/.. Hoi/man
De bedeelde
sector
Niemand durft de stalling te verdedigen dat de industriele sector in gelijke
beeld ontstaat als we de groei van de
mate met het nationale inkomen moet
meegroeien. Immers, de Industrie is in werkgelegenheid bezien. Deze stagneergrote mate verantwoordelijk voor de de in de jaren zeventig. Over de periode
1973-1980 daalde de industriele werkgeeconomische groei. Hoe hoger dus het
aandeel van de Industrie in het nationale legenheid fors: gemiddeld met 2,4% per
inkomen, des te beter dat voor ons is. jaar. Dat desondanks de totale werkgeToch durven we deze stelling wel te ver- legenheid stabiel bleef over deze periode
kwam niet door de werkgelegenheid in
dedigen indien industriele sector door
kwartaire sector 1) wordt vervangen. de commerciele-dienstensector, die
De kwartaire sector wordt namelijk in slechts met 0,1% per jaar toenam, maar
hoofdzaak als consumptief beschouwd. door de werkgelegenheid in de kwartaire
Groei van de kwartaire sector impliceert sector: een groei van 2,3% per jaar.
Wat de toekomst ons moge brengen,
dan afname van de marktsector. Daarmee zou de economische groei worden is nog onzeker. Enig inzicht daarin biedt
het onlangs door het SCP en CPB uitgebelemmerd.
brachte rapport Planvorming kwartaire
Het vorenstaande behandelt kort
sector. Daarin worden vier varianten besamengevat de theorie van het draagvlak.
rekend: 1. een basisvariant, gebaseerd
Objectief beschouwd is deze theorie, die
op een extrapolatie van het gebruik van
in 1977 werd gepresenteerd in het WRRvoorzieningen per relevante leeftijdsrapport, Maken wijer werk van?krakkegroep en een gelijkblijvende verhouding
mikkig. Een duidelijk bewijs daarvan,
tussen de personeelssterkte per voorziebiedt het in 1978 gepubliceerde SERning en de omvang van het gebruik daaradvies inzake omvang en groei van de
collectieve sector. Volgens dit advies kan
van; 2. een demografische variant, uitde kwartaire sector zowel remmend als gaande van een gelijkblijvend gebruik
van voorzieningen per relevante leeftijdsstimulerend voor de marktsector zijn.
Ze is remmend indien de financiering groep; 3. een hoge variant, waarbij de
personeel/verbruikverhouding als in het
ervan zodanige lasten op de marktsector
recente verleden met 0,6% per jaar toelegt, dat de economische groei erdoor afneemt; en 4. een lage variant, waarbij
neemt, maar ze is stimulerend — en
deze verhouding met 1% per jaar daalt.
maakt daarom deel uit van het draag: vlak — vanwege de bestedingseffecten Volgens deze varianten varieert de werkgelegenheidsgroei tot 1985 tussen – 1,1%
en vanwege de aard van veel kwartaire
en + 1,1% per jaar. Er zijn evenwel nog
voorzieningen, die dienen ter stimulering van de marktsector. Thans overmeer varianten. Volgens De Nederlandse
heerst de visie dat de remmende working
economic in 1985 van het CPB zal de
van de kwartaire sector overheersend is.
kwartaire werkgelegenheid bij min of
Financieel-economisch gezien, moge
meer ongewijzigd beleid met 0,9% per
; dit laatste juist zijn, bekijken we de werk- jaar groeien. En als de meerjarenbegrotingen van de diverse ministeries worden
i gelegenheidskant van het economisch
gerealiseerd zal de groei 1,3% per jaar
proces, dan gaat een andere visie overbedragen.
heersen. De kwartaire sector zorgtnameVoor cijferaars mag dat allemaal inte\ lijk voor ruim 25% van de totale werk\ gelegenheid. Voor de industrie bedraagt ressant zijn, voor het beleid is het even
| dit aandeel 20%. De kwartaire sector isinteressant hoe op een economisch verjfevenwel niet de grootste ,,werkgever”. antwoorde wijze werkgelegenheid kan
>: Het meeste werk geeft de commerciele- worden gecreeerd en behouden. In De
(idienstensector: 38%. Een iets ander
Nederlandse economic in 1985 blijkt dat
fcESB 19-8-1981
het in de nabije toekomst slecht is gesteld
met de werkgelegenheid. Bij min of meer
ongewijzigd beleid zal de werkloosheid
namelijk op 500.000 manjaren uitkomen
in 1985, terwijl uit de varianten uit dit
rapport blijkt dat het een hele toer zal
zijn, een beleid te ontwikkelen dat de
stijgende werkloosheid doet stabiliseren.
Ook een beleid gericht op versterking
van de industrie zal daartoe moeilijk in
staat zijn. Dit moge blijken uit het rapport van de commissie-Wagner. Daarmee wordt het WRR-rapport over de
industrie enigszins geweld aangedaan.
Een uitkomst biedt wellicht een CPBvariant die inhoudt dat vergroting van
de werkgelegenheid in de kwartaire sector, zij het onder stringente, maar niet
onoverkomelijke voorwaarden, geen
financieel-economisch nadeel oplevert
en de marktsector niet aantast. Daarmee
kan een link worden gelegd met het hierboven reeds genoemde WRR-rapport
Maken wij er werk van?, dat thans in de
vergetelheid is geraakt. Dit rapport dat
pleitte voor groei van de kwartaire werkgelegenheid, gaf helaas niet aan hoe de
marktsector daarvoor middelen kon opbrengen. Maar nu in het WRR-rapport
over de industrie wel wordt aangegeven
hoe die middelen kunnen worden opgebracht, is Maken wij er werk van? vergeten. Bedeeld hoeft niet misdeeld te zijn.
1) De niet-commercieledienstverlening, incl.
rijk en lagere overheden.
787