Afgelopen week heb ik twee avonden met mijn twee oudste jongens (Joram en Tristan) meegelopen in de jaarlijkse avondvierdaagse. Dolle pret voor de jongens die de afstand door al het heen en weer geren minstens twee keer lopen en een leuk moment om een uurtje te kletsen met andere ouders. Ook goed om te zien dat bijna de hele klas meeliep en de sfeer gemoedelijk was, op wat gebruikelijke gevechten tussen jongens (die allemaal als enige voorop moeten lopen) en meiden (die per se wel of niet naast iemand anders wilden lopen) na.
Tijdens zo’n vierdaagse moet er onderweg natuurlijk wel het een en ander worden genuttigd. In voorgaande jaren viel het me op dat bijna ieder kind een zakje met snoep bij zich had. Ieder kind trakteerde ieder kind. Hierdoor liep de hoeveelheid snoep in een klas van 25 kinderen de spuigaten uit. Na vier avonden stuiterden de kinderen over het parcours en in de weken na de vierdaagse was mijn oudste het snoepen zo beu, dat de vraag naar 0 ging en hij de weken na de vierdaagse uit zichzelf appels, perziken en sinaasappels at.
Dit jaar was het in groep 5 van Joram bij aanvang niet veel anders, maar in groep 2 van Tristan (die voor het eerst meeliep) had bijna ieder kind een bakje groente of fruit bij zich waaruit gedeeld werd met de anderen. De plakjes komkommer, aardbeien, tomaatjes, minipaprika’s, mandarijnen, druiven en geschilde partjes fruit waren rijkelijk aanwezig. Geen enkele hunkering naar snoep in deze groep kinderen.
Voorafgaand aan de vierdaagse had de schoolleiding opgeroepen om te minderen met snoep. Teveel kinderen zijn te dik en de grote hoeveelheid suiker leidt tot een minder gezellige vierdaagse. Daarom deelde de school bij de rustposten geschilde mandarijnen uit. Goed voorbeeld doet hopelijk goed volgen. Er werd daarom aan ouders gevraagd om ook gezonde snacks mee te geven en de hoeveelheid snoep te beperken.
Voor de kinderen van groep 2 geen probleem. Zij liepen voor het eerst mee en wisten niets van de gebruiken uit voorgaande jaren. Vrolijk liep Tristan dan ook cherrytomaatjes uit te delen en komkommers te ruilen voor aardbeien. Dit heeft hij bijna de hele week volgehouden. Bijna, want toen hem duidelijk werd dat er onder de oude kinderen lolly’s in plaats van minipaprika’s werden genuttigd, was het snel over met de groentepret. Gelukkig hadden we dit jaar Joram — onder het mom gelijke monniken, gelijke kappen — ook een groente- en fruitpakket meegegeven. Onder luid protest uiteraard, want zo’n pakket was duidelijk “uncool” en paste niet in zijn beeld van een leuke vierdaagse. Onze oplossing was om ze een ijsje te beloven op de laatste avond bij een ijscoboer die zich zeer strategisch had opgesteld net achter de finish.
In de praktijk bleek dat meer ouders moeite hadden met zoveel gesnoep en hun kinderen ook gezonde dingen meegaven om uit te delen. Je zou kunnen stellen dat er een soort nieuw evenwicht ontstond tussen snoep en fruit. Uiteindelijk is iedereen beter af in een dergelijk nieuw evenwicht. Natuurlijk moet er af en toe gesnoept worden, maar de hoeveelheden uit voorgaande jaren waren voor zowel kind als ouder als schoolleiding een gruwel.
De economie van dit geheel is buitengewoon interessant. Kinderen en ouders zijn gevoelig voor gewoontes, of die nu goed of slecht zijn. Toen Joram voor het eerst meeliep, gaven we hem ook een zakje drop mee. Iedereen deed dat immers. De sociale druk van de groep is groot en afwijkingen zijn pijnlijk voor het kind. Dat wil je als ouder je kind niet aandoen. Maar, kinderen zijn ook gevoelig voor prikkels, zelfs als ze gezond zijn en ze even moeten wachten op de minder gezonde beloning. Aan ouders de taak om die prikkels goed te zetten en niet teveel toe te geven aan de ongezonde sociale druk, zodat kinderen leren evenwichtige keuzes te maken.
John List publiceerde er deze week een zeer interessante en overtuigende studie over die laat zien dat prikkels en voorbeeldgedrag (onderwijs) samen het aandeel gezonde voeding bijna verdrievoudigen: http://www.nber.org/papers/w20132.
Auteur
Categorieën