Ga direct naar de content

Welvaartsparadox

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 12 1992

Welvaa rtspa radox
Het streven naar economische groei in de westerse
landen werd altijd gedragen door de veronderstelling dat een hoger inkomen ook meer welvaart zou
betekenen. Hoewel economen zich daar niet over
uit mochten laten, was de achterliggende gedachte
dat meer welvaart de mens ook gelukkiger zou maken. In de economische-groeimodellen werd de
ideale ontwikkeling gekenschetst als ‘golden age
growth’, een soort paradijs op aarde.
Maar nu, tweehonderd jaar na de industriele revolutie, die de start van het groeitijdperk inluidde, begint het langzaam te dagen dat er iets niet in orde is.
De oude verbanden kloppen niet meer. Het lijkt wel
alsof meer inkomen niet meer, maar juist minder
welvaart betekent. Het lijkt wel alsof de vervulling
van sommige behoeften met het toenemen van het
nationaal inkomen alleen maar verder buiten bereik
is gekomen.
Deze welvaartsparadox ontstaat omdat steeds meer
behoeften een niet-materieel karakter hebben. De
spanning tussen behoeften en de middelen om
daaraan te voldoen kan dus niet opgeheven worden door meer inkomen. Het lijkt zelfs zo dat juist
een lager nationaal inkomen, althans bij de wijze
waarop het nationaal inkomen wordt gemeten,
een voorwaarde is om de nieuwe schaarsten op te
heffen.
In de westerse welvaartsstaat is geen onvervulde
behoefte aan televisietoestellen, cd-spelers, auto’s,
koelkasten, of reisjes naar een Grieks eiland. Die
zijn er genoeg. Er is wel behoefte aan gezondheid,
aan veiligheid, aan schone lucht, aan stilte. Deze
‘consumptiegoederen’ zijn met meer geld niet of
nauwelijks te koop.
De normale gang van zaken is dat een nieuw consumptiegoed of een nieuwe dienst zijn weg vindt
door de welvaartsklassen heen. Wat begint als elitair
produkt wordt uiteindelijk gemeengoed. Voor de
hoogste welvaartsklassen is er echter nog maar weinig om zich te onderscheiden. Drie maal per jaar
met vakantie gaan? leder modaal gezin gaat al met
de krokus-, zomer- en herfstvakantie naar het buitenland. Vliegen placht exclusief te zijn, maar wie
regelmatig voor zaken naar Londen moet geniet
minder comfort dan een buspassagier in het streekvervoer. Met een zeilboot de plassen op? Alleen
leuk voor wie van file-zeilen houdt en er niet tegen
opziet een vermogen te betalen voor een ligplaats
ergens ver weg. Dan maar naar de golfbaan? Nee,
ook dat is al niet onderscheidend meer, want met
het vergrijzen van de bevolking is golf hard op weg
een volkssport te worden.
De hogere inkomens kunnen eigenlijk geen kant
meer op met hun geld. Te veel ‘conspicuous consumption’ maakt kwetsbaar voor inbraak en diefstal
en het is geen wonder dat de borreltafelgesprekken
in Bloemendaal, Wassenaar en Blaricum voornamelijk over de laatste snufjes op het gebied van beveiligingssystemen gaan.
Intussen begint zich wel een nieuwe voorhoede onder de consumenten te vormen. Deze nieuwe elite

ESB 12-8-1992

beseft dat de schaarsten elders liggen en begint het consumptiepatroon daarop te richten. Voorbeeld:
gezondheid is een schaars goed en
de gezondheid is gebaat bij veel beweging. De nieuwe elite loopt en
fietst. Onder Nederlandse managers is bekend wie de marathon
heeft gelopen en in welke tijd.
Met inkomen heeft dit alles weinig
van doen. Met een hoger inkomen
kan men immers geen betere conditie kopen. Ten aanzien van de persoonlijke veiligheid is het verband
met inkomen zelfs evident negatief,
zoals blijkt uit gijzelingszaken en
inbraakfrequenties.
Macro-economisch is er een
duidelijk negatief verband tussen inkomen en de
kwaliteit van het milieu. Dit probleem werd al in het
begin van de jaren zeventig onderkend, maar sindsdien is de vervuiling alleen maar toegenomen en de
kwaliteit van leefomgevingen achteruitgegaan.
Het is vrij tragisch dat de opvattingen die in Nederland ter zake van sociaal-economische vraagstukken bestaan, dit probleem alleen maar hebben verergerd. Immers, de sociaal-economische problemen in
ons land worden primair als herverdelingsvraagstukken gezien, waarbij het hoogste goed is de consumptie te bevorderen ten koste van investeringen.
De kwaliteit van het milieu kan echter niet worden
verbeterd door meer consumptie, maar wel door
meer investeringen. Echter, alleen in de laatste vijftien jaar al zijn de overheidsinvesteringen in reele
termen met 25% gedaald. Door de consument met
verkeerde prijzen te confronteren ontstaan verkeerde verwachtingen en scheve consumptiepatronen.
De huidige studentengeneratie, de generatie van de
OV-jaarkaart dus, leeft met de notie dat openbaar
vervoer gratis is en maakt daar dan ook dienovereenkomstig gebruik van. Hierdoor wordt een beslag
op middelen gelegd ten koste van het wegwerken
van de echte schaarsten.
Door de suburbanisatie via het aanwijzen van groeikernen te bevorderen, en door de steden leeg te laten lopen, heeft de overheid een bestedingspatroon
bewerkstelligd dat dagelijks hoorbaar en zichtbaar
is in lange files. Om in Nederland deze misallocaties
ongedaan te maken is nog een heel lange weg te
gaan.
Door het ontstaan van de nieuwe schaarsten lijkt
het evident dat het welvaartsbegrip in de komende
decennia een geheel andere inhoud zal gaan krijgen. Inkomen zal een steeds gebrekkiger maat worden om het welvaartsniveau te meten. Langzamerhand zien we de voorkeuren al veranderen. Het
consumptiepatroon zal eenvoudiger en soberder
ogen, maar rijker van inhoud zijn. De nieuwe welvaart, dat is op de fiets naar je werk en onderweg
stoppen voor een ijsje.

J.J. van Duijn

Auteur