Ga direct naar de content

Wat je dichtbij haalt is lekker

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 25 2013

De afgelopen jaren heeft lokaal geproduceerd voedsel een enorme vlucht genomen. Niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van de wereld. Steeds meer winkels verkopen voedsel uit de regio, zelfs supermarkten. Sommige ziekenhuizen en verzorgingstehuizen koken met lokale ingrediënten. Op diverse plaatsen in het land worden streekmarkten georganiseerd, waar boeren hun producten rechtstreeks aan de consument verkopen. In sommige steden kunnen consumenten een abonnement nemen op een krat met streekproducten, die elke week thuis wordt bezorgd. Boeren organiseren open dagen voor consumenten. Er zijn heuse wachtlijsten voor volkstuinen. Op braakliggende bouwkavels wordt steeds vaker aan urban farming gedaan. Er zijn zelfs al mensen die zich locavoor noemen. Kortom, de opmars van lokaal geproduceerd voedsel lijkt niet meer te stuiten.

Het zal geen toeval zijn dat de lokale voedselproductie aan een opmars bezig is ten tijde van crisis. Als economische zekerheden wegvallen, is het belangrijk om de voedselproductie veilig te stellen. Geen dure sperziebonen uit Egypte, maar gewoon boerenkool uit de volkstuin. Of lokaal voedsel een blijvende trend is, moet natuurlijk nog blijken. Maar ook ten tijde van hoogconjunctuur heeft het tal van voordelen om eten van dichtbij te halen. Geen zinloze voedselkilometers meer, wat goed is voor het milieu. Zelfs lokaal geproduceerde appels van reguliere teelt zijn nog vele male milieuvriendelijker dan biologische appels uit Nieuw Zeeland (jawel, die liggen echt met enige regelmatig in de supermarkt!) Ook voor de consument is er winst. Die krijgt versere en dus lekkerdere producten. Verder is er minder kans op voedselschandalen zoals de paardenvleesaffaire, want de consument weet precies waar de producten vandaan komt. Dankzij lokale producten kan er meer verbondenheid ontstaan tussen consument en platteland. En er is minder tussenhandel, dus de boer krijgt een betere prijs. Wat weer kan weer resulteren in milieu- en diervriendelijkere productie. 

Natuurlijk is het in deze tijd niet eenvoudig om een nieuw initiatief op het gebied van lokaal voedsel op te starten, want zoiets kost geld. Banken zijn terughoudend met het verstrekken van krediet en ook de lokale overheden zijn momenteel minder scheutig met het verstrekken van subsidies. Het is dan ook interessant om te zien dat de coöperatie aan een opmars bezig is (zie bijvoorbeeld Landwinkel). Soms kunnen consumenten zelf ook lid worden van de coöperatie, zoals bij de Lazuur food community in Wageningen.

Een ander opmerkelijk initiatief is de boerencoöperatie Oregional, die sinds kort een winkel (het Verslokaal) op het stationsplein in Nijmegen heeft. Hier worden o.a. verse sappen en soepen verkocht. De gebruikte ingrediënten zijn afkomstig van lokale boeren uit de regio Arnhem-Nijmegen. De precieze herkomst van de ingrediënten is te traceren via het etiket. Een stationswinkel biedt de mogelijkheid om een grotere groep consumenten enthousiast te maken voor lokaal voedsel. Een prachtig initiatief dus, dat hopelijk erg succesvol wordt en navolging krijgt op stations in andere steden. Wat mij betreft wordt Groningen het volgende station met een dergelijke winkel!

De crisis zal nog wel even voortduren, waardoor de aandacht voor voedsel uit de regio voorlopig nog verzekerd is. Hopelijk raakt de consumenten snel verknocht aan verse en smaakvolle streekproducten. Opdat consumenten ook tijdens een hoogconjunctuur –  mocht die ooit weer aanbreken – hun neus ophalen voor appels uit Nieuw Zeeland. 

 

Auteur