internationaal
Wederuitvoer een Europese zaak
Het algemene beeld van wederuitvoer bestaat uit containers vol met spullen uit het Verre Oosten die naar het
Europese achterland gedistribueerd worden. Dit is echter
maar een deel van het verhaal. Bijna de helft van alle
wederuitvoer is afkomstig uit West-Europa.
N
ederland heeft gezien de omvang van
haar economie een zeer forse export.
Een belangrijke oorzaak hiervan is de
wederuitvoer. Vooral in de negentiger
jaren van de vorige eeuw is het aandeel wederuitvoer in de totale uitvoer fors toegenomen. Op
dit moment is dit aandeel al opgelopen tot ruim
veertig procent. Het aandeel wederuitvoer is
economisch gezien van belang omdat de toegevoegde waarde van een euro wederuitvoer voor
de Nederlandse economie aanzienlijk minder is
dan de toegevoegde waarde van een euro ‘Made
in Holland uitvoer’. Het plaatst de Nederlandse
exportprestatie in een ander daglicht. In de
Macro-Economische Verkenningen van 2002 stelt
het CPB dat de groeicijfers van de totale uitvoer
inclusief wederuitvoer het verlies aan marktaandeel
sinds 1993 van de binnenlands geproduceerde
uitvoer hebben gemaskeerd.
De constateringen van het CPB zijn voor het CBS
aanleiding geweest om een onderzoek te starten
naar de wederuitvoer. Doel van dit onderzoek was
onder andere het verbeteren van de ramingsmethode en het verkrijgen van meer detailgegevens
over de wederuitvoer. Het resultaat is dat er nu
informatie beschikbaar is over de herkomst en
bestemming van de wederuitvoer. Deze gegevens
zullen in dit artikel gepresenteerd worden.
Wat verdienen we aan wederuitvoer
Jasper Roos
Statistisch onderzoeker bij
het CBS
346
ESB 1
De Nederlandse export bestaat uit een deel dat
in Nederland is geproduceerd en een deel wederuitvoer. Nederlandse bedrijven hebben een rol bij
het tot stand komen van deze export. Bij de binnenlands geproduceerde uitvoer is de maakfunctie
essentieel. Bij de wederuitvoer ontbreekt deze
maakfunctie. De goederen zijn eerder ingevoerd
en verlaten het land in vrijwel onbewerkte staat.
Nederlandse bedrijven betrokken bij de wederuitvoer hebben wel drie andere functies:
• een handelsfunctie: het kopen en vervolgens voor een hogere prijs weer verkopen van
goederen;
• een transportfunctie: het vervoeren van goederen van A naar B;
• een distributiefunctie: het verspreiden van de
goederen, eventueel gecombineerd met een
kleine bewerking als labellen of verpakken.
juni 2007
Door deze drie functies blijft het Nederlandse
bedrijfsleven verdienen aan de wederuitvoer.
Doorvoer blijft buiten beschouwing
Een noodzakelijke voorwaarde van de wederuitvoer is dat de goederen in eigendom waren van
een Nederlands bedrijf. Indien geen sprake is van
eigendomsoverdracht, spreekt men van doorvoer.
Deze doorvoer valt buiten de CBS-definitie van de
internationale handel in goederen. De omvang van
deze doorvoerstroom is niet precies bekend, maar
ligt naar schatting in dezelfde orde van grootte
als de wederuitvoer. Het economische belang van
deze doorvoerstromen is echter kleiner dan dat
van de wederuitvoer omdat de rol van de betrokken Nederlandse bedrijven, en dus de toegevoegde
waarde, minder is. De Nederlandse bedrijven betrokken bij de doorvoer missen de handelsfunctie
en vaak ook de distributiefunctie.
Wederuitvoer vooral uit West-Europa
Hoewel de importen uit Zuidoost-Azië en de
Verenigde Staten samen goed zijn voor ruim een
derde van de wederuitvoer, is bijna de helft van de
wederuitvoer ingevoerd uit West-Europese landen.
In figuur 1 staat de verdeling van de eindbestemming van de invoer (binnenlands gebruik of wederuitvoer) uitgesplitst naar land van herkomst. Uit
deze figuur blijkt dat bijvoorbeeld naar schatting
een derde van de invoer van bijna vijftig miljard
euro uit Duitsland in 2005 vrijwel onbewerkt weer
werd uitgevoerd. Dit aandeel is voor de meeste
andere Europese landen zelfs nog iets groter.
figuur 1
Aard van de invoer in 2005 naar land van
herkomst (in miljarden euro’s)*
Duitsland
België
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Overig EU15
Overig Europa
Verenigde Staten
China en Hong Kong
Overig Z.O. Azië
Rest van de Wereld
0
10
Invoer tbv binnenlands gebruik
20
30
40
50
60
Miljard euro
Invoer tbv wederuitvoer
* Bij deze berekening is aangenomen dat de totale waarde van de wederuitvoer ten tijde van de invoer gelijk is aan de waarde van de wederuitvoer ten tijde van de uitvoer. Deze aanname is uiteraard niet realistisch
omdat de waarde op het invoermoment iets lager zal zijn geweest dan
op het uitvoermoment. In figuur 1 zal de invoer ten behoeve van de
wederuitvoer dus iets overschat zijn. Voor de onderlinge verhouding
tussen landen en goederen maakt dit echter nauwelijks verschil.
Uitbreiding Europese Unie
figuur 2
Herkomst van de wederuitgevoerde
producten in 2005 (in miljarden euro’s)
Voedsel, dranken
en tabak
Grondstoffen, oliën
en vetten
Minerale
brandstoffen
Chemische
producten
Machines en
vervoermaterieel
Conclusie
Fabrikaten
0
Europa
Op 1 mei 2004 is de Europese Unie uitgebreid met tien, voornamelijk OostEuropese, landen. Deze stap heeft geleid tot een forse groei van de wederuitvoer naar die landen in 2004 en 2005. In 2004 groeide de uitvoer naar
die landen met ongeveer dertig procent. Dit was vrijwel volledig te danken
aan een stijging van de wederuitvoer naar deze landen. In 2005 trok ook de
uitvoer uit binnenlandse productie aan, maar groeide de wederuitvoer nog
altijd twee maal zo hard. Vooral bij Tsjechië en Hongarije is deze ontwikkeling
goed zichtbaar. Was in 2002 en 2003 nog de helft van de uitvoer naar deze
twee landen wederuitvoer; in 2005 was dit aandeel al opgelopen naar circa
tweederde. Het ligt in de lijn der verwachting dat dezelfde ontwikkelingen zich
zullen voordoen bij de onlangs toegetreden lidstaten Bulgarije en Roemenië.
10
20
Zuidoost Azië
30
40
50
60
Miljard euro
Rest van de wereld
Goederensamenstelling
Er is een groot verschil in goederensamenstelling
tussen de importen uit de verschillende regio’s. Uit
Europa worden andere goederen geïmporteerd dan
uit Zuidoost-Azië. Dat is bij de wederuitvoer niet
anders. Uit figuur 2 blijkt dat de uit Zuidoost-Azië
afkomstige wederuitvoer voor ongeveer driekwart
van de waarde bestaat uit vervoermaterieel en machines, zoals computers en andere elektronica. Bij
de Europese wederuitvoer is dat slechts een derde.
In de uit Europa afkomstige wederuitvoer zitten
daarentegen meer chemische producten.
De cijfers geven aan dat wederuitvoer niet alleen een zaak is van Aziatische
importen. Veel wederuitvoer is afkomstig uit Europa. De eindbestemming van
al deze producten is vrijwel altijd een Europees land. Geconcludeerd kan dus
worden dat veel wederuitvoer van het ene Europese land naar het andere gaat.
Hoewel de Nederlandse economie ervan profiteert, kan men zich afvragen
waarom Nederlandse bedrijven zich juist daarop hebben toegelegd. Het duidt
erop dat Nederland handelsland en distributieland niet alleen geldt voor spullen van Aziatische makelij, maar ook voor Europese producten.
Wederuitvoer vaak bestemd voor Europa
Van de totale Nederlandse export gaat circa 85
procent naar een ander Europees land. De wederuitvoer is echter nog vaker bestemd voor Europa,
zoals te zien is in figuur 3. Maar liefst 88 procent
van de wederuitvoer gaat naar Europese landen
tegenover tachtig procent van de in Nederland
geproduceerde uitvoer. Qua goederensamenstelling
blijkt het nauwelijks uit te maken waar de wederuitvoer naar toe gaat. Naar landen buiten Europa
worden dezelfde producten wederuitgevoerd als
naar Europese landen.
figuur 3
Aard van de uitvoer in 2005 naar land van
bestemming (in miljarden euro’s)
Literatuur
Centraal Planbureau (2001) Macro-economische verkenningen
2002. Den Haag: CPB.
Duitsland
België
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Overig EU15
Overig Europa
Verenigde Staten
China en Hong Kong
Overig Z.O. Azië
Rest van de Wereld
Mellens M.C., H.G.A. Noordman en J.P. Verbruggen (2007)
Wederuitvoer: internationale vergelijking en gevolgen voor prestatieindicatoren. Den Haag: CPB.
Roos, J. (2006) Internationale handelsstromen en de statistiek
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/
publicaties/artikelen/archief/2006/2006-internationale-handelsstromen-en-de-statistiek.htm
0
10
20
30
Uitvoer uit binnenlandse productie
40
50
60
Wederuitvoer
70
80
Miljard euro
Roos, J. en J. Exel (2006) Wederuitvoer: Vaststellen van de definitie
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/internationale-handel/
publicaties/artikelen/archief/2006/2006_wederuitvoer_vaststellen_definitie.htm
ESB 1
juni 2007
347