Ga direct naar de content

Conjunctuurbericht januari 1990

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 24 1990

januari 1990

Conjunctuurbericht

Centraal bureau voor de statistiek

Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen

Met volume van de industriele produktie was in november, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, bijna
1% groter dan in oktober. In de eerste elf maanden van 1989 was het produktievolume in de Industrie
4% groter dan in het overeenkomstige tijdvak van 1988. Volgens de uitkomsten van de Conjunctuurtest daalde het indexcijfer van de orderpositie in de Industrie in november ten opzichte van oktober
met 2%-punt. Het volume van de invoeren uitvoervan goederen was in oktober respectievelijk 8% en
6% groter dan in dezelfde maand in 1988. In de loop van 1989 deden zich afnemende groeicijfers voor.
In het derde kwartaal was het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen aanzienlijk
groter dan in de overeenkomstige periode van 1988. Gemiddeld over 1989 is het prijsindexcijfer van
de gezinsconsumptie ten opzichte van 1988 met 1,1% gestegen. In 1988 werd een toename van 0,7%
gemeten. In 1989 werden 4% minder faillissementen uitgesproken dan in 1988. Blijkens de Kwartaalstatistiek werkzame personen was het aantal banen van werknemers per ultimo September 122 duizend groter dan een jaar eerder. Op datzelfde tijdstip werden 92 duizend vacatures bij particuliere
bedrijven en instellingen geregistreerd. De oplopende tendens in de rentetarieven die sinds begin
1989 duidelijk waarneembaar is, heeft zich in de meest recente periode voortgezet.
Dit blijkt uit gegevens die op 19 januari beschikbaar waren. In de Focus wordt nader ingegaan op de
jaarcijfers van de werkgelegenheid en de ontwikkeling van het onbenutte arbeidsaanbod.

Produktie
Het volume van de industriele produktie was in november,
voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, bijna 1% groter dan in
oktober. Vergeleken met dezelfde maand in 1988 lag het
niveau van de produktie in november bijna 4% hoger. In de
eerste elf maanden van 1989 was het produktievolume in de
Industrie eveneens 4% groter dan in het overeenkomstige
tijdvak van 1988.
Binnen de industrie nam in november de bedrijvigheid in de
rubber- en kunststofverwerkende industrie het sterkst toe.
Ook de metaalnijverheid kende relatief hoge groeicijfers. De
voedings- en genotmiddelenindustrie, de chemische industrie en de textiel-, kleding- en lederindustrie gaven eveneens een positieve groei van de produktie te zien. In de
hout- en bouwmaterialenindustrie lag het produktievolume
in november onder het niveau van dezelfde maand in 1988.

Produktie industrie (volume – seizoengecorrigeerd)
Indexcijfers 1985 – 100
(A) = voortschrijdend 3-na3ndsgeniddelde
IB) = Raandcijfers

Volgens de uitkomsten van de Conjunctuurtest daalde het
indexcijfer van de orderpositie in de industrie in november
ten opzichte van oktober met 2%-punt. De ontwikkeling van
dit indexcijfer, dat een beeld geeft van het aantal maanden
werk in portefeuille, wordt bevestigd door de wijziging in de
beoordeling door de ondernemers van hun orderpositie.
Ook hier deed zich in november een lichte daling voor.
Buitenlandse handel
Het volume van de invoer van goederen was in oktober 8%
groter dan in dezelfde maand van voorgaand jaar. Het
volume van de uitvoer steeg met 6%. Maandcijfers van de
buitenlandse handel kunnen grote f luctuaties vertonen. Een
beter inzicht wordt daarom verkregen als de ontwikkeling
op wat langeretermijn wordt bezien. In de eerste tien maanden van 1989 nam de invoer, vergeleken met dezelfde

Binnenlandse consumptie (volume)
115

Indexcilfers I960 – 100

(Al

(A) « voortschrlldend 12-Mandsge>}ddelde
IB) • procentuele kwartaalautatles
t.o.v. voorgaand Jaar

110105100-

i i

I I I I I

95-

J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N O
1968

96

1989

I

I

I

I I

I

I

I

H

III

1989

Het prijspeil van de uitvoer (unit value) steeg in oktober met

periode van 1988, met ruim 4% toe. De uitvoer toonde een
accres van 6%. Deze groeicijfers bleven achter bij die welke
over 1988 als geheel werden gerealiseerd. In de loop van
1989 deed zich bij de volumegroei van de invoer een
dalende tendens voor. Deze ontwikkeling van teruglopende
groeicijfers is bij de uitvoer van goederen versterkt waarneembaar.

3% ten opzichte van oktober 1988. Hiermee werd bij de uitvoer de na mei waarneembare trend van afnemende stijgingspercentages in oktober wel voortgezet. Ten gevolge
van de divergerende ontwikkelingen verslechterde de ruilvoet in oktober sterk ten opzichte van oktober 1988 (-4%).

Consumptie

In 1989 werden 3 676 faillissementen uitgesproken; ten

In het derde kwartaal van vorig jaar was het volume van de
binnenlandse consumptie aanzienlijk groter (bijna 4%) dan
in de overeenkomstige periode van 1988. Ook het eerste en
het tweede kwartaal kenden relatief forse groeicijfers
(respectievelijk 3% en 4%). Over het jaar 1988 als geheel
werd een groei van 1% gemeten. Van de onderscheiden
consumptiecategorieen namen in het derde kwartaal de
voor prijsveranderingen gecorrigeerde aankopen van duurzame consumptiegoederen het sterkst toe (5%).
De december uitkomsten van het Consumenten Conjunctuuronderzoek duiden, vergeleken met november, op een
lichte dating van het vertrouwen van de consumenten in de
ontwikkeling van de economic. Ondanks deze teruggang

bleef het vertrouwen vergeleken met voorgaande jaren op
een hoog niveau. Op de vijf vragen die aan de index van het
consumentenvertrouwen ten grondslag liggen werden per
saldo 12% meer positieve dan negatieve antwoorden gegeven. Vergeleken met november werd alleen de vraag

Faillissementen
opzichte van 1988 houdt dat een daling in van 4%. In 1988
werd nog een stijging van 2% geregistreerd.

Arbeidsmarkt
Eind September 1989 bedroeg, blijkens de Kwartaalstatistiek werkzame personen, het aantal banen van werknemers
5 002 duizend. Dit waren er 122 duizend, ofwel 2,5%, meer
dan per ultimo September 1988. De groeicijfers (ten

opzichte van een jaar eerder) waren per ultimo van het
eerste en tweede kwartaal van 1989 ongeveer even hoog.
Uit de kwartaal vacature-enquete blijkt dat eind September
vorig jaar 92 duizend vacatures open stonden bij particuliere bedrijven en instellingen. Dit zijn er 21 duizend meer

dan er per ultimo September 1988 gemeten werden.
Het

waargenomen

aantal

geregistreerde

werklozen

bedroeg in de periode oktober-december 1989 gemiddeld
365 duizend. Voor de overeenkomstige periode in 1988
was dit 412 duizend.

naar de verwachte ontwikkeling van de algemene economische situatie in Nederland positiever beantwoord. Vanaf
juli 1989 is een geringe, maar gestage daling van het consumentenvertrouwen waarneembaar.

Geld en krediet
De oplopende tendens van de rentetarieven die sinds begin
1989 duidelijk waarneembaar is heeft zich ook in de meest

Prijzen

op staatsobligaties, indicator voor de rente op de lange ter-

recente periode voortgezet (zie grafiek 4). Het rendement

Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie bleef tussen
midden november en midden december ongewijzigd. Vergeleken met december 1988 steeg het met 1,3%. Het jaargemiddelde van de index kwam hiermee in 1989 op een
niveau van 101,2 (1985 = 100), een stijging van 1,1% ten
opzichte van 1988. In 1988 werd een toename van 0,7%

gemeten.
De spreiding van de prijsmutaties tussen de onderscheiden
categorieen was in 1989 iets geringer dan in het voorgaande jaar. Dit gold overigens ook voor 1988 t.o.v. 1987.
De categorie vervoer en communicatie gaf in 1989 de
grootste stijging te zien (2,2%). Deze toename werd voornamelijk veroorzaakt door de stijging van de kosten die verband houden met het gebruik van voertuigen (3,9%). De
kosten van de categorie medische verzorging, die in 1988
desterkste stijging kende, namen in 1989 met 0,8% toe. Dit
was iets minder dan het gemiddelde. Evenals in1988gafde
categorie kleding en schoeisel als enige een daling te zien
(-2,3%).
Het prijspeil van de invoer van goederen (unit value) lag in
oktober 8% hogerdan in dezelfde maand een jaar eerder. In
mei 1989 bedroeg de jaar-op-jaar mutatie van dit cijfer
11%. Na mei was de prijsstijging tot en met September
steeds geringer geworden. In oktober viel voor het eerst
weer een hogere stijging dan in de voorafgaande maand te
constateren.

Prijsindex gezinsconsumptie
Proeentuele jaormutaties per artikelgroep
Kledlng. Khoeisel

(7) a—————•

OnMUallng. ontapanning

(8)

mijn, schommelde in 1988 rond de 6%. In 1989 liep

het op tot een niveau van 7,9% aan het einde van dat jaar. In
de eerste weken van 1990 werd deze opwaartse beweging
versterkt voortgezet, zodat in de derde week van januari
rendementscijfers van meer dan 8,4% werden geregistreerd. Over het jaar 1989 als geheel bedroeg het rendement op staatsobligaties gemiddeld 7,2%, het hoogste
niveau na 1985.

In de eerste helft van 1988 lag de daggeldmarktrente, indicator voor de rente op de korte termijn, ongeveer 2% lager
dan het rendement op staatsobligaties. Na medio 1988

werd dit ecart steeds kleiner, totdat het in het derde kwartaal van 1989 zo goed als verdwenen was. In het vierde
kwartaal van 1989 steeg de daggeldmarktrente tot enkele
tienden van procenten boven het rendement op staatsobligaties, een situatie die, ondanks de sterkse stijging van het
rendement op staatsobligaties, in de eerste weken van
januari ongewijzigd bleef. Gemiddeld lag de daggeldmarktrente in 1989 op 7,0%, het hoogste niveau na 1982. Over
1989 was het off icicle wisseldisconto gemiddeld 5,8%, wat
eveneens het hoogste niveau na 1982 was.

Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand
jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.

Rente
In procenten (maandcijfers)
——— – Mlsseldisconto
……….. – daggeldearktrente

—- – rendenent op staatsobllgaties

Voiding. drank«n. tabak

(21)

IMtehe verzorging

(“)

Overige goed. en dieneten

(7)

Huur.vorworming.verlichting (27)
UeuWtn.huishoud. app.

(7)

* .Vtrvoer en communicotie

(It)

ol
I

(100)

– 1988 to.v. 1987

I

I

!. – 1989 to.v. 1988
~*
~3
~2
~’
°
) * proe. oondeel in de totole conaumptieve gezinauitgoven in 1985

124-1-1990

MM MM 1 M
J

F M A

M

J

J

1988

4

S

0

1

M

M

M

1

1

1

1

1

N D J F M A M J J A S O N D
1989

1
J

97

Tabel 2.

Recente ontwikkelingen in het buitenland

Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1983/87 1987
gemidd.

1988

1988
e

4 kw.

1989
e

1 kw.

Trend2′

1989
e

2 kw.

e

3 kw.

sept.

okt.

dec.

Produktie nijverheid,

excl. bouwnijv. (volume)

Italic

2

3

7

4
1
1
-1
4

Verenigde Staten
Japan

5
4

4
3

6
9

3
4

Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)T’
Nederland

2
2
3

2
2
1

4
5
0

3

1,6
4,4
5,8
4,6
9,0

0,2

5,1

Verenigde Staten
Japan

3,3

4,1

1,4

3,6
0,1

Europese Gemeenschap
Nederland

5,7
1,5

3,2
-0,7

3,6
0,7

Bondsrepubliek Duitsland
Belgie

2
2

0
2

4
6

Frankrijk

1

2

5

Verenigd Koninkrijk

3

4

4

1+
I
1+

1+
1+
1+

2
3

Produktie consumptie
Bondsrepubliek Duitsland

Belgie
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italic

1,3

1,6

1.2

3,3
4,1
4,7

2,7
4,9

0,7

6,3

3,2
3,6
3,6
7,3
6,5

3,0
3,6
3,6
7,7
6,1

6,4

1+
1+
1+
I++
I++

4,3
2,6

4,5
2.9

4,6
2,3

2,6

1+
1+

5,2
1,3

5,3

5.3
1,2

1,3

2,9

2,8

2,8

3,0
3,6
8,2
6,5

3,3
3.4
7,7

3,5
3,3
7,6

5,2

2,4
2,6
3,4
7,7
5,9

6,4

4,4
1,1

4,8
1,1

5,2
2,7

4.7
2,7

4,2

4,9
0,8

5,3
1,0

5,2
1,2

1,6
1,6
3,0
6,5

1,0

1,4

3,0
3.6

I++
1

Bron voor gegevens buitenland: Eurostat; OESO.
1
‘ Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandeel in de Nederlandse export in 1987.
‘ Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
— I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: grater dan 5%.
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.

2

Focus: Werkgelegenheid
Volgens de uitkomsten van de op interviews met 116 duizend personen gebaseerde Enquete beroepsbevolking
(EBB) was het aantal werkzame personen in 1989 gemid-

Onbenut arbeidsaanbod
De geregistreerde werkloosheid was gemiddeld in 1989

deld 6,16 miljoen, dat is 123 duizend (2,0%) hoger dan in

Deze uitkomsten zijn gebaseerd op gegevens uit de registratie van de arbeidsbureau’s en de Enquete beroepsbevolking. De categoric ‘werkzoekenden zonder baan’
daalde volgens uitkomsten van de Enquete beroepsbevolking met 51 duizend (8%) tot gemiddeld 558 duizend in
1989 en de ‘niet werkzame beroepsbevolking’ 46 duizend

1988. Het waargenomen aantal werkzame vrouwen was in
1989 56 duizend (2,5%) hoger dan het voorgaande jaar. Bij
mannen was dit 67 duizend (1,8%). Van 1987 op 1988 was
de groei meer geconcentreerd bij de vrouwen. Het waargenomen aantal personen dat meer dan 20 uur werkte nam

390 duizend, dat is 43 duizend (10%) lager dan in 1988.

van 1988 op 1989 sterker toe (met 108 duizend) dan het
aantal dat minder dan 20 uurwerkt (15 duizend). Van 1987

(6%) tot 678 duizend.

op 1988 was de groei in beide categorieen even hoog. Het in

1989 ten opzichte van 1988 levert geen duidelijke aanwij-

de EBB waargenomen aantal personen in loondienst was in
1989 121 duizend (2,3%) hoger dan in 1988. De Kwartaalstatistiek werkzame personen (gebaseerd op waarneming
bij bedrijven en instellingen) komt voor de eerste drie kwar-

zingen op dat zich in de loop van 1989 een verandering in
het dalingstempo heeft voorgedaan (zie grafiek 5). De
waargenomen dating van het aantal geregistreerde werklozen deed zich vooral voor bij mannen en bij de leeftijdscategorie 16-24 jaar.

talen van 1989 ten opzichte van de overeenkomstjge
periode van 1988 uit op een groei die in dezelfde orde van

Het verloop van het aantal geregistreerde werklozen in

grootte ligt.

Geregistreerde werklozen (dniemaandsgemiddelden)
x 1 000
500
– 1989

Tabel 3.

Beroepsbevolking (x 1 000)
1987

1988

1989

10094

10 175

10234

Beroepsbevolking

6 592

6 756

6 833

Werkzame beroepsbevolking
w.o. in loondienst

5 864
5 166

6032
5333

6 155
5 454

728

724

622

609

678
558

433

390

Bevolking 15-64 jaar totaal

Niet werkzame beroepsbevolking
w.o. werkzoekenden zonder baan
Geregistreerde werklozen

I

98

I

label 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1983/-87 1987
gemidd.

1988

1988

1989

Trend2′

1989

4 kw.

1ekw.

2 kw.

3 e kw.

3
-2

3
5
3
1
-1
1
6
8

8
17

4
-1
4
4

e

e

sept.

okt.

nov.

dec.

VOLUMEGEGEVENS

Produktie in de nijverheid

Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Delfstoffenwinning

Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie

Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen

3
3
3
1
-1
2
8
7

3
3
3
1
2
-2

1
1
1
-1
-4
3

6
4

3
4
-2
-1

2
-11

0
-11
5
2
2
6
4
4
8
8
4
5
-1

20

3

2

4

4

2
0

2
-1

7

10

0

6

5
4
-1
4

5
10
4
11
6
7

3
38

2
-6

10
-9

6
-10

3
-12

-17

1+
1+
1+
1+
1+
1
1+
I++
1+
1+
I++
II++
I++
1

8
4
6
23
12
10

B+
1+
1
I++
1+
11+

6

I-H1+
I++
I++
I++

5
1
6
3

5
4

8
9
9

5

3
3
1

3
-4
5

2
1
3

4
5
4

2

2

5

Buitenlandse handel Igoederen)

Invoer, totaal

6

Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Totaal, excl. energie

6
6
10
0
7

Uitvoer, totaal

5
5
-1

Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten

6
5

Totaal, excl. energie

6
6
11
3
4
7

7
7
5
5
11
7

3

5

5

1

-3

5
-1
-1
5
2

6
-1
11
-1
7

5
1

-2
-4

9

2
-3
2

5
5

3
1

5
6
-1
5
6

8

6

6

2

9
-9
8
10

10

9
3
13
10
11

-8
21
8

10
10

1
1
-1
2

3

4

3

3

5
2

5

-2
6
7

5

3
-11
-3

3
11
-3

13
7

2
1

2

6

2

7

4
3
5
3

4
5
5

0

Consumptieve bestedingen van gezinnen

Binnenlandse consumptie, totaal

2
1

Voedings- en genotmiddelen
Duurzame Consumptiegoederen
Overige goederen en diensten

3
2

3

1
1

2
6
2

0
2

3

3

2

1+
1+
1+
1+

5
2

Investeringen in vaste activa

Bruto investeringen, totaal

4
5

10
11

9
10

2

-3

5
5
0

6

-3

2,1
2,1
2,1

Kwartaalrekeningen
Bruto Btnnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen

1
1

-2

Bedrijven
Overheid

1,3
1,4
1.0

3.0
2.6
3,4

3,3
3,0
2,9

3,0
3,4
2,4

3.9

-1,4

-2,7

-3,9
0

-4,9

1,3
0.8
1
0
2
1
2
0,7

3,4
3,0
0

6,2
8,8

6,7
9,8
-1
10
8
10
10

l+-f
D++
-I

7

0

1+
1+
1+

4,7
3,6

PRIJZEN
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, verbruik

Ruilvoet, unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Invoerprijzen, excl. energie, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, excl. energie, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf

Regelingslonen overheid
Regelingslonen geprem. en gesub. sector
Dollarkoers, contante notering

-3
-6
-6
-9
-6

-2
9

4,1
6,1
-1

1,4
1,7
1,9
4

3,7
6,1
-4
8
5
3
2
1,4
1,4
1.7
1,9
3

-3

14
32
6

14
24
-8

13
22
-5

86
123
0
2

86
124
0
3

125
0
3

125

123

2
6
1
0
4
3
13
376

3
5
1
0

-0,7
0,4
1,4
0,7
-17

1.0

0.8

-0.8
-0,3
-5

0,8
0,3
1,0
-2

1.0
0,0

1,6

1,0
1,3
1,6

4

1,4
11

1,7
14

7
5
5
5
1.2
1.4
1.7
1,7
3

-1
4
-15

2

23
-15

-9
2

6
14
6

14
27
-1

12
28
-7

83
101
-14

84
102
-14

107

8

3

2

85
114
-4
1

86
119
-1
3

2

3
6
1
3

3
5
1
3

3

4

433

5
3
5
412

1,3
2
9

2,9
5
11

-4
-1

-3
-1
1,5
1.2

3
5
3
4

1,1

8
6
7
1,2

4,3
6,2

-2
6
4
4
4

1.3

2,6
5,2

U++
I++
++
++
++
++

1.2
1.4
1,7
1,9
5

1.3

1

++

12
25
-10

II++
-1

OVERIGE INDICATOREN

Consumentenvertrouwen1 ‘
(in %}
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen

15
28

Conjunctuurtest Industrie

Bezettingsgraad

(in %)

Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderpositie11
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten1* (in %)

Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstverlening
Aantal uren uitzendkrachten
Geregistreerde werklozen31
(x 1 000)

2
1
1
4
1

3

85
-6

2
8

4
1
1
4

3
9
426

0
4

1
I++

4
5
1+
II++
1
1
1+
1+
I++

4

3

12
394

381

378

5,2
5
15

5,1

5.7

5,0
5
13
6
23
6,0

6,0

6,6
7,2

7,1
7,1

7,2
7,3

365

Geld en krediet

Spaartegoeden

3,5
5

(in %)

‘ Daggeldmarktrente
• Rendement op staatsobligaties

(in %)
(in %)

3,7
8

7

Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
, Geldhoeveelheid
* Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto

4

8

7

6
4,7
5,7
7.2

0
4,4

5,2
6,3

7
11
3.7
4,4

6,1

7
18
4,2
5,2
6,1

4,0
4
12
5
22
5,0
6,0

6,8

4.7
3
12
4

23

7
25

14
7
24
7,0

7,0

8,0

8,3

8,4

7,5

7,9

7,9

7,0

1+
1+
I++
I++
I++
II++
I++
I++

‘ ^ Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
‘ ^ Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; i-H-: groter dan 5%.
;3′ Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd
1
-“gagevens zijn (nog) niet beschikbaar.

124-1-1990

99

Auteur