Ondanks verschillende momenten van turbulentie in de financiële markten in 2016, is het systeemrisico in het eurogebied relatief laag gebleven. De samengestelde indicator van systeemstress (Composite Indicator of Systemic Stress, CISS) laat voor het eurogebied een langzaam stijgende trend zien sinds eind 2013. Deze stressindicator vangt verschillende symptomen van stress in verschillende onderdelen van het financiële stelsel en houdt rekening met kruiscorrelaties tussen de onderdelen. De afgelopen twee jaar laat deze indicator wel een aantal opvallende uitschieters zien, die kunnen worden toegeschreven aan de toegenomen politieke onzekerheid na het Brexitreferendum en de verkiezingswinst van Trump in de Verenigde Staten.
De toegenomen politieke onzekerheid is terug te zien in de economische beleidsonzekerheidsindex (EBO-index). De belangrijkste component van de EBO-index is het aantal artikelen in de belangrijkste kranten die duiden op economische beleidsonzekerheid. Uit de EBO-index voor Nederland en de rest van Europa blijkt vooral dat in de tweede helft van 2016 de onzekerheid in Europa sterk is toegenomen, terwijl deze in Nederland constant is gebleven. Mogelijk heeft de stabiliteit van de regeringscoalitie hieraan bijgedragen.
Economische beleidsonzekerheid zou het komende jaar echter eens een belangrijke rol kunnen gaan spelen. In 2017 staan er een aantal belangrijke verkiezingen in Europa op de agenda, waaronder in Nederland. Onzekerheid over de gevolgen van die verkiezingen kan resulteren in sterke marktreacties die gepaard gaan met verhoogde marktvolatiliteit en snelle correcties van activaprijzen. De Europese Centrale Bank en de European Systemic Risk Board zien de politieke onzekerheid in Europa om die reden als een van de belangrijkste mogelijke veroorzakers van financiële instabiliteit op dit moment. De grote vraag is daarom of de uitslag van die verkiezingen tot een grotere toename van beleidsonzekerheid leidt en of dit uiteindelijk de trigger wordt voor een periode van financiële instabiliteit.