Ga direct naar de content

Statistiek: De handelsintensiteit van investeringsgoederen neemt af

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 25 2017

De laatste jaren neemt de wereldhandel veel minder toe in relatie tot de stijging van het wereldwijde bbp dan in vorige decennia. Dit is het gevolg van structurele factoren (een afnemend tempo van globalisering) en conjuncturele factoren (een achterblijvende finale vraag). Vooral herstel van de vraag naar investeringsgoederen zou de handel kunnen stimuleren omdat deze relatief handelsintensief zijn.

Er is nog steeds relatief veel handel gemoeid bij de productie en de afzet van investeringsgoederen (figuur). De gestippelde lijnen in de figuur geven het aandeel aan van de wereldwijde intermediaire invoer in de waarde van de productie in het land waar de finale producten worden gemaakt. Met de doorgetrokken lijnen wordt hier nog de handel aan toegevoegd die nodig is om de finale goederen in het land van bestemming te krijgen. Stel dat een Nederlands bedrijf een vrachtwagen koopt die in Duitsland wordt gemaakt. De gestippelde lijn geeft dan de wereldwijde invoer van intermediaire producten weer (als percentage van de waarde van de vrachtwagen) die nodig is om de vrachtwagen in Duitsland te produceren. De doorgetrokken lijn voegt hier de waarde van de vrachtwagen zelf aan toe, wanneer deze in Nederland wordt afgeleverd. Voor de productie van investeringsgoederen is wereldwijd relatief veel intermediaire invoer nodig en de investeringsgoederen zelf worden ook nog eens relatief vaak ingevoerd uit het buitenland. Dit in tegenstelling tot consumptiegoederen.

De totale invoerintensiteit van de finale consumptie is sinds 2011 ongeveer gelijk gebleven, maar de invoerintensiteit van investeringsgoederen laat vanaf 2011 een dalende tendens zien – bij de productie en vooral bij de finale invoer. Dit heeft gevolgen voor de handelselasticiteit. Over de periode 2002–2008 was de handelselasticiteit van finale consumptiegoederen gemiddeld 1,5 en die van investeringsgoederen 1,3. Over de periode 2011–2014 zijn de elasticiteiten gedaald naar 1,2 voor de consumptie en 0,4 voor de investeringen. Mocht de dalende trend in de handelsintensiteit van investeringsgoederen zich voortzetten, dan zullen meer investeringen vermoedelijk niet tot een opleving van de wereldhandel leiden.

Auteur

Categorieën