Ga direct naar de content

De werkgelegenheid van de toekomst

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 3 2014

Een artikel in The Economist over de vernietiging van banen heeft heel wat losgemaakt in Nederlandse kranten en op opiniepagina’s. NRC Next publiceerde vorige week zelfs een integrale vertaling van het stuk. De korte samenvatting van het artikel is: een zeer groot deel van alle banen die we nu kennen, is over een jaar of twintig verdwenen. Dat klinkt dramatisch, is het in individuele gevallen waarschijnlijk ook, maar er is niets nieuws onder de zon.

Als gevolg van technologische verandering verdwijnen banen en komen er banen bij. De impact op de werkgelegenheid gaat volgens een vast stramien. Er wordt een ontdekking gedaan, de technologie wordt geschikt gemaakt voor toepassingen die een machine efficiënter kan uitvoeren dan de mens, de technologie wordt ingevoerd en de mens wordt voor een deel overbodig. Dit is de eerste fase die bijvoorbeeld door Charlie Chaplin in de film Modern Times wordt uitvergroot. Een allesoverheersende machine maakt de mens als “productiefactor” overbodig. Behalve de ene persoon die iedere ochtend de machine moet aanzetten.

Als dit het hele verhaal is, dan is technologische ontwikkeling een drama voor de mens. Gelukkig is de impact van technologie meestal positief voor de mens. De machine heeft een relatief voordeel in bepaalde taken en de mens in andere. Beroepen bestaan uit bundels taken en die bundels zijn niet toevallig ontstaan. Gegeven de stand van de technologie ontstaat een verdeling van arbeid die op dat moment efficiënt is. Door voortschrijdende technologie verandert die bundel. Er komen taken bij en andere taken worden nu door machines uitgevoerd. In veel gevallen werkt de mens nu samen met een “computer”. Beide productiefactoren doen die taken waarin ze het meest efficiënt zijn (zie hier een wat meer formele uitwerking van dit argument). In andere gevallen is een beroep inderdaad verdwenen, omdat de hele bundel taken is overgenomen door de nieuwe technologie. Wie kent nog de lantaarnopsteker? Maar, er zijn ook banen bijgekomen. In 1980 bestond de website ontwikkelaar nog niet.

Relatieve voordelen bepalen de prijs en zo ontstaat onder de streep een nieuw evenwicht. De transitie naar dat evenwicht kan wel tot strubbelingen leiden. Het lijkt er op dat we op dit moment een dergelijke periode is aangebroken: het midden van de arbeidsmarkt staat onder druk. Veel kantoorwerk bij bijvoorbeeld banken, verzekeraars en de overheid wordt geautomatiseerd. Op korte termijn leidt dit mogelijk tot werkloosheid, maar er komen ook banen bij. Het verhaal gaat dat er in het midden van de markt minder banen worden gecreëerd dan vernietigd. Als dat zo is, zouden het loon en de werkgelegenheid in het midden moeten dalen. En dat zien we inderdaad gebeuren in het afgelopen decennium. Uit een recente studie van John Van Reenen en collega’s blijkt dat in de meeste Westerse landen de werkgelegenheid in het midden van de arbeidsmarkt daalt.

Maar daar staat tegenover dat aan de onder- en bovenkant banen ontstaan. Op de wat langere termijn bewegen de mensen in het midden zich omhoog of omlaag, waardoor een nieuw evenwicht ontstaat. Voor de huidige populatie is dat ongunstig. Het blijkt dat vooral oudere werknemers werken in deze krimpende beroepen en dat jongeren instromen in groeiende beroepen (zie deze CPB studie). Dat is voor een deel een natuurlijk proces, dat wordt versterkt door technologische ontwikkelingen.

Ten slotte wat historisch besef. De angst voor technologie is van alle tijden. Iedere nieuwe technologie is uniek en leidt tot maatschappelijke ophef. Terugkijkend blijkt het meestal mee te vallen. Voorspellingen op dit terrein komen zelden uit, omdat technologie zich aanpast aan de behoeften van de samenleving. Aan het begin van de twintigste eeuw was de belangrijkste technologische voorspelling op de Wereldtentoonstelling in Parijs dat er automatische paardenvijgveegmachines zouden komen en dat mensen in Zeppelins zouden worden vervoerd. In de jaren vijftig van de vorige eeuw dacht IBM dat er ongeveer zes computers nodig waren om de hele wereld te voorzien. In de jaren zestig is in de VS een senaatcommissie ingesteld die de gevaren van de computer in beeld moest brengen en wie zich Chriet Titulaar herinnert, weet dat niet alles wat is voorspeld ook waarheid wordt.

Auteur

Categorieën