In maart zijn verschillende maatregelen ingevoerd om de coronaverspreiding tegen te gaan. Beroepen verschillen in hoeverre ze door die maatregelen worden getroffen. Daarnaast is de vraag naar verschillende goederen en diensten afgenomen, en ook dat raakt werkenden in het ene beroep harder dan in het andere. De figuur laat daarom zien in welke mate zelfstandigen in verschillende beroepen in het tweede kwartaal van dit jaar minder uren hebben gewerkt dan in het tweede kwartaal van vorig jaar.
De coronacrisis raakt verschillende groepen werkenden, maar vooral zelfstandigen hebben in het tweede kwartaal van 2020 minder uren gewerkt dan in het tweede kwartaal van 2019. In het tweede kwartaal van 2020 waren er 1.528.000 zelfstandigen, die gemiddeld dertig uur per week werkten. Een jaar eerder waren er weliswaar iets minder zelfstandigen, namelijk 1.471.000, maar zij werkten toen meer uren per week, namelijk 36 uur. De afname in gewerkte uren is bij zelfstandigen met personeel even groot als bij zelfstandigen zonder personeel. Bij werknemers is de afname in het aantal gewerkte uren per week in het tweede kwartaal minder groot, en is namelijk van 28 uur in 2019 gegaan naar 27 uur in 2020. Wel is het aantal werknemers – in tegenstelling tot het aantal zelfstandigen – iets afgenomen (van 7.470.000 naar 7.355.000).
De mate waarin zelfstandigen in het tweede kwartaal van 2020 minder uren hebben gewerkt dan een jaar eerder, verschilt sterk tussen de beroepsklassen. Het aantal gewerkte uren is het sterkst afgenomen in creatieve en taalkundige beroepen (bijvoorbeeld auteurs, kunstenaars en fotografen) en in dienstverlenende beroepen (zoals koks en kappers). In beide beroepsklassen is het aantal gewerkte uren negen uur per week lager dan in het tweede kwartaal van 2019. Ook in transport en logistieke beroepen (zoals taxichauffeurs) en in pedagogische beroepen (zoals sportinstructeurs en leidsters kinderopvang) is er minder gewerkt dan vorig jaar, namelijk zeven uur per week minder.
Auteur
Categorieën