laatste zet advocaten aan tot agressieve werving en voering van
schadevergoedingszaken. Verder kent de VS juryrechtspraak en zijn jury’s geneigd zich sterk te vereenzelvigen met slachtoffers. In
Nederland, maar ook in de rest van Europa is de rol van de overheid groter. Via collectieve voorzieningen worden veel noden gelenigd.
Slachtoffers blijven daardoor met minder schade zitten die zij nog zouden willen verhalen. Verder wordt kansarm procederen ontmoedigd
via de kostenveroordeling (tot betaling van proceskosten), en wordt de toegang tot het recht gewaarborgd via gesubsidieerde
rechtsbijstand met strenge toegangseisen. Resultaatafhankelijke beloning van de advocatuur is nog niet of heel beperkt toegestaan
Tenslotte kent Nederland alleen rechtspraak door professionele rechters. Dit alles leidt ertoe dat het aansprakelijkheidsrecht in de VS een
belangrijker rol speelt bij de bescherming van slachtoffers dan in Nederland.
Determinanten van een claimcultuur
Niettemin zijn er aanwijzingen dat zich ook in Nederland een ontwikkeling naar een claimcultuur voordoet. Deze wijdverbreide observatie
wordt ondersteund door de determinanten van een claimcultuur die volgens de sociaal-economische en juridische literatuur in Nederland
werkzaam zijn (zie tabel 1). Er is sprake van een samenloop van factoren, variërend van sociologische onderstromen zoals verzakelijking
van relaties en afnemende gezagsgetrouwheid tot overheidsbeleid bijvoorbeeld ten aanzien van de sociale zekerheid. Hierdoor gaat
Nederland meer Amerikaanse trekken vertonen. De determinanten werken zowel in op het aantal als de hoogte van claims.

Tabel 1. Determinanten van claimcultuur die in Nederland werkzaam zijn
Determinant

Karakterisering

Juridisering

Toename regeldichtheid biedt steeds meer voeding voor
juridische conflicten
Afnemende sociale cohesie
Verzakelijking van relaties en anonimiteit verlagen
de drempel om te procederen; idem afname
gezagsgetrouwheid
Toename claimbewustheid
Verbetering informatie door media en
belangengroeperingen, zoals consumentenorganisaties
en patiëntenverenigingen
Terugtredende overheid
Terugtred gaat gepaard met opmars van het civiel
recht. Beperking van de sociale zekerheid heeft
directe consequenties
Toename van het aantal
Verzekering neemt een psychologische barrière voor
aansprakelijkheidsverzekeringen
aansprakelijkstelling weg en beïnvloedt het gedrag
van de rechter
Voortschrijding wetenschap
Leidt tot procederen om duidelijkheid over
en techniek
rechtsposities te verkrijgen. Voorts ontstaan nieuwe
inzichten, waardoor bijvoorbeeld meer risico’s voor
de gezondheid (= letsel- of overlijdensschade) aan
het licht komen1
Ontwikkelingen in aansprakelijk- Uitbreiding van vestiging en omvang van de
heids- en schadevergoedingsrecht aansprakelijkheid; enige verruiming van immateriële
schadevergoeding; vereenvoudiging bewijsvoering voor
gelaedeerden van, in het bijzonder, het causaal
verband
Ontwikkelingen in de rechtshulp- Toename van het aantal advocaten creëert vraag;
verlening
verlaging van drempels door verruiming mogelijkheden
in eigen persoon te procederen, door
rechtshulpverzekering en door optreden van
rechtshelpers van wie de beloning uiteindelijk steunt
op no cure no pay
Internationale invloeden
Invloed van ruimer buitenlands aansprakelijkheids- en
schadevergoedingsrecht.
Voorbeeld: ‘mid-Atlantic settlement’ (schikking op
basis van elementen uit het recht van Nederland en de
VS) bij de Bijlmerramp

1. Zie ESB-dossier over nieuwe risico’s, 11 maart 1999.
Bron: Ministerie van Justitie, Naar een claimcultuur?, 1999

Kwantitatieve gegevens waaruit de ontwikkeling van de claimcultuur direct kan blijken, ontbreken grotendeels. De ontwikkeling van de
aansprakelijkheidsverzekering geeft meer inzicht. Het overgrote deel van alle claims wordt buiten de rechter om met verzekeraars
afgewikkeld. De verzekering van bedrijven en die van particulieren vertoont in kwalitatieve zin dezelfde ontwikkeling, maar is in de sector
bedrijven geprononceerder. Wij beperken ons hier tot deze sector (tabel 2).

Tabel 2. Aansprakelijkheidsverzekering bedrijven

1989
aantal polissen
premie-inkomen,
mln. gld (index)
bruto schade:
mln. gld. (index)
aantal claims
claimfrequentie
gem. schadebedrag

1991

1993

1995

100
113
125
126
468 (100)
525 (112)
600 (128)
310 (100)
100
100
100

395 (127)
104
92
113

490 (158)
114

91
125

1997

129
672 (144)

720 (154)

530 (171)

620 (200)

97
77
151

98
76
173

Noot: indexcijfers (1989 is 100), tenzij anders is aangegeven. Onder claimfrequentie wordt het aantal claims per polis verstaan.
Bron: Verbond van Verzekeraars en CBS, Verzekerd van cijfers, 1995, 1997 en 1998.

Er is sprake van een verdubbeling van de brutoschade sinds 1989. Daarbij is het gemiddeld schadebedrag fors gestegen. De groei kan
slechts gedeeltelijk verklaard worden uit toenemende economische activiteiten en belangen. De belangstelling van bedrijven voor
aansprakelijkheidsverzekeringen groeit licht. Opvallend is dat het aantal claims grofweg constant blijft. Door de toename van het aantal
polissen en het gelijkblijvende aantal claims daalt de claimfrequentie. Hierdoor kan de indruk ontstaan dat claimcultuur vooral ontstaat
via de hoogte van claims en niet het volume. Deze indruk is echter onjuist. Bij de volume-ontwikkeling speelt een belangrijke rol dat
verzekeraars op de toenemende totale schade reageren door de polisvoorwaarden aan te scherpen, bijvoorbeeld door de introductie van
forse eigen risico’s, en in extreme gevallen door ‘slechte’ risico’s niet meer te verzekeren. Door deze maatregelen neemt het aantal claims
dat door verzekeraars wordt uitbetaald af. Deze claims verdwijnen daarmee uit de statistiek, maar moeten nog wel – nu door betrokkenen
zelf – worden betaald. Verhoging van eigen risico’s leidt tot uitsluiting van kleine zaken waardoor het schadebedrag per geval omhoog
gaat. Door de reacties van de verzekeraars ontstaat derhalve een onderschatting van totale waarde en volume van de claims en een
overschatting van de gemiddelde hoogte. Ook is aannemelijk dat door een verscherpte preventieve werking het aantal
schadeveroorzakende gebeurtenissen is afgenomen. Rekening houdend met deze terugkoppelingen, spreekt uit de cijfers een
ontwikkeling naar claimcultuur. Op grond van de onderliggende determinanten waardoor de juridische en maatschappelijke context meer
op die van de VS gaat lijken, is een verdere toename te verwachten.
Hoe verder?
Uit de voorgaande analyse concluderen wij dat met het nodige gevoel voor nuance naar het (gebruik van het) aansprakelijkheidsrecht
gekeken moet worden. Het vervult een belangrijke economische functie, maar het nut kan in het tegendeel verkeren, getuige de
Amerikaanse praktijk. Het is daarom onverstandig de ontwikkeling van een claimcultuur op zijn beloop te laten. Het claimgedrag in
Nederland verandert. Het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht is nu nog betrekkelijk gematigd, niet alleen in vergelijking met de VS, maar
ook met andere Europese landen 14. De verwachte veranderingen vragen echter om waakzaamheid. Vooral moet gewaakt worden voor
ongebreidelde groei, gedreven door in het bijzonder sociaal-economische determinanten en de eigen dynamiek van de rechtspraak. tabel
3 geeft een overzicht van instrumenten die ingezet kunnen worden zodra zich uitwassen gaan voordoen. Nu al is echter duidelijk dat
voorzichtig omgesprongen moet worden met import van Amerikaanse institutionele kenmerken, die in theorie aantrekkelijk lijken, maar in
de praktijk juist de efficiëntie blijken aan te tasten. De privaatrechtelijke boete is een duidelijk voorbeeld. Resultaatsafhankelijke beloning
van de advocatuur eveneens 15. Introductie van dergelijke wezensvreemde elementen tast het efficiëntie-bevorderend karakter van het
aansprakelijkheidsrecht aan en moet worden afgewezen. Tot slot moet worden voorkomen dat de Amerikaanse tendens de rol van de
eigen verantwoordelijkheid van potentieel gelaedeerden tot verwaarloosbare proporties terug te dringen ook in Nederland zijn beslag
krijgt. Slachtoffercompensatie is belangrijk, maar mag niet leiden tot het verdwijnen van eigen verantwoordelijkheid

Tabel 3. Instrumenten ter beperking van claimcultuur
oogmerk

maatregel

beperken van aansprakelijkheid

materiële normen, zoals vrijwaring van aansprakelijkheid bij handelen overeenkomstig regels van de
overheid
begrenzen van vergoeding van immateriële schade
niet toestaan van privaatrechtelijke boetes
verbieden van resultaatsafhankelijke beloning in
de rechtshulp
verhogen van griffierechten en kostenveroordeling

verlagen baten van procederen
beïnvloeden van de kosten van
procederen

Bron: Ministerie van Justitie, Naar een claimcultuur?, 1999

1 Brief van de minister van Justitie aan de Tweede Kamer van 17 juni 1999, TK 1998-1999, 26 630, nr. 1 en Ministerie van Justitie, Naar een
claimcultuur in Nederland?, 1999.
2 Bijvoorbeeld Ministerie van Justitie, Rechtspraak en rechtshandhaving: maatschappelijke effecten van verbetering, 1998.
3 Zie R.D. Cooter, Economic theories of legal liability, Journal of Economic Perspectives, 1991, blz. 11-30.
4 A.M. Polinsky en S. Shavell, Punitive damages: an economic analysis, Harvard Law Review, 1998, blz. 870-962.

5 G.L. Priest, The modern expansion of tort liability: its sources, its effects and its reform, Journal of Economic Perspectives, 1991, blz.3150,
6 Hierbij moet natuurlijk wel bedacht worden dat vooral bij letselschade potentiële slachtoffers inherente motivatie hebben tot het nemen
van voorzorg.
7 Polinski en Shavell, op. cit. en International Herald Tribune 12 juli 1999. In hoger beroep is de schadevergoeding inmiddels verlaagd
tot ongeveer 1 mld dollar.
8 Priest, op.cit.
9 R.A. Winter, The liability insurance market, Journal of Economic Perspectives, 1991, blz. 115-136.
10 J. Nocera, Fatal litigation, Fortune, 16-10-1996, blz.40-57 en 30-10-1995, blz. 119-126.
11 Zie Winter, op. cit. In algemene zin doet verzekering overigens afbreuk aan het voorzorgsmotief. Hierop wordt nu verder niet
ingegaan.
12 Priest, op. cit.
13 T.J. Campbell, D.P. Kessler en G.P. Shepherd, The causes and effectof liability reform: some empirical evidence, NBER Working
Paper 4989, 1995.
14 D. Macintosh en M. Holmes, Personal injury awards in EC countries, Lloyds of London Press LTD, Davies Arnold Cooper, 1990.
15 Zie voor de argumenten terzake P. van Wijck, No cure, no pay: een goed idee, ESB, 2 april 1999, blz. 244-248 en F. van Dijk,
Kostbaar toernooi in de rechtzaal, ESB, 28 mei 1999, blz. 410-411.

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs