September 1989
Conjunctuurbericht
Centraal bureau voor de statistiek
Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen
De meeste conjunctuurrelevante indicatoren zijn inmiddels voor de eerste zes maanden van dit jaar
beschikbaar. Dit maakt het mogelijk een globaal beeld te schetsen van de eerste helft van 1989.
De industriele produktie nam in het eerste halfjaar met 3,5% toe ten opzichte van het overeenkomstige tijdvak van 1988. Deze stijging blijft achter bij de groei die over het vorig jaar als geheel
(4,0%) werd gerealiseerd. De volumegroei van de buitenlandse goederenhandel was opnieuw vrij
aanzienlijk; de invoer nam met 5% toe, de uitvoer steeg in de eerste helft van dit jaar met 8%. De groeicijfers voor 1988 waren respectievelijk 7% en 8%. De consumptie door gezinnen gaf in volume een
relatief forse toename te zien. De 3,5% stijging in het eerste halfjaar overtrof de groei in 1988 als
geheel (1,3%) ruimschoots. Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek is het vertrouwen van
de consument in de ontwikkeling van de Nederlandse economie in de eerste zes maanden van
dit jaar, ten opzichte van de overeenkomstige periode van vorig jaar, sterk verbeterd. Bijna alle prijsindicatoren lieten in de eerste helft van dit jaar aanzienlijke stijgingen zien (van 6% tot 10%). Het
prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie was hierop een uitzondering; dit cijfer lag nog geen procent
hoger dan in de eerste zes maanden van 1988. De CBS-koersindex voor aandelen lag het eerste halfjaar gemiddeld 27% boven het gemiddelde niveau van de overeenkomstige periode van 1988.
In de loop van 1989 overtrof de index weer de hoogste waarde die voor de beurskrach in oktober 1987
werd gemeten. Zowel het officiele wisseldisconto als de daggeldmarktrente en het rendement op
staatsobligaties bereikten in de eerste helft van dit jaar een relatief hoge stand.
In de Focus wordt ingegaan op de onwikkeling van de buitenlandse goederenhandel in het eerste halfjaar van 1989.
Produktie
Het volume van de gemiddelde dagproduktie in de Industrie
was, voor seizoeninvloeden gecorrigeerd, in juli ruim 1%
groter dan in juni. Het betreft hier een voorlopig cijfer dat
mede kan zijn be’invloed door verschuivingen in het vakantiepatroon.
In grafiek 2 is van een aantal landen de volumegroei van de
produktie in de Industrie trendmatig weergegeven. Hiervoor is de jaarmutatie van het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde gebruikt, waarbij de groeivoet is
geplaatst in de laatste maand van de betreffende twaalfmaandsperiode. Van de betrokken landen was de jaarmutatie van het meest recente twaalfmaandsgemiddelde het
hoogst in het Verenigd Koninkrijk (7%). In de Verenigde
Staten, de Bondsrepubliek Duitsland en Frankrijk was de
toename 5% en in Nederland bedroeg het meest recente
Produktie Industrie (volume!, Nederland – buitenland
Procentuele jaarmutatie van het voortschr. 12-maandsgem.
Produktie Industrie (volume – seizoengecorrigeerd)
130 ———
groeicijfer bijna 4%. Nadat in de loop van 1988 in alle landen de groeipercentages van de industriele produktie fors
waren toegenomen, toonde in de eerste helft van 1989 de
groei in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en
Nederland een licht dalende trend. In Frankrijk was de groei
gelijk aan die voor het jaar 1988 als geheel terwijl alleen in
de Bondsrepubliek Duitsland de groei van de produktie in
1989 verder is toegenomen. Opmerkelijk is de ontwikkeling
in de Verenigde Staten en de Bondsrepubliek Duitsland. In
de loop van 1987 liep het verschil in groeipercentages tussen deze twee landen op naar 4%-punt. Eind 1988 was
dit verschil gehalveerd en in juli van dit jaar werden in beide
landen weer nagenoeg dezelfde groeicijfers geregistreerd.
De Nederlandse groeicijfers volgden in 1988 die van de
Bondsrepubliek Duitsland, maar bleven vanaf het begin van
dit jaar hierbij achter.
lifers 1980 • 100
!Ai
120 ———
110 ———
10090-
J_
•as
I
J
F
M
A
M
J
J
A
i r”i i i i ‘r-i-i…i..4-t–‘
I
S
O
N
D
J
F
M
A
M
J
J
1987
932
I I
1
I I
1
1
1
1 1
1
1
A
1988
1969
label 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen in Nederland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1982/’86 1987
gemidd.
1988
1988
e
3 kw.
4 kw.
e
1 kw.
Trend2)
1989
1989
e
e
2 kw.
mei
juni
juli
aug.
VOLUMEGEGEVENS
Produktie in de nijverheid
Nijverheid (excl. bouwnijverhaid)
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotmiddelenindustrie
Textiel-, kleding- en lederindustrie
Papier- en grafische Industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunststofverw. Industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
Elektrotechnische Industrie
Rest metaal- en overige Industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: begonnen woningen
3
3
3
1
1
2
8
7
1
1
1
0
-3
3
6
4
1
2
-2
-2
1
-11
4
2
1
6
4
4
8
8
4
3
-3
20
4
9
3
-2
4
0
3
3
3
3
9
9
9
3
2
38
6
3
5
4
5
-1
-1
6
-1
11
-1
7
4
4
4
4
4
7
7
6
4
14
1
1
3
5
3
1
6
15
4
4
3
-6
4
5
-2
1
8
3
10
3
3
-9
-18
1
5
5
1
9
5
7
5
1
1
25
-2
7
-2
2
4
9
5
4
0
5
3
2
4
2
2
0
2
-11
6
5
4
12
0
6
6
11
3
4
7
7
7
7
5
5
11
6
8
5
2
5
5
8
12
6
4
-1
6
5
6
-1
2
10
13
11
13
-2
5
6
9
-9
8
10
2
1
2
3
2
6
2
1
1
0
2
2
2
1
2
1
1
-1
2
2
2
-3
9
9
3
5
-9
7
8
-1
2,9
2.4
2.1
2,8
2,5
2,4
2.8
2.9
2.4
0,9
-0,2
1
1.1
0,9
2.6
1.9
0
3
5
3
4
1.0
1,0
0.0
6,0
8.9
-2
1+
1+
1+
1
1
1+
1+
I++
6
1
3,0
2,6
2.8
2
-3
2
5
4
5
10
2
-6
I-HI-H1+
1+
1+
7
I-H-
Buitenlandse handel tgoederen)
Invoer, totaal
Grondstoffen en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investor! ngsgoederen
Algemene goederen
Totaal, excl. energie
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrarische produkten
Delfstoffen
Fabrikaten
Totaal, excl. energie
Consumptieve bestedingen van gezinnen
Binnenlandse consumptie, totaal
Voedings- en genotmiddelen
Duurzame consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
Investeringen in vaste activa
Bruto investeringen, totaal
Bedrijven
Overheid
Kwartaalrekeningen
Bruto Binnenlands Produkt
Bruto Nationaal Produkt
Bruto Nationaal Inkomen
2
6
7
-2
2,3
2,2
2,6
1,5
1,7
0.9
3
18
11
6
7
5
9
3
13
6
-8
21
10
11
7
5
3
3
5
4
5
5
4
2
9
3
4
6
6
9
-8
17
11
8
6
7
9
4
1+
I++
|
I-H1+
I++
6
1
I++
1
I++
l-t-f
I++
-6
7
5
5
8
6
1+
1+
1+
1+
4
I-HI++
-1
1+
1+
1+
PRUZEN
Producentenprijzen Industrie, tot. afzet
Producentenprijzen Industrie, verbruik
Ruirvoet. unit value (goederen)
Invoerprijzen, unit value
Invoerprijzen, excl. energie, unit value
Uitvoerprijzen, unit value
Uitvoerprijzen, excl. energie, unit value
Prijzen gezinsconsumptie (werknemers)
Regelingslonen particulier bedrijf
Regelingslonen overheid
Regelingslonen trendvolgers
Dollarkoers, contante notering
1,4
-1.4
-0,5
-2
OVERIGE INDICATOREN
Consumentenvertrouwen1 ‘
(in %)
Koersindex voor aandelen, algemeen
Uitgesproken faillissementen
28
-15
-1.5
-4.4
1
-3
0
-2
0
2.1
Geld en krediet
Spaartegoeden
Verstrekt consumptief krediet
Binnenlandse liquiditeitenmassa
Geldhoeveelheid
Secundaire liquiditeiten
Officieel wisseldisconto
Daggeldmarktrente
Rendement op staatsobligaties
-3
-6
-6
0
-1
-1
-3
0
2
-0.7
0,4
1,4
0,7
-17
2
1
2
0.7
0.8
0,3
1,0
-2
-1
4
-15
2
-9
2
4
-17
-8
6
14
6
14
27
-1
12
28
-7
85
107
-6
2
85
109
-4
2
85
114
-4
1
86
119
-1
3
86
123
0
2
2
2
1
1
3
6
1
3
4
2
8
433
3
3
7
1
2
5
1
4
3
8
428
5
2
2
1
1
4
3
9
426
13
376
4.0
4
12
5
22
5.0
6.0
6.8
4,7
3
12
4
23
5,7
6,6
7,2
-9
-6
4
1
3
3.5
4
8
8
8
(in %)
(in %)
(in %)
6.7
11,4
6
7
0.8
1,2
1.6
0.4
11
6,4
10,8
-1
10
8
10
10
1,0
1.2
1,6
0,2
14
0
1
3
1
3
0.9
1.0
0.3
1.1
2
84
102
-14
3
Con/unctuurtest Industrie
Bezettingsgraad
(in %)
Orderpositie
(1984=100)
Beoordeling orderpositie1)
(in %)
Beoordeling voorr. eindprodukten 1 ‘ (in %)
Arbeidsmarkt
Aantal banen van werknemers, totaal
Landbouw en visserij
Nijverheid (excl. bouwnijverheid)
Bouwnijverheid
Handel, horeca en vervoer
Overige dienstveriening
Aantal uren uitzendkrachten
Geregistreerde werklozen31
(x 1 000)
-2,3
-4,6
3,4
5,3
6,3
8,0
4,4
8
4
7
0
5,2
6,3
0
1,3
2
9
7
11
3,7
4.4
6.1
1,4
1
10
6
15
3.9
5,0
6,3
1.1
4
3
3
5
412
2.9
5
11
7
18
4,2
5,2
6,1
9
7
5,7
4,5
6,8
1.0
1.3
1.6
0,2
16
9.0
-1
9
7
7
7
1.0
1.3
1,6
0.2
13
1,1
1,4
1.7
0,2
3
1,1
2
I++
11
30
-8
13
28
-11
15
24
-10
15
28
-5
I-H-1
123
1 24
2
3
0
11
9
11
11
-2
2
1+
I++
I
I-HI++
1+
I++
1
|
1
1
1
I++
1 23
1
3
1+
1+
I
1+
1+
1+
I++
376
388
4,8
4.8
-3
13
4
25
6,0
6,8
7,2
5
11
4
22
5,5
6,8
7,3
392
1+
1+
I-HI++
I++
6,0
6,9
7,1
6,0
7,2
7,0
I++
I-HI-H-
1
> Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I-H-: grater dan 5%.
3
I Driemaandsgemiddelden opgenomen onder de middelste maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd.
• = gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
21
ESB 20-9-1989
933
Met aantal woningen waarmee in het eerste halfjaar van
1989 met de bouw werd begonnen bedroeg 52 700. Ten
opzichte van de eerste helft van 1988 betekent dit een
teruggang van 7,5%. Bij deze daling wordt aangetekend dat
het aantal woningen waarmee in de eerste helft van de jaar
van 1988 werd begonnen relatief groot was; het hoogste
aantal na het eerste halfjaar van 1981.
Volgens de resultaten van de Conjunctuurtest is tussen juni
en juli de index van de orderpositie van de Industrie licht
gedaald (van 124 naar123; 1984 = 100). Het indexcijfer, dat
een beeld geeft van het aantal maanden werk in portefeuille, bleef in juli evenwel op een relatief hoog niveau. Tussen medio 1986 en eind 1987 toonde de index een dalende
tendens. In december 1987 werd een dieptepunt van 100
bereikt. Verleden jaar en in de loop van dit jaar is de index
van de orderpositie in hoog tempo gestegen, waardoor in
juni het voorlopig hoogste punt van deze reeks werd gemeten. Over de orderpositie in juli waren de ondernemers
in de industrie gunstig gestemd. Het is het opmerkelijk dat
in juni en juli voor het eerst sinds het begin van deze reeks
Prijzen
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie steeg tussen
medio juli en medio augustus met 0,3%. Vergeleken met
augustus 1988 was het prijspeil 1,1% hoger. Nadat de jaarop-jaar mutaties van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie in de loop van 1988 waren gestegen van 0,2% in
januari tot 1,2% in december, lagen de prijsstijgingen in de
eerste acht maanden van 1989 tussen de 0,8% en de 1,1%.
De prijzen van de industriele afzet waren in juli 0,7% lager
dan in juni. Vergeleken met juli 1988 lag het prijsniveau
4,5% hoger. De overeenkomstige cijfers voor de prijzen van
het industriele verbruik waren 1,4% en 6,8%.
Het prijspeil van de invoer (unit value) was in juni 9% hoger
dan een jaar eerder; de uitvoerprijzen (unit value) stegen
met 7%. Deze prijsstijgingen zijn geringer dan die van mei.
De sinds medio 1988 waarneembare trend van steeds sneller stijgende prijzen van de buitenlandse goederenhandel
wordt in de meest recente maand dus niet voortgezet.
Faillissementen
meer ondernemers de orderpositie als groot beoordelen
In augustus werden 289 faillissementen uitgesproken; 5%
dan als klein.
minder dan in augustus 1988. In de eerste acht maanden
van 1989 lag het aantal faillissementen eveneens 5%onder
dat van de overeenkomstige periode van verleden jaar. In
1988 als geheel werd een toename van 2% geregistreerd.
Buitenlandse goederenhandel
Het volume van de invoer van goederen was in juni 5% groter dan in de overeenkomstige maand van 1988. Deze groei
kan bijna volledig worden toegeschreven aan de zeer sterk
gestegen invoer van investeringsgoederen (25%). Er wordt
op gewezen dat deze stijging deels een incidenteel karakter
heeft (invoer van vliegtuigen). Daarnaast deed zich eveneens een sterke toename voor bij de invoer van personenauto’s.
De uitvoer van goederen steeg in juni met 6%. De uitvoercategorie fabrikaten kende het hoogste groeicijfer. De
export van delfstoffen (hoofdzakelijk aardgas) nam af en
wel met 6%.
Consumptie
Het volume van de binnenlandse consumptie door gezinnen
was in juni 5% groter dan in juni 1988. Voor het tweede
kwartaal kwam de consumptiegroei hiermee uit op 4%.
Voor het eerste halfjaar als geheel nam de binnenlandse
consumptie, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, met
3,5% toe ten opzichte van de overeenkomstige periode van
1988. De drie in tabel 1 onderscheiden categorieen hebben
alle aan deze relatief hoge groei bijgedragen. Binnen de
categorie duurzame goederen, die in het eerste halfjaar een
stijging van 5% Met zien, namen vooral de verkopen van
tweewielers, personenauto’s en foto- en optische artikelen
toe. De voedings- en genotmiddelen kenden in de eerste zes
maanden een groei van 4%; de bestedingen aan overige
goederen en diensten stegen met 3%.
Volgens het Consumenten Conjunctuuronderzoek is het
vertrouwen van de consument in de Nederlandse economie
Geld en krediet
De spaartegoeden, gedefinieerd als de tegoeden van particulieren op spaarrekeningen en deposito’s bij spaarinstellingen, waren ultimo juni 4,8% groter dan ultimo juni 1988.
De binnenlandse liquiditeitenmassa, gedefinieerd als de
hoeveelheid chartaal en giraal geld plus de hoeveelheid
secundaire liquiditeiten, was in juni 13 % groter dan in
dezelfde maand van 1988. Hiermee zette de sinds het derde
kwartaal van 1987 waarneembare versnelling van de groei
van de liquiditeitenmassa door, zij het dat de toename van
de groei in de afgelopen twaalf maanden gering is geweest.
Het waren met name de secundaire liquiditeiten die aan de
groei van de liquiditeitenmassa hebben bijgedragen. De
secundaire liquiditeitenmassa nam in juni met 25% toe. Dit
is het hoogste groeipercentage in het afgelopen decennium. Het rendement op staatsobligaties, indicator voor de
rente op de lange termijn, lag in augustus een fractie lager
dan in juli (7,0%tegen 7,1%). De daggeldmarktrente steeg
daarentegen met 0,3% tot 7,2%. Na juni 1988 is het verschil tussen deze twee rentepercentages steeds kleiner
geworden, waarna in augustus de daggeldmarktrente voor
het eerst na juli 1986 boven het rendement op staatsobligaties uitsteeg. Grafiek 4 illustreert dat dit in de afgelopen
tien jaar een aantal keren is voorgekomen. In de eerste
weken van September toonde het rendement op staatsobligaties een oplopende tendens.
in augustus ten opzichte van juli niet gewijzigd. Op de vijf
vragen die aan de index ten grondslag liggen werden 15%
meer positieve dan negatieve antwoorden gegeven. De
indicator van het consumentenvertrouwen bleef hiermee op
het hoge niveau van de eerste helft van dit jaar.
Binnenlandse consumptie (volume)
non
De cijfers in dit conjunctuurbericht zijn nog niet aangepast aan de zojuist verschenen Nationale rekeningen 1988.
Mutaties hebben betrekking op de overeenkomstige periode van het voorgaand
jaar, tenzij anders vermeld.
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
Rente
Indexciifers I960 – 100
(A) – voortschrijdand 12-
105(B) – procentuele kuartaalMutatta!
t.o.v. voorgaand taar
I I I I I I I I I I I I
’80
’85
’89
I
J
934
I
F
M
I
I
A
I
M
J
J
A
S
O
N
O
J
F
M
A
M
J
J
A
label 2. Recente ontwikkelingen in het buitenland
Procentuele mutaties t.o.v. dezelfde periode het jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1982/’86 1987
gemidd.
1988
1988
e
3 kw.
1989
e
4 kw.
e
1 kw.
Trend2′
1989
e
2 kw.
juni
juli
aug.
Produktie nijverheid,
•xcl. bouwnijv. (volume)
Bondsrepubliek Duitsland
3
0
4
Belgie
2
2
5
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
1
3
1
2
4
3
4
4
7
Verenigde Staten
Japan
5
4
4
3
6
9
Europese Gemeenschap
Buitenland (gewogen)”
Nederiand
2
2
3
2
2
1
4
4
1
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italie
3
2
1
3
1
0
2
2
6
4
5
5
7
2
7
Verenigde Staten
Japan
6
5
4
3
6
10
Europese Gemeenschap
2
3
2
1
5
4
2
1
5
-2
4
-2
3
3
1+
1+
1+
I
1-n1+
4
8
1+
1+
Produktie Industrie (volume)
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Nederiand
6
3
5
5
4
6
9
5
4
4
7
9
6
9
6
8
5
8
4
6
4
6
4
5
3
5
6
5
7
2
-2
5
4
3
5
3
7
3
4
8
4
3
4
4
I++
1+
1+
I++
I++
4
I++
I++
4
I++
1+
2
Bron voor gegevens buitenland: Eurostat.
” Het gemiddelde van de 6 belangrijkste exportlanden, gewogen met nun aandeel in de Nederlandse export in 1987.
Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortschrijdend 12-maands (4-kwartaals) gemiddelde.
—I: kleiner dan -5%; -I: tussen -5% en -2%; I: tussen -2% en 2%; l+: tussen 2% en 5%; I++: groter dan 5%.
•= gegevens zijn (nog) niet beschikbaar.
21
Focus: Buitenlandse goederenhandel in heteerste
half jaar van 1989
In het eerste halfjaar van 1989 was het volume van de invoer
Bij de uitvoer is het groeipercentage voor de onbewerkte
van goederen 5% groter dan in de eerste zes maanden van
vorig jaar. De uitvoer nam sterker toe en steeg met 8%. De
groeicijfers voor 1988 als geheel waren respectievelijk 7%
agrarische produkten in de eerste helft van dit jaar duidelijk
lager dan de groei van de totale uitvoer. Het exportvolume
van deze categorie was zelfs kleiner dan in dezelfde periode
en 8%. De trendmatige ontwikkeling van de buitenlandse
handel, weergegeven als de jaarmutatie van het voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde (zie grafiek 5), toont op-
van 1988. De uitvoer van delfstoffen (voornamelijkaardgas)
lopende groeicijfers vanaf begin 1987 tot eind 1988.
Daarna dalen de stijgingspercentages, waarbij de groei van
van de fabrikaten volgde globaal de ontwikkeling van het
de invoer sneller daalt dan de groei van de uitvoer.
Bij een uitsplitsing van de invoer naar onderdelen blijkt dat
eerste halfjaar de grootste uitvoerprestatie (15% stijging).
De prijs (unit value) van de invoer lag in het eerste halfjaar
in de eerste helft van 1989 de importgroei van consumptiegoederen duidelijk achterbleef bij de totale invoertoename.
Vooral onder invloed van de sterk gestegen invoer van personenauto’s en vliegtuigen overtrof in het eerste halfjaar
9% boven het niveau van het overeenkomstige tijdvak van
1988. De uitvoerprijzen stegen de eerste helft van 1989 met
8%. De ruilvoet verslechterde met ruim 1 %. In geheel 1988
steeg de uitvoerprijs met 1% terwijl de invoerprijs nagenoeg
op hetzelfde niveau bleef als in 1987. De trendmatige ontwikkeling van de in- en uitvoerprijzen toont vanaf begin
1987 een oplopende tendens (zie grafiek 6).
van 1989 de stijging van de import van investeringsgoede-
ren de groei van het totale invoervolume. De ontwikkeling
van de invoer van grondstoffen en halffabrikaten is onge-
lag in de eerste helft van dit jaar 17% boven het niveau van
de overeenkomstige periode van het vorig jaar. De uitvoer
totaal. Binnen deze categorie realiseerde de metaal in het
veer gelijk aan die van de totale invoer.
In- en uitvoer van goederen (volume)
Procentuele jaarmutatie van het voortschr. 12-maandsgem.
In- en uitvoerprijzen (unit value)
Procentuele jaarmutatie van het voortschr. 12-maandsgem.
10——————————————————————————————————————
2J
1
1
1
1 1 1
1964
1965
ESB 20-9-1989
1 1 [
1 1 1
i ii in n i ii in n I ii in n
1986
I
II III
1967
1
1
IV
I
II
1?
I II III IV
1984
|
I
1
II III
1985
|
1
IV
I
II
III
1986
IV
I
1
II III II
1987
1
I
1
II
III
1988
IV
1
1
I II
1989
935