Verwachtingen
neerwaarts
bijgesteld
In de recent verschenen World Economic Outlook heeft het IMF zijn verwachtingen ten aanzien van de economische ontwikkelingen in de
wereld in neerwaartse richting bijgesteld. Opmerkelijk is dat niet alleen
sprake is van een verlaging ten opzichte van het vorige rapport. Zelfs
de voorlopige cijfers die begin van
deze maand waren uitgelekt, blijken
alweer in neerwaartse richting te zijn
bijgesteld. De omvang van de verwachte teruggang in Duitsland is verdubbeld van 0,7% tot 1,3%. Voor de
westelijke Duitse staten zal de daling
uitkomen op rond 2%. Het IMF
dringt dan ook aan op verdere verlaging van de rentetarieven.
Uit een onderzoek van het gezaghebbende Britse tijdschrift The Economist blijkt dat ook de verwachtingen
van 19 vooraanstaande buitenlandse
instituten overwegend in neerwaartse richting zijn bijgesteld. Voor Frankrijk wordt een handhaving van het
bbp voorzien, maar voor alle andere
continentale Europese landen verwacht men een daling. Voor Nederland wordt de teruggang overigens
geraamd op slechts 0,1%.
VS
In de Verenigde Staten is sprake van
een periode van minder goede economische cijfers. In het eerste kwartaal was sprake van een groei van
het bbp van slechts 1,8%, tegenover
nog 4,7% een kwartaal eerder. Het
economische herstel lijkt aldus enigszins aan kracht te verliezen, terwijl
de euforie die was ontstaan na de benoeming van Clinton bekoelt. In de
Internationale politick heeft hij het
moeilijk, terwijl het Amerikaanse
Congres het hem evenmin gemakkelijk maakt. Het strenge winterweer
heeft de economic in het eerste kwartaal overigens parten gespeeld, terwijl bovendien de sterk verlaagde
defensie-uitgaven hun uitwerking
niet misten.
Uit het verloop van eerdere indicatoren was een dergelijke zwakkere
ontwikkeling al te verwachten. De industriele produktie was in maart stabiel, terwijl de bezettingsgraad van
de Industrie daalde met 3,7% ten opzichte van de voorgaande maand, de
grootste teruggang in 15 maanden.
Ook de consument besteedde in
maart minder. Toch zijn er ook telkens weer positieve geluiden te melden. Het consumentenvertrouwen in
april is, na drie maanden van teruggang, met 4,5 punt gestegen tot 67,7.
De huizenverkoop steeg in maart
met 4,8% en tevens lijkt de werkloosheid weer wat terug te lopen. Dat de
economic nog wel groeit, was tevens
zichtbaar in het handelstekort. Dat
bedroeg in februari $ 7,2 miljard, tegenover $ 3,4 miljard in de vergelijkbare periode van vorig jaar. Al met al
is de verwachting dan ook dat de
groei door zal zetten.
Dollar
De dollar is de afgelopen weken verder onder druk komen te staan. De
onrust in de voormalige Sovjetunie
had aanvankelijk nog enige steun gegeven, maar toen bleek dat de bevolking in het referendum een ruime
steun voor Jeltsin zou uitspreken,
zakte de koers weg tot/ 1,77. Ten
opzichte van de yen werd een nieuw
dieptepunt geregistreerd van 109,15.
Voor de Amerikaanse Federal Reserve was dit het signaal om tot interventies over te gaan en op die manier de dollar te steunen. Dit is des
te opmerkelijker aangezien het juist
Clinton is geweest die enige tijd geleden verkondigd had, dat met het oog
op de handelsonevenwichtigheden
de yen zou moeten apprecieren ten
opzichte van de dollar. De markt
werd dan ook door de interventies
verrast en de dollar wist zich enigszins te herstellen tot rond de 112 yen.
Japan
De index of leading indicators in Japan, de barometer die een indicatie
geeft van de economische ontwikkeling over een half jaar, vertoonde in
februari voor de tweede maand in
successie vooruitgang. Het Economische Plan Bureau waarschuwde echter voor te veel optimisme. Andere
indicatoren zijn nog weinig positief.
In maart was de geldgroei weer negatief met 0,3%, terwijl het groeicijfer
voor februari werd verlaagd tot 0,1%.
Opmerkelijk is vooral het verder afnemende consumentenvertrouwen
in het eerste kwartaal met 1,3 tot
38,3 (50 is de neutrale stand). De detailhandelsverkopen in maart daalden voor de tiende maand in successie en wel met 7,5%, de grootste
daling die ooit is geregistreerd. Bij
de warenhuizen was zelfs sprake van
een teruggang met 8,8%. Een veeg teken vormt ook de verdere stijging
van het aantal bedrijven dat van de
overheid loonsubsidies ontvangt. Inmiddels vallen 3,7 miljoen werknemers onder deze regeling die tot
doel heeft steun te verlenen bij reorganisaties. Voor het eerst vallen ook
de automobiel- en computersector
onder de regeling. Een lichtpuntje
vormt het feit, dat de bedrijven hun
voorraden aanpassen aan de slechtere economische omstandigheden. De
daling van de voorraden in de
maand maart bedroeg 2,2%, terwijl
de industriele produktie, gecorrigeerd voor seizoen, met 0,5% steeg.
De beurs van Tokio moest kort
stoom afblazen en zakte weer door
het 20.000-niveau voor de Nikkei
heen. Dit bleek evenwel niet meer
dan een tijdelijke reactie. Het zal niet
verwonderen dat de exportgevoelige
waarden, zoals auto- en computerfondsen, het onder invloed van de
vaste yen soms moeilijk hadden.
Duitsland
Vanuit Duitsland kwamen overwegend negatieve berichten, reden
voor kanselier Kohl om nog eens de
noodklok te luiden. In het eerste
kwartaal daalden de orders voor de
machinebouw met liefst 14%. Overigens moet bij de interpretatie van de
cijfers bedacht worden dat vergeleken wordt met een relatief goed eerste kwartaal in 1992. Positief is de
verwachte verdere groei van de investeringen in de oostelijke deelstaten. Van DM 84,5 miljard in 1991, zijn
deze vorig jaar reeds gestegen tot
DM 112,8 miljard. Voor het lopende
jaar wordt door het IFO-instituut te
Munchen een verdere stijging voorzien en wel met 20% tot DM 135 miljard.
Voor de overheid vormt de scherpe economische teruggang uiteraard
een groot probleem. Van een eind vorig jaar begroot tekort van DM 43 miljard is het voor dit jaar geraamde deficit via DM 55 miljard inmiddels al
verhoogd tot DM 65 a DM 70 miljard.
De obligatiemarkt begint zich al zorgen te maken over een te verwachten golf van staatsleningen.
tie fors verhoogd heeft, bleven de
grote beleggers aan de zijlijn staan in
afwachting van de nieuwe Duitse
staatslening. Het rendement op de
jongste tienjarige Nederlandse staatslening liep op tot boven de 6,70%,
wat overigens bijna tien basispunten
onder het vergelijkbare Duitse niveau is.
VK
Beleidswijziging Bundesbank
De president van de Bundesbank,
Schlesinger, heeft in een kranten-
interview een noodzakelijke maar
desalniettemin verrassende beleidswijziging aangekondigd. In plaats
van het beleid nagenoeg geheel te
richten op het bestrijden van de inflatie, die in april zelfs een stijging liet
zien tot 4,3%, maken de problemen
FvanLanschot
Bankiersnv
SINDS1737
De Amsterdamse aandelenmarkt
maakte in de verslagperiode pas op
de plaats. De lagere dollar speelde
een negatieve rol. De stimulans van
de dalende kapitaalmarktrente ontbrak deze keer, terwijl de verlaging
van de geldmarktrente werd genegeerd. De scherp verslechterende
Duitse economic inspireerde uiteraard ook niet. De ex-dividend note-
ringen van verschillende fondsen
vormden een technisch aspect dat in
Vanuit het Verenigd Koninkrijk komen meer optimistische berichten.
Het vertrouwen dat het bedrijfsleven
uitspreekt kent de sterkste groei in
tien jaar. De economische cijfers ondersteunen dit beeld. De huizenprijzen stijgen licht en de detailhandelsverkopen zijn in de eerste drie
maanden van dit jaar gestegen met
2%. De autoverkopen namen zelfs
toe met 11,6%, terwijl de auto-industrie een recordproduktie draait. De
groeiprognoses voor dit jaar worden
opwaarts bijgesteld en varieren nu
overwegend tussen plus 1,5% en 2%.
De onderliggende inflatie ligt rond
3,5%.
In het Verenigd Koninkrijk was het
de combinatie van het ‘formele’ einde van de recessie en de grote kapitaalbehoefte van de overheid die de
lange rente omhoog duwde.
een moeilijke beursperiode zoals
thans wordt doorgemaakt een extra
drukkend effect kan hebben.
Nederland
in de Duitse economic volgens hem
een ommezwaai in de richting van
een meer groeistimulerend beleid
noodzakelijk. Hieraan voorafgaand
waren al zowel het Lombardtarief
(tot 8,5%) als het officiele disconto
(tot 7,25%) verlaagd. De Bundesbank
gaf aan deze beleidswijziging direct
gevolg door het beleningstarief te
verlagen van 8,09% naar 7,75%. Met
deze zevende tariefsverlaging sinds
de valutacrisis vorig jaar, is het laagste niveau in vier jaar bereikt. De
Duitse Bundesbank heeft overigens
tegelijk met de recente verlaging van
de belehingsrente te kennen gegeven dat het overheidstekort een belemmering zou kunnen vormen voor
verdere’ renteverlagingen.
Opmerkelijk was dat de Duitse en
de Nederlandse obligatiemarkt niet
wisten te profiteren van de tariefsverlagingen. Er moest zelfs terrein worden prijsgegeven. Belangrljkste negatieve factor was de Duitse overheid.
Behalve dat minister Waigel naar aanleiding van de tegenvallende economische ontwikkeling zijn tekorttaxa-
ESB 5-5-1993
Bij de presentatie van haar jaarverslag heeft ook DNB gewezen op de
gevaren van het verslechterende economische klimaat. Duisenberg toonde zich met name bezorgd over de
loonontwikkeling. Daarnaast legde
hij de nadruk op het gevaar dat de
begrotingsdiscipline van de overheid
bezwijkt onder druk van de recessie.
Het CBS luidde de noodklok over de
werkloosheid. Het tempo waarin die
stijgt, een toename van 54.000 in het
eerste kwartaal, vertoont gelijkenis
met eerdere recessies. In maart is de
maandenlange daling van de orderontvangst bij de Nederlandse industrie tot stilstand gekomen. Voor het
seizoen gecorrigeerd was er overigens nog wel sprake van een verslechtering, daar in een normaal patroon de orderontvangst in maart
juist aantrekt. Het oordeel van de
industrie over de orderpositie verslechtert vooralsnog niet verder, al
wordt voor de investeringsgoederenindustrie de neergaande lijn nog wel
verder doorgetrokken.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse uitgave Beleggen met van
Lanschot.