Topzware
conferenties
..BrettoryWoods was een houten hotel
van het type dat geheid afbrandt als het dak
aan groot onderhoud toe is”. Aldus de Nederlands-Amerikaanse economist Houthakker op een seminar dat de Amerikaanse
ambassade in samenwerking met de SER
had georganiseerd aan de vooravond van
de top in Williamsburg. Een mooie zin. Er
spreekt realisme uit, maar ook een getuigenis van het gebrek aan visie dat de huidige
Amerikaanse diplomatie kenmerkt. Houthakker verklaarde het oorspronkelijke succes van Bretton Woods uit het feit dat het
een onopvallende en klein gehouden bijeenkomst was, zonder pers en zonder pontificerende politici. Zelfs de Grote Namen
van de eonferentie — White en Keynes —
hadden niet veel politick gewicht: de ,.echte” politici hadden anderc dingen aan h u n
hoofd, dat laatste oorlogsjaar.
Vergelijk dat met de happening in Williamsburg: zeven prima donna’s met een
gevolg van V.OOOjournalislen en overigc figuranten — goed voor de 1ATA en de
plaatselijke horcca, maar daar is dan ook
alles mee gezegd. Jammer voor de dromers
die er iets inhoudelijks van verwacht hadden, dat moet ik Houthakker nageven. En
nu de Franse president zijn naam als exporteurvan cosmetica heeft hooggehouden
door een doekje voor het bloeden te eisen
en te krijgen in de vorm van een wat schimmig vooruitzicht op een monetaire wereldconferentie zou je er haast moedeloos bij
worden. Maar daarvoor zijn de onderliggende problemen tc ernstig.
Sedert de tweede wereldoorlog is het
Westen tot drie maal toe bedreigd door een
dollarcrisis. Zo op het oog warcn daar verschillende oorzaken voor aan te wijzen. De
tweede keer — bij de opschorting van de
goudpariteit in 1971 — de sterlingcrisis.
het complex van spanningen dat de geschiedenis is ingegaan als .,les evenements
de may” (te veel eer voor Cohn Bendit.
maar vooruit) en de Amerikaanse misrekcning in Vietnam. Ik houd het op die laatste
oorzaak, de rest was bijzaak. Het pond
sterling was al jaren ziek en iedereen wist
dat de dollar eenzaam zou achterblijven. in
de schijnwerpers van het wcreldtoneel. De
Amerikanen voelden daar niet voor. Ze
stuurden de toenmalige Britse chancellor.
Callaghan, steeds weer op: een groot acteurmet een slechte tekst. In 1967 viel het
dock, zonder dat de Amerikanen in hun
nieuwe rol geloofden. Hun probleem was
de werkelijke kosten van de toch al zo impopulaire oorlog in Vietnam verborgen te
houden voor het thuisfronti daarbij paste
geen ,,exposure” als enige reservevaluta.
Ook het nieuw-linksc engagement van
Cohn Bendit c.s. was geen oorzaak van de
ellende, en slechts ten dele een gevolg (voor
zover Vietnam een legitimatie verschafte
ESB 8-6-1983
aan wie ,.het systeem” wilde bestrijden).
Het was wel een alibi voor Europese regeringen om zich — lekker laf — de monetaire speelruimte voor een ..permissive society” te laten aanleunen die de brand van
Bretton Woods verschafte. Maar vergist u
zich niet. het dak was nog prima. De zaak
was aangestoken door Amerika, en dezc
keer had de Europese Van der Lubbe edit
geholpen.
Thans dreigt de derde door de dollar veroorzaakte crisis in voile omvang en weer
doen de Amerikanen of hun neus bloedl.
Dollarkoers en rente leggen intcrnationalc
..herstclbetalingen” op die Weimarrepublieken kunnen maken van Brazilie en
Mexico, in Amerika’s achtertuin nog wel.
Ze remmen het herstel in Europa, waar het
— lijdelijk? — concurrentievoordeel t.o.v.
Amerika niet opvveegt tegen de hoge rentelast. Ze ondermijncn ook de Westersc vciligheid. en dat is wel de grootste ironic.
Hoe meer president Reagan het financieringstekort oprekt met zijn sterk verhoogde
defensiebudget, hoe minder draagvlak vij
hcbben om ons aandeel te Icvercn. Na dc
onthullingen over kapotte Leopard-tanks
heeft nu de marine de vuile was als teken in
het want gehangen. Zo ging destijds ook al
het verhaal dat de Bclgische luchtmacht in
1981 na half november niet meer gcvlogen
heeft. omdat de begroling voor kerosine
was uitgeput. Dat is geen mop. dat is relatiefverstandig. want kerosine kun je sneller
aanvullen dan reserveonderdelen. als de
nood aan de man komt. Aannemende dat
er een drciging is. is veiligheid nog altijd
een kwestie van een gocd en derhalve gei’ntegrcerd beheer van middelen. Is er dan
niemand meer die dat aan president Reagan kan uitleggen?
En de eerste crisis? Juist. daar wilde ik u
hebben. Die is afgewcnd omdat er een generaal was die de lessen van de geschiedenis wel kon expliciteren. Die begreep dat
de keuze tussen kanonnen of boter tot oorlog leidt. dat het gaat om de juiste verhouding van kanonnen en boter. Die dan ook
een plan maakte om het herstel van Europa — en daarmee de Atlantische veiligheid
— niet te laten stranden op het toenmalige
structured dollartekort. Nu hebben we
geen dollars meer nodig van Amerika. alleen maar oog voor de samenhang der dingen, en een beetje organisatievermogen.
zoals generaal Marshall dat had. Maar nu
kan Washington dat niet meer opbrengen.
Icder voor zich (dan kijkl God de andere
kant op). We bellen wel. Of zo.
Als we ons losmaken van het achterhaalde natie-denken is de Westerse alliantie te
zien als een coalitie op zoek naar een herstelprogramma waar de (Oosteuropese) oppositie geen speld tussen kan krijgen. Dat
vraagt om wilsovereenstemming op uitgangspunten — zoals de noodzaak van
meer vastigheid in het wisselkoersregime
en de bereidheid om daar soevereiniteit
voor in te ruilen. Zo’n overeenstemming
laat zich misschien bezegelen. maar zeker
niet formeren in conferenties of grootscheepse consultaties in Groepen van
Tien. Twintig of Dertig. Wij weten in Nederland waar een coalitieprogramma om
vraagt. Om het bekwaam, geduldig en discreet tegen elkaar slaan van de koppen
(staatshoofden zelfs) tot ze het grotcre belang gaan zien. Dat vraagt om intcrnationalisering van ons nationale instituut: de
informateur. Er is ook een kandidaat: Helmut Schmidt. Hij heeft gezag en strategisch inzicht: hij kent zijn internationale
financien en zijn Oost-Westverhoudingen.
En hij heeft zich, o.a. in NRC Hanclelxhlad. welhaast aangeboden. Laat hern pendel-informatie bedrijven met een OESOopdracht. dan wordt het een NederlandsAmerikaanse innovatie. En als we elkaar
het licht weer niet in de ogen gunnen. kunnen we er nog Drie Wijze Mannen van maken, ook een beproefd recept: Schmidt.
Witteveen en, naar keuze. Giscard d’Estaing (ligt minder goed bij Mitterrand dan
Schmidt bij Kohl) of een acceptabele Japanner (,.necm vaker een Japanncrtje
mee” lijkt mij een passend devies voor een
eigentijdse internationale etiquette). Als
we dat drietal nu eens een tijdje een regeringsfokkertje uitleenden. Dat symboliseert dat Grote Zaken klein beginnen.
499